Scheikunde VMBO 1.5/4.1

Stoffen
1.5 Chemische reacties
4.1 Stoffen veranderen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stoffen
1.5 Chemische reacties
4.1 Stoffen veranderen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1.5.1
Je kunt beschrijven wat een chemische reactie is.
1.5.2
Je kunt een reactieschema van een scheikundig verschijnsel opstellen.
4.1.1
Je kunt beschrijven dat bij een chemische reactie de beginstoffen verdwijnen en er nieuwe stoffen ontstaan.
4.1.2
Je kunt beschrijven dat je voor een verbranding zuurstof nodig hebt.
4.1.3
Je kunt aan een reactieschema zien of het om een ontledingsreactie of een verbrandingsreactie gaat.
4.1.4
Je kunt het reactieschema van de ontleding van een organische stof noteren.
4.1.5
Je kunt zeven reactieverschijnselen benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe herken je een chemische reactie?
Door één of meerdere reactieverschijnselen waar te nemen EN verandering van stofeigenschappen:​
Kleurverandering                                           ​Ontstaan van gasbelletjes​
Knal​                                                                       Lichtflits​
Vuur                                                                      Rook​
Warmte​                                                               Geur​

Slide 3 - Tekstslide

chemische reacties
De moleculen uit de beginstof(fen) worden afgebroken en er worden nieuwe moleculen opgebouwd. 
beginstof(fen)--> reactieproduct(en)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Reactieschema
Toestand (fase)

Slide 6 - Tekstslide

Reactieverschijnselen
Doordat er een reactie plaatsvindt kun je verschillen waarnemen. Deze veranderingen noemen we reactieverschijnselen.

Je moet er zeven kennen:
verandering van kleur, geur of smaak
warmte, rook, vlammen en licht

Slide 7 - Tekstslide

chemische reactie
reactieschema:

beginstof(fen) --->  reactieproduct(en)

Slide 8 - Tekstslide

2 soorten reacties:
  • ontledingsreacties
       
  • verbrandingsreacties

Slide 9 - Tekstslide

Soorten reacties
Ontledingsreactie
Het uit elkaar vallen van moleculen.

één beginstof en twee of meerdere reactie producten

Slide 10 - Tekstslide

Soorten reacties
Organische ontleding
Het uit elkaar vallen van moleculen bij stoffen die organisch zijn.

één beginstof en als reactieproducten: koolstof (s), water (l) en witte rook (g)

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje
Thermolyse van suiker. 
Thermolyse is een manier van ontleden door verhitting, je verhoogt de temperatuur. 
Onderzoeksvragen:
Hoeveel beginstoffen zijn er bij de ontleding van suiker?
 Welke stoffen ontstaan wanneer je suiker ontleedt door middel van thermolyse?


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Soorten reacties
Verbrandingsreactie
Het uit elkaar vallen van moleculen bij stoffen, hiervoor is zuurstof nodig.

Slide 14 - Tekstslide

ontledingsreacties
-  1 beginstof
-  2 of meer reactieproducten


1 stof valt in meerdere nieuwe stoffen uit elkaar.

verbrandingsreacties
-   altijd reactie brandstof met        zuurstof
-  1 of meer reactieproducten

ontstaan van verbrandingsproducten


Slide 15 - Tekstslide

organische stoffen
  • In organische stoffen zit koolstof.
  • zoals: suiker, brood, hout, papier, benzine, methaan etc.
  • bij ontleden van organische stoffen ontstaan altijd:         koolstof (s), water(l) en witte rook.
  • De witte rook is brandbaar.
  • bij volledige verbranding van organische stoffen ontstaan altijd koolstofdioxide (g) en water (g)

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld reactieschema
  • ontledingsreactie van een organische stof:
  • hout(s) ---> koolstof(s) + water(l) + witte rook(g)

  • verbrandingsreactie van de organische stof methaan:
  • methaan(g) + zuurstof(g) ---> koolstofdioxide(g) + water(g)
  • het gaat hierbij om een volledige verbranding.

