Ecologie samengevat

Startopdracht
  • Lees de tekst die is uitgedeeld
  • Arceer lastige woorden
  • Beantwoord de volgende vraag:
In de tekst wordt een bepaald begrip besproken, maar de manier waarop is eigenlijk niet juist. 
Vertel welk begrip ik bedoel en leg uit waarom het niet juist is.
(Doe dit op de achterkant van het uitgedeelde vel)
timer
10:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
  • Lees de tekst die is uitgedeeld
  • Arceer lastige woorden
  • Beantwoord de volgende vraag:
In de tekst wordt een bepaald begrip besproken, maar de manier waarop is eigenlijk niet juist. 
Vertel welk begrip ik bedoel en leg uit waarom het niet juist is.
(Doe dit op de achterkant van het uitgedeelde vel)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

lesplan
  • uitleg startopdracht
  • Uitdelen stencils die te maken hebben met de SE toets(kennisoverzicht e.d.)
  • herhaling ecologie
  • oefenexamenvragen maken ecologie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les ken je alle onderdelen van het thema ecologie:

invloeden vanuit het milieu de abiotische en biotische factoren
niveau van ecologie
voedselrelatie in keten en web
De termen producent, consument en reducent
Aanpassing van dieren en planten

Slide 3 - Tekstslide

Invloeden uit het millieu
Organismen worden beinvloed door het millieu. 

Deze invloeden worden onderverdeeld in biotische factoren  en abiotische factoren.

Slide 4 - Tekstslide

Geef twee voorbeelden van een abiotische factor

Slide 5 - Open vraag

Geef twee voorbeelden van een biotische factor

Slide 6 - Open vraag

Individu
een organisme 
een plant (varen)
het hert
of 
de libelle

Slide 7 - Tekstslide

Populatie
Bijvoorbeeld:
alle varens in deze omgeving 
alle kikkers in deze omgeving.
Let op: 
men spreekt van een populatie wanneer ze zich onderling  kunnen voortplanten

Slide 8 - Tekstslide

Levensgemeen-schap
Alle biotische factoren samen -->levensgemeenschap.

Alle planten, alle dieren, alle schimmels en bacteriën in deze omgeving. Dus alle populaties!

Slide 9 - Tekstslide

Ecosysteem
Alle biotische en abiotische factoren samen vormen het ecosysteem.

Organismen passen zich aan  hun ecosysteem aan (cactus).

Slide 10 - Tekstslide

Een woenstijn is een voorbeeld van
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 11 - Quizvraag

De arend is een voorbeeld van...
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf op van klein naar groot de 4 niveaus van ecologie

Slide 13 - Open vraag

Planten
Een plant staat aan het begin van elke voedselketen,

Waarom?

Een plant maakt zijn eigen voedsel

Slide 14 - Tekstslide

Plant
Een plant is een producent!

Slide 15 - Tekstslide

Voedselrelaties
Een voedselketen begint met een plant!

Een plant wordt opgegeten door een consument!

Slide 16 - Tekstslide

Voedselrelaties
Consumenten

planteneters?
Vleeseters?
Afvaleters? 

Slide 17 - Tekstslide

Voedselrelaties
Een voedselketen schrijf je op een vaste manier op:

Varen -> kever -> koolmees -> boomvalk

Slide 18 - Tekstslide

Reducenten 

Slide 19 - Tekstslide

Wie is of zijn hier de
consument(en)
A
radijs
B
radijs en konijn
C
konijn
D
konijn en uil

Slide 20 - Quizvraag

wie is hier de
consument
van de
3e orde?

A
sla
B
slak
C
merel
D
poes

Slide 21 - Quizvraag

Aanpassing van planten en dieren
We hebben besproken:
Dieren
snavelvorm, kleur en vorm van het lichaam, pootlengte en de dikte van een vacht

Planten
grootte van bladeren, huidmondjes, vorm van de wortels

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide