H1 week 21 Grammatica & Lezen
1 / 27
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm
Slide 3 - Quizvraag
Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
zinsdeelstrepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 4 - Quizvraag
Wat is stap 2 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
zinsdeelstrepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 5 - Quizvraag
Wat is in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
'Op 11 mei starten in onze regio de scholen weer.'
'Op 11 mei starten in onze regio de scholen weer.'
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen
Slide 7 - Quizvraag
een werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat altijd uit meerdere werkwoorden
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Welke beoordeling/tip geef jij jezelf voor het ontleden van zinnen?
A
Ik snap er nog niet veel van.
B
Ik begin het wel steeds beter te snappen, maar ik maak nog heel vaak foutjes.
C
Ik kan best goed zinnen ontleden, maar ik raak soms nog in de war.
D
Ik ben er zo goed in, dat ik het anderen zou kunnen uitleggen.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm
Slide 13 - Quizvraag
Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
zinsdeelstrepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 14 - Quizvraag
Wat is stap 2 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
zinsdeelstrepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 15 - Quizvraag
Wat is in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
'Op 11 mei starten in onze regio de scholen weer.'
'Op 11 mei starten in onze regio de scholen weer.'
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen
Slide 17 - Quizvraag
een werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat altijd uit meerdere werkwoorden
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Welke beoordeling/tip geef jij jezelf voor het ontleden van zinnen?
A
Ik snap er nog niet veel van.
B
Ik begin het wel steeds beter te snappen, maar ik maak nog heel vaak foutjes.
C
Ik kan best goed zinnen ontleden, maar ik raak soms nog in de war.
D
Ik ben er zo goed in, dat ik het anderen zou kunnen uitleggen.
