P3W7 - evalueren

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

P3W7 : "Evalueren en reflecteren"

Lesdoelen :

De student:

• Kent het verschil tussen waarnemen en observeren
• Weet welke zaken objectieve waarneming in de weg kunnen staan
• Weet wat methodisch observeren is
• Kan een observatieplan maken

Programma :

1. Introductie van het onderwerp
2. Evalueren en reflecteren
3. Filmpje : "Drarries"
4.  Oefening : evalueren
5. Opdracht 1 : Reflectie volgens de cirkel van Korthagen

Wat is het verschil tussen evalueren en reflecteren ?

Wat is evalueren?

Evalueren is het beoordelen van een prestatie of resultaat.

Beschrijf wat evalueren inhoudt en geef voorbeelden van situaties waarin evaluatie plaatsvindt.

Wat is reflecteren?

Reflecteren is een proces waarin je kritisch kijkt naar je eigen gedrag en ervaringen om daarvan te leren.

Leg uit wat reflecteren inhoudt en waarom het belangrijk is.

Wat is evalueren?

1. Het schrijven van een boek.
2. Het kopen van een cadeau.
3. Het maken van een plan.
4. Het beoordelen van iets of iemand.

Wat is reflecteren?

1. Het verzamelen van informatie.
2. Het nadenken over je eigen handelen of ervaringen.
3. Het maken van een tekening.
4. Het leren van een nieuwe taal.

Wat is het verschil tussen evalueren en reflecteren?

1. Evalueren en reflecteren betekenen hetzelfde.
2. Evalueren is nadenken over je eigen handelen of ervaringen, reflecteren is beoordelen.
3. Evalueren is beoordelen, reflecteren is nadenken over je eigen handelen of ervaringen.
4. Evalueren heeft te maken met persoonlijke ontwikkeling, reflecteren niet.

Evalueren en reflecteren

Bij het tweede werkproces van exameneenheid C evalueert de student de verschillende lesactiviteiten die hij heeft uitgevoerd en reflecteert hij op de begeleiding die hij heeft geboden. In het evaluatieverslag dat hij daarover schrijft, worden zowel het proces als het resultaat geëvalueerd. Vanuit de verkregen gegevens over proces en resultaat formuleert de student twee verbeterpunten t.a.v. zijn pedagogisch handelen. Hij schrijft eerst een conceptieversie dat hij door een collega laat lezen. Verkregen feedback vervolgens wordt verwerkt in het definitieve evaluatieverslag. Dat verslag moet volgens de richtlijnen van de organisatie zijn opgesteld.

Oefening :

Als je als onderwijsassistent een lesactiviteit hebt uitgevoerd kijk je samen met de leerlingen en met de leerkracht terug naar het resultaat of het proces. Bij resultaat bepaal je in hoeverre je het lesdoel dat je had hebt bereikt. Bijvoorbeeld de leerlingen kunnen alle provincies van Nederland aanwijzen. Bij proces kijk je naar andere zaken, bijvoorbeeld hoe de leerlingen met elkaar hebben samengewerkt. 

Oefening :

Laat de studenten oefenen met het onderscheid resultaat-proces door terug te kijken naar een lesactiviteit van de afgelopen week:

 Welke lesactiviteit? Beschrijf kort

 Wat was het doel?

 Wat was het resultaat?

 Hoe verliep de activiteit?

 Wat had anders gekund/ gemoeten?

Onderzoek

https://www.pallasactief.nl/activerende-werkvormen/lessen-evalueren

Stap 1

Stap 1: Handelen/ ervaren

Laat iedere student op het A3 vel een grote cirkel tekenen zoals in het boek. Laat ze ook met kleuren werken zodat het extra duidelijk wordt.

Bij stap 1 beschrijven de studenten een ervaring die ze hebben meegemaakt op de stage. Deze situatie kunnen ze omschrijven met behulp van de STARR methode: wat was de situatie, welke taak had ik? Welke acties heb ik ondernomen? En wat was het resultaat van de acties?

De lesstof was goed te begrijpen.

Makkelijk te begrijpen

Net te ingewikkeld

Onnodig gedetailleerd

Te oppervlakkig