In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets: Waarnemen en reageren
Slide 1 - Tekstslide
De zintuigen reageren niet op elke prikkel. Aan welke twee voorwaarden moet een prikkel voldoen, voordat een zintuig een impuls maakt?
Slide 2 - Open vraag
In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van het oog. Hoe heten delen Q, R, S?
Slide 3 - Open vraag
ooglid
traanbuis
traanklier
wenkbrauw
wimper
Slide 4 - Sleepvraag
In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van twee ooglenzen en de kringspier die de vorm van de lenzen regelt. Je ooglens past zich aan als je naar een boek kijkt dat dicht bij je op tafel ligt.
Welke vorm heeft de ooglens als je naar het boek kijkt? En wat is de vorm van de spier die dit regelt?
A
de lens heeft vorm 1
de spier heeft vorm A
B
de lens heeft vorm 1
de spier heeft vorm B
C
de lens heeft vorm 2
de spier heeft vorm A
D
de lens heeft vorm 2
de spier heeft vorm B
Slide 5 - Quizvraag
Welke beweringen zijn juist? 1. Een uitwendige prikkel is een prikkel die ontstaat in je lichaam. 2. Als zintuigen een adequate prikkel opvangen, maken ze impulsen. 3. Het gedrag van mensen en dieren wordt gestuurd door de hersenen. 4. Jeuk is een inwendige prikkel. 5. De tastzintuigen in je huid reageren op pijnprikkels.
A
Bewering 1 en 3
B
Bewering 2 en 3
C
Bewering 2, 3, 4
D
Bewering 2, 3, 5
Slide 6 - Quizvraag
De zintuigen reageren niet op elke prikkel. Aan welke twee voorwaarden moet een prikkel voldoen, voordat een zintuig een impuls maakt?
Slide 7 - Open vraag
Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies
Vangt lichtprikkels op
Beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft
Q
R
S
Slide 8 - Sleepvraag
In de afbeelding zie je een tekening van het oog.
Op welke plaats of plaatsen van het oog bevindt zich het hoornvlies?
A
alleen op plaats 1
B
alleen op plaats 2
C
alleen op plaats 1 en 2
D
op plaats 1, 2 en 3
Slide 9 - Quizvraag
In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van het oog. Hoe heten delen Q, R, S?
Slide 10 - Open vraag
ooglid
traanbuis
traanklier
wenkbrauw
wimper
Slide 11 - Sleepvraag
Het oog is een gevoelig orgaan. Het is zo gebouwd dat het zichzelf ook beschermt. Welke van de volgende delen beschermen het oog tegen zweet en stof, uitdroging en fel licht? Geef per deel aan waar tegen het beschermt, dit kunnen er meer zijn.
De delen zijn : oogleden, spieren in de iris, traanklieren, wenkbrauwen en wimpers
Slide 12 - Open vraag
In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van twee ooglenzen en de kringspier die de vorm van de lenzen regelt. Je ooglens past zich aan als je naar een boek kijkt dat dicht bij je op tafel ligt.
Welke vorm heeft de ooglens als je naar het boek kijkt? En wat is de vorm van de spier die dit regelt?
A
de lens heeft vorm 1
de spier heeft vorm A
B
de lens heeft vorm 1
de spier heeft vorm B
C
de lens heeft vorm 2
de spier heeft vorm A
D
de lens heeft vorm 2
de spier heeft vorm B
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet het veranderen van de vorm van de ooglens?
Slide 14 - Open vraag
Op een donkere avond maakt Pim een foto van een naaldboom in zijn tuin. In het schemerdonker ziet Pim geen groene boom, maar een grijze. Als hij de foto op de computer bekijkt, ziet hij een groen gekleurde naaldboom. Waardoor ziet Pim buiten zelf een grijze boom, terwijl hij op de foto een groene boom ziet?
Slide 15 - Open vraag
In het lichaam liggen drie typen zenuwcellen. Bij één van deze drie typen zenuwcellen horen de volgende kenmerken:
– deze zenuwcellen geleiden de impulsen van de ene zenuwcel naar de ander.
– uitlopers van deze cellen zijn verbonden met andere zenuwcellen.
Bij welk type zenuwcellen horen de kenmerken?
A
bij bewegingszenuwcellen
B
bij gevoelszenuwcellen
C
bij schakelzenuwcellen
Slide 16 - Quizvraag
Informatie bij de vraag op de volgende pagina!
In 2014 begon op internet de Ice Bucket Challenge. Bij deze challenge worden mensen uitgedaagd om een emmer ijswater over het hoofd te gooien en hier een filmpje van te plaatsen. Deze challenge werd gestart om aandacht te vragen voor de ziekte ALS. Bij deze ziekte sterven de bewegingszenuwcellen in het ruggenmerg en de hersenstam geleidelijk af. Er kunnen door deze zenuwcellen dan geen signalen meer doorgegeven worden.
Slide 17 - Tekstslide
Zie vorige pagina met informatie.
Met welke letter wordt het type zenuw aangegeven dat bij ALS afsterft?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 18 - Quizvraag
Een gezond persoon doet de Ice Bucket Challenge en gooit een emmer ijswater over zijn hoofd. Hij wordt zich bewust van de kou. In welk deel van de hersenen gebeurt dit?
A
Ruggenmerg
B
Hersenstam
C
Grote hersenen
D
Kleine hersenen
Slide 19 - Quizvraag
Vanuit je gehoororgaan loopt de gehoorzenuw naar het centrale zenuwstelsel.
Wat voor zenuw is de gehoorzenuw?
A
een gevoelszenuw
B
een bewegingszenuw
C
een gemengde zenuw
Slide 20 - Quizvraag
Je lippen spelen een rol bij het praten, eten en zoenen. In de lippen liggen uitlopers van zenuwcellen. Van welke typen zenuwcellen zijn de uitlopers in je lippen?
A
alleen van bewegingszenuwcellen
B
van bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen
C
van gevoelszenuwcellen en van schakelzenuwcellen
D
van bewegingszenuwcellen, van gevoelszenuwcellen en van schakelzenuwcellen
Slide 21 - Quizvraag
Een reflexboog is de weg die de impulsen afleggen vanaf de prikkeling door zintuigen tot aan de plek van handelen door de spieren. Bij de pupilreflex reageren je ogen op de hoeveelheid licht dat in het oog komt.
Welke weg volgen de impulsen bij de pupilreflex?
A
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – bewegingszenuw van het oog – spieren in de iris
B
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen - ruggenmerg – spieren in de iris
C
zintuigcellen in het oog – bewegingszenuw van het oog – ruggenmerg – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen – ruggenmerg – spieren in de iris
D
zintuigcellen in het oog – gemengde oogzenuwen – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – gemengde oogzenuwen van het oog – spieren in de iris
Slide 22 - Quizvraag
Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.
Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?
A
adrenaline; het wordt gemaakt in de bijnieren
B
adrenaline; het wordt gemaakt in de hypofyse
C
insuline; het wordt gemaakt in de bijnieren
D
insuline; het wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans
Slide 23 - Quizvraag
Door een afwijking aan de schildklier produceert deze soms te weinig hormoon. Een van de verschijnselen is dan dat een patiënt snel vermoeid raakt. Leg uit waardoor iemand snel vermoeid raakt, als de schildklier te weinig hormoon maakt.
Slide 24 - Open vraag
Als je verkouden bent en je eet een loempia dan smaakt dat anders dan je gewend bent.
Hoe komt dat?
A
Als je verkouden bent worden andere zintuigen in je tong geprikkeld dan wanneer je niet verkouden bent.
B
De hersenen krijgen nu alleen maar impulsen van de smaakzintuigen en niet van het reukzintuig.
C
Het reukorgaan is gevoeliger voor prikkels door de verkoudheid en stuurt meer impulsen naar de hersenen.
Slide 25 - Quizvraag
Ziekte van Menière
Bij de ziekte van Menière is onder andere het evenwichtszintuig aangetast. Patiënten hebben last van duizeligheid en vallen soms om. Ook klagen ze over oorsuizingen en slechthorendheid.
Welke letter geeft het evenwichtorgaan aan?
A
letter P
B
letter Q
C
letter R
Slide 26 - Quizvraag
Op de kermis gaan Kian en Els in de octopus. Lachend en een beetje duizelig komen ze even later weer op het plein.
Hoe komt het dat ze duizelig geworden zijn?
A
Omdat de buis van Eustachius geen impulsen meer door kan geven naar de hersenen.
B
Omdat de hersenen de impulsen van het evenwichtsorgaan niet goed kunnen verwerken.
C
Omdat de hersenen de impulsen van de ogen niet goed kunnen verwerken.
D
Omdat het slakkenhuis gevoelig is voor de bewegingen van de .kermisattractie.
Slide 27 - Quizvraag
Pien vliegt voor een vakantie naar Spanje. Wanneer ze opstijgt gaan haar oren dicht zitten. Ze hoort dan minder goed. Ze neemt een snoepje. Door te kauwen en te slikken gaan de oren weer open. Leg uit waarom ze na het slikken wel weer goed hoort.
Slide 28 - Open vraag
In de afbeelding zie je een stukje van de huid.
Welke letter geeft een zweetkliertje aan?
A
K
B
L
C
M
D
N
Slide 29 - Quizvraag
Paarden hebben speciale haren rond de mond. Deze haren zitten dieper in de huid dan de normale haren. Met deze speciale haren voelen de paarden het verschil tussen het gras dat ze eten en de kleine steentjes en takjes die er tussen zitten. Met welke zintuigen van de mens kun je de speciale haren van de paarden het beste vergelijken?
Slide 30 - Open vraag
De werking van de schildklier wordt geregeld door een andere hormoonklier.
In de afbeelding zijn enkele hormoonklieren in het lichaam van een vrouw met een letter aangegeven.
Welke letter geeft de hormoonklier aan die de werking van de schildklier regelt?
A
letter P
B
letter Q
C
letter R
D
letter S
Slide 31 - Quizvraag
Informatie bij de volgende vraag op de volgende pagina!
Slide 32 - Tekstslide
Geef de namen van hormoonklier 1 t/m 5.
Slide 33 - Open vraag
Geef de namen van de hormonen die 1 t/m 5 maken en hun functie.
Slide 34 - Open vraag
Hormoonklieren kun je onderscheiden van de andere klieren in het lichaam. Bekijk de afbeelding .
Leg uit welke klier een hormoonklier is.
Slide 35 - Open vraag
Welke hormonen regelen de hoeveelheid glucose in je bloed?