In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
dagprogramma week 4
Slide 1 - Tekstslide
periode planning
week 1 Dagprogramma in de Kinderopvang
week 2 dagprogramma per leeftijd
week 3 dagprogramma BSO
week 4 Rituelen
week 5 Wennen en Afscheid Nemen in de Kinderopvang
week 6 toets
week 7 verder aan de eindopdracht
week 8 verder aan de eindopdracht
week 9 eind opdracht inleveren
Slide 2 - Tekstslide
doelen
De student leert wat rituelen zijn, waarom ze belangrijk zijn in de kinderopvang en hoe je als pedagogisch medewerker rituelen kunt inzetten om kinderen veiligheid, structuur en emotionele steun te bieden.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn rituelen?
Een ritueel is een handeling die op een vaste manier en op een vast moment wordt uitgevoerd. In de kinderopvang zijn rituelen vaak onderdeel van het dagelijks ritme
Slide 4 - Tekstslide
wat zijn rituelen in de kinderopvang
Slide 5 - Woordweb
rituelen in de kinderopvang
Groetmoment bij binnenkomst
Liedjes bij opruimen of voor het eten
Samen handen wassen voor het eten
Afscheidsritueel bij ophalen
Verjaardagen vieren met een vaste vorm
Slide 6 - Tekstslide
Rituelen geven betekenis aan momenten en maken het verschil tussen “gewoon iets doen” en “een speciaal of herkenbaar moment”.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom zijn rituelen belangrijk?
Slide 8 - Tekstslide
Voorspelbaarheid en veiligheid
Rituelen zorgen voor herkenning en voorspelbaarheid. Dit geeft jonge kinderen een gevoel van veiligheid en vertrouwen. Zeker voor baby’s, dreumesen en peuters (0–4 jaar) is dit essentieel.
Slide 9 - Tekstslide
Hechting
Door rituelen voelen kinderen zich verbonden met de groep, met de pedagogisch medewerker en met zichzelf. Dit versterkt de emotionele hechting.
Slide 10 - Tekstslide
Rust en overgangsmomenten
Rituelen helpen bij overgangen, bijvoorbeeld van spelen naar eten of van ouder naar opvang. Ze bieden rust en helpen kinderen zich mentaal en emotioneel aan te passen.
Slide 11 - Tekstslide
Zingeving en cultuur
Rituelen hebben ook te maken met waarden, normen en cultuur. Ze kunnen kinderen iets leren over tradities, feesten of gebruiken (bijv. sinterklaas, suikerfeest, kerst, verjaardagen).
Slide 12 - Tekstslide
Een pedagogisch medewerker:
Onderhoudt vaste rituelen: werkt met herkenbare gewoonten en past deze aan per leeftijdsgroep.
Observeert de behoeften van kinderen en past rituelen aan als het nodig is.
Stimuleert betrokkenheid van kinderen bij de rituelen (meehelpen, zingen, kiezen).
Respecteert culturele verschillen in rituelen en betrekt ouders bij rituelen die voor hun kind belangrijk zijn.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
rituelen in de kinderopvang
Slide 14 - Tekstslide
De student leert wat rituelen zijn, waarom ze belangrijk zijn in de kinderopvang en hoe je als pedagogisch medewerker rituelen kunt inzetten om kinderen veiligheid, structuur en emotionele steun te bieden.
