ISK-G voltooide tijd - lied noodgeval - puberbrein

Welkom terug!!!
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!!!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je in de vakantie gedaan?
fietsen                                   zwemmen                               lezen
leren                                                huiswerk maken                                   gamen
tv kijken             voetballen                shoppen             wandelen
een stad bezoeken                       familie bezoeken  
koken              opruimen              werken                 uitslapen
tekenen              rennen/joggen

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren/doen?
  • De werkwoorden - voltooide tijd: schrijven
  • Voltooide tijd - spreken: vragen stellen en antwoord geven
  • Luisteren met luisteropdracht
  • Leren over het puberbrein


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voltooide tijd: Ik heb ge+stam+t/d


  • fietsen
  • gamen
  • leren
  • huiswerk maken
  • voetballen
  • shoppen
  • wandelen
  • koken
  • werken
  • rennen / joggen
  • tekenen


1. ge-
2. stam
3. in SoFT KetCHuP?
    ja --> t
    nee -- > d

Werken --> stam = werk
Ik heb gewerkt.


Slide 6 - Tekstslide

Voltooide tijd: Ik heb ge+stam+t/d


  • fietsen
  • gamen
  • leren
  • huiswerk maken
  • voetballen
  • shoppen
  • wandelen
  • koken
  • werken
  • rennen / joggen
  • tekenen


Ik heb gefietst.
Ik heb gegamed.
Ik heb geleerd.
Ik heb huiswerk gemaakt.
Ik heb gevoetbald.
Ik heb geshopt.
Ik heb gewandeld.
Ik heb gekookt.
Ik heb gewerkt.
Ik heb gerend/gejogd.
Ik heb getekend.
Ik                     fiets
Jij/hijzij          fiets    t
Wij/jullie/zij   fiets    en

Ik             voetbal
Ik             shop
Ik             wandel
Ik             kook
Ik             werk
Ik             ren/jog
Ik             teken
Tegenwoordige tijd

Slide 7 - Tekstslide

Ik heb in de vakantie ....
  • zwemmen              gezwommen
  • lezen              gelezen
  • tv kijken               tv gekeken
  • een stad/familie bezoeken               een stad/familie bezocht
  • opruimen              opgeruimd
  • uitslapen                 uitgeslapen

Ik ben in Frankrijk geweest.
Ik ben in Parijs geweest.
Ik ben bij mijn familie geweest.

Slide 8 - Tekstslide

Raadsel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht Spreken


Bijvoorbeeld:
Zoek iemand die in de vakantie heeft gewandeld.
Vraag:               Heb jij in de vakantie gewandeld?
Antwoord:     Ja, ik heb in de vakantie gewandeld.
                             Nee, ik heb in de vakantie niet gewandeld.
Zoek iemand die ...

Slide 12 - Tekstslide

Luisteren
We gaan luisteren naar een Nederlandse popsong:
Noodgeval van de band Goldband.
Dit was een grote hit in de zomer van 2022.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Vragen
  • Waar gaat het liedje over? 
  • Is de zanger blij, verdrietig, boos, bang?
  • Wat vind je van het lied?

Slide 15 - Tekstslide


In het lied zingt de zanger over een vrouw die hij leuk vindt, maar de vrouw danst met een andere man. 
Hier maakt hij zich zorgen om: voor hem is deze situatie een noodgeval.

Slide 16 - Tekstslide

Luisteren
Je krijgt de songtekst
Er ontbreken woorden: voorzetsels
Luister goed en schrijf de woorden op die je hoort

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Voorzetsels
1.    naast
2.    met
3.    op
4.    aan (geven aan, hangen aan)
5.    in
6.    op
7.    zonder

zonder       met

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Wat hebben we gedaan?
Schrijf drie woorden of dingen op
die je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Tekstslide

Een film over pubers
Wat zijn pubers?

Slide 22 - Tekstslide

Pubers

  • Kinderen groeien op tot volwassenen.
  • In de leeftijd van 10 tot 22 jaar. 
  • Deze periode heet de adolescentie
  • De puberteit is een onderdeel van de adolescentie.
  • De puberteit is tussen het tiende en zestiende jaar.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat was nieuw voor je?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is je telefoonnummer?
Mijn telefoonnummer is:

Slide 26 - Tekstslide

Lange of korte klank: Lees voor
  • zeggen
  • leren
  • lopen
  • botten
  • ramen
  • kammen
  • zitten
  • dieren

Slide 27 - Tekstslide

Vervoegen: schrijf op in je schrift
  • zeggen
  • plakken
  • leren
  • tellen
  • lopen
  • heten
  • liggen
  • zitten
  • maken
ik zeg
hij ....
ik ....
jij ....
zij ....
ik ....
hij ....
ik ....
jij ....

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Het woord



- - - - - - - - - - - - - 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Rechten van de mens

Slide 33 - Tekstslide

In Nederland is iedereen even vrij
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog
eindigde 80 jaar geleden.
Het was toen ...
A
1943
B
1944
C
1945
D
1946

Slide 35 - Quizvraag

Joden mochten in de oorlog
niet naar de dierentuin
maar wel naar de bioscoop.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Om in vrijheid te leven,
heb je rechten en wetten nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Wat is vrijheid
voor jou?

Slide 38 - Woordweb

Rechten en wetten
  • Rechten = je mag
  • Wetten/Regels =  je mag niet / je moet

Bijvoorbeeld:
  • Je mag je mening geven
  • Je mag niet rennen in de gang
  • Je moet je telefoon in de telefoonbak doen


Slide 39 - Tekstslide

Bijvoorbeeld in het verkeer
  • Je moet hier ...

  • Je mag hier niet ...


Slide 40 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Het moet = een verplichting

Het mag niet = een verbod

Het mag = een toestemming

Slide 41 - Tekstslide

Waarschuwingsborden: Pas op!

Slide 42 - Tekstslide

De weg vragen

Dag mevrouw/meneer, mag ik u iets vragen? 

Weet u waar .... is? 

Ik zoek ... .


Welke woorden heb je nodig:
  • links, rechts
  • linksaf, rechtsaf (slaan)
  • rechtdoor
  • oversteken
  • kruispunt
  • de (eerste, tweede, derde etc.) straat

Ga rechtdoor, tot het kruispunt. Steek het kruispunt over. Neem dan de eerste straat rechts en loop een stukje rechtdoor.
Ga links over de brug. Sla bij de stoplichten linksaf en je ziet de bibliotheek. De bibliotheek is aan de rechterkant.


Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Wordwall - de weg vragen

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Link

Slide 48 - Link

Slide 49 - Link

Slide 50 - Link

Slide 51 - Link