Must/should/have to herhaling- 3 Basis - Chapter 2 - les 11

Hello and welcome

- take a seat
- put your books and IPad on the table

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hello and welcome

- take a seat
- put your books and IPad on the table

Slide 1 - Tekstslide

This lesson
  • herhaling   Grammar J + homework check
  • reading
  • Vocab
Wednesday
4
November
Goals: aan het einde van de les ken je 3 belangrijke hulpwerkwoorden en kun je een tekst lezen in het Engels over een extreme sport.

Slide 2 - Tekstslide

BASIS opdracht 26
1 should
2 mustn’t
3 have to
4 should
5 don’t have to
6 shouldn’t
7 have to
8 should


KADER opdracht 26
1 have to
2 shouldn’t/ musn't
3 should
4 should/ must
5 should/ must
6 have to
7 shouldn't/ mustn't
8 have to


Slide 3 - Tekstslide

BASIS opdracht 25 
1 shouldn't text
2 must tell
3 have to pay attention
4 should visit
5 should see
6 have to help

KADER opdracht 25 
1 have to                7 has to
2 should                8 have to
3 shouldn't           9 don't have to
4 have to                   musn't
5 shouldn't           10 shouldn't
 6 should / must    mustn't              

Slide 4 - Tekstslide

Should/ Must/ 
Have to



Bron J chapter 2 blz. 27 tb

Slide 5 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
Wanneer gebruiken
Should/ shouldn't
Als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. Bijvoorbeeld wanneer je advies geeft of iets afraadt.
Must/ mustn't
Als jij vindt dat iets (niet) moet. Must is krachtiger dan should.
Have to
Om te zeggen dat iets moet van iemand anders.
Don't have to
Bij have in de ontkennende vorm verandert de betekenis van moeten in niet hoeven.

Slide 6 - Tekstslide

Combineer: in welke situaties heb je welk hulpwerkwoord nodig?
should/shouldn't
must/musn't
don't have to
have to
Jij vindt dat iets (niet) moet
Iets hoeft niet.
Het moet van iemand anders. 
Je vindt dat iets (niet) zou moeten of je wilt advies geven.

Slide 7 - Sleepvraag

I think you .... buy that jeans, it looks lovely.
A
must
B
should

Slide 8 - Quizvraag

You ... eat that, if you are not hungry.
A
shouldn't
B
don't have to

Slide 9 - Quizvraag

You ... follow the rules, otherwise you will get a fine.
A
must
B
should

Slide 10 - Quizvraag

Marco ... have said that, now everyone knows the secret.
A
don't have to
B
shouldn't

Slide 11 - Quizvraag

You ... to that film, it was horrible.
A
musn't
B
shouldn't

Slide 12 - Quizvraag

We ... visit our aunt and uncle.
A
don't have to
B
shouldn't

Slide 13 - Quizvraag

Worktime
Basis :
Maken opdr. 18, 19 + 20 blz. 39 + 40

Kader:
maken opdracht 18 + 19 blz. 40 + 41

Klaar? Oefen de zinnen en woordjes op Quizlet.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Toetsweek
Dinsdag 17 november 12.30 - 13.15 uur
Toets Engels 

Hoofdstuk 2
- Woordjes
- Grammatica
- Stones

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide