wk 4-les1-kantineles (lezen+bronnen zoeken)

Nederlands
21 december 2021
In Amsterdam duurt de dag 7 uur, 40 minuten en 40 seconden.
De kortste dag van het jaar!
Vanaf nu wordt het weer iedere dag iets langer licht.

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
21 december 2021
In Amsterdam duurt de dag 7 uur, 40 minuten en 40 seconden.
De kortste dag van het jaar!
Vanaf nu wordt het weer iedere dag iets langer licht.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • start en planning bekijken
  • lezen 20min
  • theorie bronnen zoeken 10min
  • een (nieuwe) bron zoeken 15min
  • bron verwerken / lezen 15min

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Je leert welke vragen je kunt stellen als je informatie zoekt.
Je leert hoe je kunt beoordelen of een bron betrouwbaar is.

Slide 3 - Tekstslide

Planning

Slide 4 - Tekstslide

PLANNING
FEIT EN FICTIE

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens het lezen
Verzamel informatie m.b.t.  je thema
(noteer paginanummers!) 
DOEL: gebruiken in interview of schrijfopdracht

Slide 7 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

'Het hele verhaal'
- Maatschappelijk thema in je boek
- Wat zijn de feiten?
- Hoe zijn die zichtbaar in je boek?
- Geeft de schrijver een goed beeld van de werkelijkheid?


Slide 9 - Tekstslide

Bronnen zoeken - hoe?
Wat wil je weten?
Dus waar zoek je naar? 

Hoe vind je dat?
Hoe beoordeel je de betrouwbaarheid van informatie?

Slide 10 - Tekstslide

Stel...
Het maatschappelijk thema van je feit-fictie opdracht is  'dierproeven'

 Wat wil je weten?

Slide 11 - Tekstslide

Stel: Je zoekt informatie over dierproeven
als maatschappelijk probleem.
Wat wil je weten?

Slide 12 - Woordweb

Wat wil je weten over dierproeven?
- feiten en cijfers
- soorten dierproeven, kenmerken
- het probleem rond dierproeven
- oorzaak van dit probleem
- gevolgen van dit probleem
- goede voorbeelden
- argumenten voor en tegen

Slide 13 - Tekstslide

Bronnen beoordelen
De betrouwbaarheid van de informatie die je vindt op internet is afhankelijk van de bron:

overheid  -  landelijk nieuwsmedium - stichting of organisatie - Wikipedia - privéwebsite - blog - vlog - Twitter - Facebook - etc. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'betrouwbaarheid van de bron'?

Slide 15 - Open vraag

Bronnen beoordelen
Pas op met  informatie die je op het internet vindt. 
Van alle typen bronnen hebben websites de grootste kans niet betrouwbaar te zijn.  
Wat is het doel van de website? 
- informeren / beschouwen (objectieve informatie)
- overtuigen  (gevaar: subjectief, eenzijdige informatie)
- overhalen tot handelen (gevaar: eenzijdige informatie)



Slide 16 - Tekstslide

Bronnen beoordelen
Je bronnen moeten geschreven zijn door
onpartijdige, professionele experts
en niet door 
personen of instellingen met een commercieel belang die slim shoppen in informatie van die professionals en experts 

- Check dus altijd de bron
- Controleer altijd of de informatie ook ergens anders staat. En beoordeel ook die bron. 
 
 

Slide 17 - Tekstslide

Bronnen beoordelen
In het huidige tijdperk van fake news is het van belang dat je bronnen goed beoordeelt. 

Gerenommeerde nieuwsbronnen zijn bijvoorbeeld:
NRC Handelsblad
de Volkskrant 
Trouw. 


Slide 18 - Tekstslide

Betrouwbaarheid bronnen
Bij deze bronnen kun je erop vertrouwen dat:
  • de feiten grondig gecheckt zijn;
  • journalisten aan strenge eisen moeten voldoen;
  • het verhaal op een onpartijdige manier is verteld;
  • er correcties zijn aangebracht waar nodig.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een filter bubble bij zoekmachines?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bronnen beoordelen
  • Schrijver en organisatie: (commercieel) belang?
  • Inhoud: waar komen de cijfers vandaan? 
  • Doel: informeren/beschouwen  of                     
                 overtuigen/overhalen/activeren
  • Actualiteit: is de informatie nog wel juist?
  • Eenzijdigheid: lees je in een 'bubble'?  

Slide 24 - Tekstslide

Zoek nu minimaal  één bron
Verwerk de bron volgens de stappen A t/m F in de opdracht
Noteer de titel/ kop van de tekst.
Noteer de bron van de tekst (webadres, boektitel, bron en datum van krantenartikel)
Noteer het onderwerp van de tekst.
Noteer de hoofdgedachte (= het belangrijkste wat de schrijver te zeggen heeft over het onderwerp in één zin).
Noteer het tekstdoel.
Maak een korte samenvatting (de kernzinnen van de alinea’s onder elkaar). 
Klaar? --> verder lezen tot de bel gaat. 

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 8:00 uur.
Minimaal één nieuwe bron helemaal uitwerken

Slide 26 - Tekstslide