Slide 17 - Tekstslide

verschil verbranden en ontleden door warmte(=thermolyse) van organische stoffen 
  • ontleden:  maar 1 beginstof, er kan geen of te weinig zuurstof bij waardoor de stof niet verbrandt.
    Dus thermolyse :
    organische stof ---> koolstof+ water+ rook 

  • verbranden, zuurstof is de 2e beginstof: organische stof + zuurstof->                                                                            koolstofdioxide + water
     

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Samenvatting
  • Verbranding en ontleding zijn allebei chemische reacties,
  • hierbij ontstaan altijd nieuwe stoffen

  • Wat is het verschil tussen een verbrandingsreactie en een ontledingsreactie?
  • Een verbrandingsreactie is een reactie tussen een brandstof en zuurstof.
  • Een ontledingsreactie heeft 1 beginstof en  2 of meer reactieproducten,
  • Voor een ontledingsreactie is altijd energie nodig.

Slide 21 - Tekstslide

Beginstof
Reactieproducten
Suiker
Brandbare gassen
Water
Koolstof

Slide 22 - Sleepvraag

water --> waterstof + zuurstof
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming

Slide 23 - Quizvraag

methaan + zuurstof--> koolstofdioxide+ water
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
thermolyse

Slide 24 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je magnesiumlint laat reageren met zuurstof?
A
Fase-overgang
B
Scheiding
C
Verbranding
D
Ontleding

Slide 25 - Quizvraag

Op dit plaatje zie je een:
A
Fase-overgang
B
Ontleding
C
Verbranding
D
Gloeien

Slide 26 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je papier verhit in een reageerbuis?
A
Fase-overgang
B
Scheiding
C
Verbranding
D
Ontleding

Slide 27 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je kaarsvet verwarmt?
A
Ontleding
B
Scheiding
C
Verbranding
D
Fase-overgang

Slide 28 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je papier verhit buiten een reageerbuis?
A
Fase-overgang
B
Scheiding
C
Verbranding
D
Ontleding

Slide 29 - Quizvraag

Is de beschreven reactie een ontledingsreactie, of een verbrandingsreactie?
A
ontleding
B
verbranding

Slide 30 - Quizvraag

Een sterretje wordt aangestoken waarop magnesium is aangebracht. Bij de reactie ontstaat magnesiumoxide (MgO). Welk type reactie vindt hier plaats?
A
Ontleding
B
Verbranding
C
Smelten
D
Zuur-base

Slide 31 - Quizvraag

Conclusie
De onderzoeksvraag was: Welke reactieproducten ontstaan wanneer je suiker ontleedt dmv thermolyse? Geef antwoord op de onderzoeksvraag.

Slide 32 - Open vraag

Huiswerk H4.1
Maken opdracht 1 t/m 14

Slide 33 - Tekstslide

Chemische reactie
Je spreekt van een chemische reactie als beginstoffen verdwijnen en er nieuwe stoffen worden gevormd.

Slide 34 - Tekstslide

4.2 moleculen en atomen

Slide 35 - Tekstslide

Bron 2 op blz. 77
Deze moet je uit je hoofd kennen!
  • Er zijn ruim 100 verschillende atomen.
  • Elke atoomsoort heeft een symbool.
  • Eerste letter is een hoofdletter.
  • Tweede letter is kleine letter.
  • Ander woord atoomsoort is element. 

Slide 36 - Tekstslide

Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Uitleg plaatjes

Slide 37 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Slide 38 - Tekstslide


Uit hoeveel atomen bestaat dit molecuul?
HNO3(aq)

Slide 39 - Open vraag

Opdracht online moleculen bouwen (1)
1. Bekijk het filmpje.
2. Ga naar deze website.
3. Bouw de moleculen.

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht online moleculen bouwen (2)
1. Ga naar deze website.
2. Selecteer de optie: veel. 
3. Bouw de moleculen.
4. Lever in volgende slide screenshot of foto in als bewijs.

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht online moleculen bouwen (3)
1. Ga naar deze website.
2. Selecteer de optie: speelplaats.
3. Bouw de volgende drie moleculen:



C3H8
NH3
CF4

Slide 42 - Tekstslide