Repetitie H4 Waarnemen en reageren versie A

Welke beweringen zijn juist?
1. Een uitwendige prikkel is een prikkel die ontstaat in je lichaam.
2. Als zintuigen een adequate prikkel opvangen, maken ze impulsen.
3. Het gedrag van mensen en dieren wordt gestuurd door de hersenen.
4. Jeuk is een inwendige prikkel.
5. De tastzintuigen in je huid reageren op pijnprikkels.

A
Bewering 1 en 3
B
Bewering 2 en 3
C
Bewering 2, 3, 4
D
Bewering 2, 3, 5
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welke beweringen zijn juist?
1. Een uitwendige prikkel is een prikkel die ontstaat in je lichaam.
2. Als zintuigen een adequate prikkel opvangen, maken ze impulsen.
3. Het gedrag van mensen en dieren wordt gestuurd door de hersenen.
4. Jeuk is een inwendige prikkel.
5. De tastzintuigen in je huid reageren op pijnprikkels.

A
Bewering 1 en 3
B
Bewering 2 en 3
C
Bewering 2, 3, 4
D
Bewering 2, 3, 5

Slide 1 - Quizvraag

De zintuigen reageren niet op elke prikkel.
Aan welke twee voorwaarden moet een prikkel voldoen, voordat een zintuig een impuls maakt?

Slide 2 - Open vraag

In de afbeelding zie je een tekening van het oog.
Op welke plaats of plaatsen van het oog bevindt zich het hoornvlies?

A
alleen op plaats 1
B
alleen op plaats 2
C
alleen op plaats 1 en 2
D
op plaats 1, 2 en 3

Slide 3 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van het oog.
Hoe heten delen 2, 3, 5, 6, 9 en 11?

Slide 4 - Open vraag

Het oog is een gevoelig orgaan. Het is zo gebouwd dat het zichzelf ook beschermt.
Welke van de volgende delen beschermen het oog tegen zweet en stof, uitdroging en fel licht?
Geef per deel aan waar tegen het beschermt, dit kunnen er meer zijn.

De delen zijn ; oogleden, spieren in de iris, traanklieren, wenkbrauwen en wimpers

Slide 5 - Open vraag

In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van twee ooglenzen en de kringspier die de vorm van de lenzen regelt. Je ooglens past zich aan als je naar een boek kijkt dat dicht bij je op tafel ligt.

Welke vorm heeft de ooglens als je naar het boek kijkt? En wat is de vorm van de spier die dit regelt?
A
de lens heeft vorm 1 de spier heeft vorm A
B
de lens heeft vorm 1 de spier heeft vorm B
C
de lens heeft vorm 2 de spier heeft vorm A
D
de lens heeft vorm 2 de spier heeft vorm B

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het veranderen van de vorm van de ooglens?

Slide 7 - Open vraag

In het lichaam liggen drie typen zenuwcellen. Bij een van deze typen zenuwcellen horen de volgende kenmerken:
– deze zenuwcellen geleiden de impulsen van de ene zenuwcel naar de andere;
– uitlopers van deze cellen zijn verbonden met andere zenuwcellen.
Bij welk type zenuwcellen horen de kenmerken?
A
bij bewegingszenuwcellen
B
bij gevoelszenuwcellen
C
bij schakelzenuwcellen

Slide 8 - Quizvraag

Vanuit je gehoororgaan loopt de gehoorzenuw naar het centrale zenuwstelsel.
Wat voor zenuw is de gehoorzenuw?

A
een bewegingszenuw
B
een gevoelszenuw
C
een gemengde zenuw

Slide 9 - Quizvraag

Je lippen spelen een rol bij het praten, eten en zoenen. In de lippen liggen uitlopers van zenuwcellen. Van welke typen zenuwcellen zijn de uitlopers in je lippen?
A
alleen van bewegingszenuwcellen
B
van bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen
C
van gevoelszenuwcellen en van schakelzenuwcellen
D
van bewegingszenuwcellen, van gevoelszenuwcellen en van schakelzenuwcellen

Slide 10 - Quizvraag

Het zenuwstelsel is een belangrijk orgaanstelsel, want het verricht allerlei taken in het lichaam.
Hieronder staan vier taken van het zenuwstelsel.
1 bewust worden van waarnemingen
2 impulsen naar spieren sturen
3 coördineren van spierbewegingen
4 opslaan van informatie in het geheugen
Noteer de nummers waarbij de grote hersenen een rol spelen.

