Erfelijkheid V3 les 8 en 9 BS 4

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Vandaag:
  • Herhaling geslacht en genen
  • Geslachtsgekoppelde overerving in kruisingen
Volgende les: 
  • Geslachtsgekoppelde overerving in een stamboom

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komt geslacht tot stand?

Slide 6 - Tekstslide

Geslachtschromosomen
De man kan ofwel een X ofwel een Y chromosoom doorgeven. Een man is namelijk XY. 
Een vrouw kan alleen een X doorgeven. 
Op het X (en een beetje op Y) liggen ook genen. 

Slide 7 - Tekstslide

Is de persoon van wie deze chromosomen zijn een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
???

Slide 8 - Quizvraag

Is deze persoon een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
???

Slide 9 - Quizvraag

Aantal chromosomen
  • Lichaamscellen: 46 chromosomen
  • Spermacel en eicel smelten samen tot nieuw individu met 46 chromosomen
  • Dus geslachtscel heeft 23 chromosomen.  

Slide 10 - Tekstslide

Je ziet hier een geslachtscel. Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van deze soort?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel allelen zijn er voor elk gen in deze cel (n= 5)?

Slide 12 - Open vraag

Geslachtschromosomen
De man kan ofwel een X ofwel een Y chromosoom doorgeven. Een man is namelijk XY. 
Een vrouw kan alleen een X doorgeven. 

Slide 13 - Tekstslide

Een jongen is XY. Dit X chromosoom komt van...
A
De moeder
B
De vader
C
Vader of moeder

Slide 14 - Quizvraag

Ook het X-chromosoom heeft genen erop liggen. 

Slide 15 - Tekstslide

Vrouwen vaak drager. 
Zoons van drager zijn aangedaan. 
Twee aangedane ouders - aangedane kinderen.
Vader geeft altijd aan dochter. Aangedane moeder zorgt voor aangedane zoons en dochters.

Slide 16 - Tekstslide

Miriam is drager van een allel voor kleuren zien, en een allel wat niet werkt om kleuren te zien (kleurenblindheid). Dit is een X-chromosomale afwijking. Wat kan er in haar geslachtscellen komen?

Slide 17 - Open vraag

X-recessieve kruising. Moeder is drager. 
XA
Xa
XA
XAXA
XAXa
Y
XAY
XaY

Slide 18 - Tekstslide

XA
Xa
XA
XAXA
XAXa
Y
XAY
XaY
Jongens
Meisjes
Heeft de aandoening
Wat is wat in dit schema?

Slide 19 - Sleepvraag

Je hebt een X-gebonden dominante overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Teken het kruisingsschema.

Slide 20 - Open vraag

Je hebt een X-gebonden dominante overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Hoe groot is de kans dat een dochter de afwijking heeft?
A
100%
B
50%
C
25%
D
33%

Slide 21 - Quizvraag

Je hebt een X-gebonden recessieve overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Teken het kruisingsschema.

Slide 22 - Open vraag

Je hebt een X-gebonden recessieve overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Hoe groot is hier de kans op een dochter met de afwijking?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 23 - Quizvraag

Stambomen en geslacht gekoppelde eigenschappen

Slide 24 - Tekstslide

Hemofilie in de van oorsprong Britse koninklijke familie

Slide 25 - Tekstslide

Hier zie je een stukje van de stamboom. Hoe ziet het kruisingsschema tussen Alix en Tsar Nicholas II eruit? Teken het.

Slide 26 - Open vraag

Hier zie je een stukje van de stamboom. Hoe ziet het kruisingsschema tussen Alix en Tsar Nicholas II eruit? Hoe groot is de kans voor elk van de dochters van dit koppel om drager te zijn?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 27 - Quizvraag

Deze denkbeeldige beestjes kunnen gespikkeld of gestreept zijn. Het is een eigenschap die op het X-chromosoom ligt. Vrouwtjes (2, 5) hebben hier twee kopieën van. Mannetjes (1, 3 en 4) maar één. Geef de genotypes van de individuen uit de stamboom. 
XAXa
XAY
XaY
XAY
XAXA

Slide 28 - Sleepvraag

Welke vorm van overerving kan dit zijn?
A
X-chromosomaal recessief
B
Recessief
C
X-chromosomaal dominant
D
Dominant

Slide 29 - Quizvraag

En hoe is deze overerving?
A
X-chromosomaal recessief
B
Recessief
C
X-chromosomaal dominant
D
Dominant

Slide 30 - Quizvraag

Welke vorm van overerving zou dit kunnen zijn?

Slide 31 - Open vraag