les 2 Schoonmaak en onderhoud

les 2 Schoonmaak en onderhoud
professioneel schoonmaken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

les 2 Schoonmaak en onderhoud
professioneel schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-Hoe moet je schoonmaken
-Hoe vaak moet je schoonmaken
Wat is vuil
Wat staat er op de etiketten
Hoe werk je milieubewust en ergonomisch.

Slide 2 - Tekstslide

Professioneel schoonmaken
Niet te vergelijken met thuis.
Je maakt schoon in opdracht van iemand anders.

Slide 3 - Tekstslide

Schoonmaakplan
Wat moet je schoonmaken
Wanneer moet je schoonmaken
Hoe moet je schoonmaken
Wie moet er schoonmaken

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer maak je schoon?

Dagelijks = elke werkdag
Wekelijks = 1x per week
Periodiek= 1 x per 4 tot 6 weken

Slide 5 - Tekstslide

Werkvolgorde
Regel 1 Werk van boven naar beneden.
Regel 2 Werk van schoon naar vies
Regel 3 Werk van droog naar nat

Slide 6 - Tekstslide

Soorten vuil
Droog vuil zand of hondenharen
Aangekleefd vuil modder, limonade- of koffievlekken
Onzichtbaar vuil micro organismen niet zicht voor het oog.

Slide 7 - Tekstslide

Schoonmaakmethoden
Droog vuil
Vegen
Stofzuigen
Stofwissen
Afstoffen

Slide 8 - Tekstslide

Aangekleefd vuil
Klamvochtig schoonmaken
Moppen
Ramen schoonmaken

Slide 9 - Tekstslide

Onzichtbaar vuil
Desinfecteren
Micro-organismen worden gedood.
Desinfecteren vindt plaats na het reinigen

Slide 10 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen
Microvezeldoek- geen schoonmaakmiddel
Geen microvezeldoek- wel een schoonmaakmiddel
Let op kalk in het water geen een mindere reactie van het schoonmaakmiddel

Slide 11 - Tekstslide

Etiketten
1. Lees het etiket.
2. Volg de gebruiksaanwijzing en de voorzorgsmaatregelen.
3.Doe altijd de dop terug op de fles.
4. Plaats en bewaar de middelen buiten het bereik van kinderen
5. Zorg voor een juiste dosering

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Gevaarsymbolen
Blz 133 en blz 134 staan de symbolen die je moet kennen.
Standaard in Eu.
Men weet wat het middel kan doen.

Slide 14 - Tekstslide

Het milieu
Juiste dosering
Niet teveel warm water
Vermijd chloorbleekmiddelen en oplosmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Beter voor het milieu.
Natuurlijke en biologische middelen
Ossengalzeep
Soda
Groene zeep
Natuurazijn

Slide 16 - Tekstslide

Ergonomie
Ergonomie betekent verstandig met je lichaam omgaan,
dus letten op een goede houding.

Slide 17 - Tekstslide

Onderhoud
Ervoor zorgen dat het in goede staat blijft.

Slide 18 - Tekstslide

Maken
Opdrachten2.03, 2.04,2.06,2.08,2.10,2.12,2.15,2.22,2.24,2.25,2.30

Slide 19 - Tekstslide