Slide 11 - Open vraag

Zien gapen, doet gapen.
Mensen, katten, honden, apen… gapen doen ze allemaal. Als je moet gapen, kun je het bijna niet onderdrukken. Waarom we precies gapen, is niet bekend. Wel staat vast dat gapen erg aanstekelijk werkt. Wanneer je een ander ziet gapen, moet je zelf vaak ook gapen. Erover lezen werkt soms zelfs aanstekelijk. Gapen is een reflex.
Welk deel van het centrale zenuwstelsel bestuurt de gaapbeweging?

Slide 12 - Open vraag

Een reflexboog is de weg die de impulsen afleggen vanaf de prikkeling door zintuigen tot aan de plek van handelen door de spieren. Bij de pupilreflex reageren je ogen op de hoeveelheid licht dat in het oog komt.
Welke weg volgen de impulsen bij de pupilreflex?

A
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – bewegingszenuw van het oog – spieren in de iris
B
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen - ruggenmerg – spieren in de iris
C
zintuigcellen in het oog – bewegingszenuw van het oog – ruggenmerg – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen – ruggenmerg – spieren in de iris
D
zintuigcellen in het oog – gemengde oogzenuwen – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – gemengde oogzenuwen van het oog – spieren in de iris

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.

Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?

A
adrenaline; het wordt gemaakt in de bijnieren
B
adrenaline; het wordt gemaakt in de hypofyse
C
insuline; het wordt gemaakt in de bijnieren
D
insuline; het wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans

Slide 14 - Quizvraag

Je lichaam bevat allerlei klieren, bijvoorbeeld speekselklieren in je mond en de schildklier in je hals. De stoffen die door de speekselklieren worden afgegeven, werken alleen in je mond. De stoffen die door de schildklieren worden afgegeven, werken door het hele lichaam.
Leg uit waardoor dit verschil komt.

Slide 15 - Open vraag

Soms ontstaat er een scheurtje in het netvlies. Bijvoorbeeld doordat er tijdens het sporten een bal op het oog terechtkomt. Via het scheurtje kan er vocht tussen het netvlies het vaatvlies komen. Als dat gebeurt, laat het netvlies op die plek los van de onderliggende lagen. Dat heet een netvliesloslating. De zintuigen in het beschadigde deel van het netvlies blijven impulsen naar de hersenen sturen. De patiënten zien hierdoor lichtflitsen, zelfs al houden ze hun ogen dicht. Een netvliesloslating moet met spoed in het ziekenhuis worden behandeld, want het wordt steeds erger. Het kan zo erg worden dat het leidt tot blindheid. Waardoor zien deze patiënten de lichtflitsen?
A
Doordat er geen adequate prikkels in het netvlies ontstaan
B
Doordat de prikkels in het netvlies onder de drempelwaarde liggen.
C
Doordat het netvlies wel wordt geprikkeld, maar geen impulsen meer kan maken.
D
Doordat de hersenen de impulsen uit het netvlies niet in beelden kunnen vertalen.

Slide 16 - Quizvraag

Op een donkere avond maakt Pim een foto van een naaldboom in zijn tuin. In het schemerdonker ziet Pim geen groene boom, maar een grijze. Als hij de foto op de computer bekijkt, ziet hij een groen gekleurde naaldboom. Waardoor ziet Pim buiten zelf een grijze boom, terwijl hij op de foto een groene boom ziet?

Slide 17 - Open vraag

Op de hersenschors zit een centrum voor zien (het gezichtscentrum) maar ook een geheugencentrum voor zien. Deze twee hersencentra werken samen.
Leg uit hoe beide hersencentra samenwerken. Gebruik in je uitleg het voorbeeld: het zien van een bal.

Slide 18 - Open vraag

Door een afwijking aan de schildklier produceert deze soms te weinig hormoon. Een van de verschijnselen is dan dat een patiënt snel vermoeid raakt.
Leg uit waardoor iemand snel vermoeid raakt, als de schildklier te weinig hormoon maakt.

Slide 19 - Open vraag

De werking van de schildklier wordt geregeld door een andere hormoonklier.
In de afbeelding zijn enkele hormoonklieren in het lichaam van een vrouw met een letter aangegeven.

Welke letter geeft de hormoonklier aan die de werking van de schildklier regelt?

A
letter P
B
letter Q
C
letter R
D
letter S

Slide 20 - Quizvraag

Ziekte van Menière
Bij de ziekte van Menière is onder andere het evenwichtszintuig aangetast. Patiënten hebben last van duizeligheid en vallen soms om. Ook klagen ze over oorsuizingen en slechthorendheid. Onderzoek heeft aangetoond dat de ziekte veroorzaakt wordt door veranderingen in het slakkenhuis van het oor.
Welke letter geeft het evenwichtorgaan aan?
A
letter P
B
letter Q
C
letter R

Slide 21 - Quizvraag