Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Reageren Les 3: Zenuwstelsel
Beslissingen nemen
§14.3 en 4 Zenuwstelsel
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Beslissingen nemen
§14.3 en 4 Zenuwstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al?
Dat spieren zorgen voor reacties: zwak/sterk/snel/langzaam
Ogen als gebouwd zijn om prikkels waar te nemen:
accomoderen
en
lichtregeling
,
kegeltjes
en
staafjes
.
Gele vlek
: meeste informatie,
blinde vlek
: uitgang voor zenuw.
Slide 2 - Tekstslide
Via welk onderdeel komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Harde oogvlies
Slide 3 - Quizvraag
Het oog kan de lens niet boller krijgen, dus de persoon ziet een object dichtbij niet scherp... Hoe nomen we dit?
A
Een bijziend oog
B
Een verziend oog
Slide 4 - Quizvraag
Welk nummer is de
gele vlek?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 5 - Quizvraag
Bij accommoderen wordt je iris groter of kleiner om meer of minder licht door te laten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Wat kun je vooral met je gele vlek waarnemen?
Welke zintuigcellen zitten vooral in de gele vlek?
A
Grijstinten, kegeltjes
B
Grijstinten, staafjes
C
Kleuren, kegeltjes
D
Kleuren, staafjes
Slide 7 - Quizvraag
Kringspieren in je iris zorgen voor?
A
pupilreflex: pupil verkleinen
B
pupilreflex: pupil vergroten
C
accommoderen: lens boller
D
accommoderen: lens platter
Slide 8 - Quizvraag
Hiernaast is een deel van een netjesvlies weergegeven. Van welke kant valt het licht op het netvlies?
A
Van boven en raakt eerst staafjes en kegeltjes
B
Van onder en raakt eerst gevoelszenuwcellen
C
Van links
D
Van rechts
Slide 9 - Quizvraag
Waarom zie je in de schemering vooral grijstinten?
A
Staafjes hebben een lagere drempelwaarde
B
Er zitten meer staafjes in je gele vlek
Slide 10 - Quizvraag
Is er verschil in hoe kegeltjes verschillende kleuren doorgeven aan de hersenen?
A
Ja, kegeltjes geven verschillende signalen voor verschillende kleuren
B
Ja, kegeltjes hebben een verschillende drempelwaarde voor verschillende kleuren
C
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Wat gaan we deze les doen?
Je weet uit welke onderdelen je
centrale zenuwstelsel
bestaat.
Je weet wat de functie is van het centrale zenuwstelsel.
Welke soorten
zenuwen
er zijn.
Verschil
primaire
en
secundaire schors
in de hersenen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Onderdelen CZS
Blz. 206:
1. Uit welke vier delen bestaat het centraal zenuwstelsel?
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Onderdelen CZS
Blz. 206:
2. Wat is de taak van elk van deze vier?
timer
2:00
Slide 15 - Tekstslide
Perifere zenuwstelsel
Blz. 2:
3. Welke drie zenuwen zijn er en wat is het verschil?
timer
3:00
Slide 16 - Tekstslide
Perifere zenuwstelsel
Blz. 223/4:
4. Voor ieder zintuig heb je een
primaire
en
secundaire
schors - Wat is het verschil in taak?
- Hoe is dat voor een
motorische schors
?
timer
4:00
Slide 17 - Tekstslide
Animaal of autonoom?
Blz. 222:
5. Wat is het verschil tussen het animale en autonome zenuwstelsel?
Maak hiervoor opdr. 1 t/m 4
timer
5:00
Slide 18 - Tekstslide
Trainen
Blz. 224
Maak opdr. 6 t/m 9
timer
5:00
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Zenuwcel
(neuron)
Zenuwcel bestaat uit:
1.
2.
3.
4.
5.
?
6.
Slide 21 - Tekstslide
Zenuwcel
(neuron)
Zenuwcel bestaat uit:
1. Dendriet
2. Cellichaam
3. Celkern
4. Axon
5. Myelineschede
6. Synaps
Slide 22 - Tekstslide
Zenuwcellen
Slide 23 - Tekstslide
Impuls
Impulsen zijn
elektrische signalen
:
ladingsverschil
.
Binnenkant cel t.o.v. buitenkant is -70mV
(rustpotentiaal)
.
Slide 24 - Tekstslide
Ontstaan impuls
Door geladen stoffen binnen te laten
(Na+)
, ontstaat een impuls.
Hierdoor andere poorten open.
Binnenkant cel tov buitenkant is uiteindelijk +20mV
(actiepotentiaal).
Slide 25 - Tekstslide
Herstel
Om normale verschil te herstellen, gaan
Na+ dicht
en andere poorten open
(K+)
.
Binnenkant cel t.o.v. buitenkant is uiteindelijk weer -70mV.
Slide 26 - Tekstslide
Herstel
1. Rust
(cel -70mV)
2.
Depolarisatie
Na+ kanalen open, Na+ cel in
3. Repolarisatie
Na+ dicht, K+ open, K+ cel uit.
4. Herstel:
Opname K+, afgeven Na+
(actief transport)
Slide 27 - Tekstslide
0
Slide 28 - Video
Impulsgeleiding
Je weet nu hoe impulsen ontstaan en geleid worden.
Impuls verplaats zich 2 a 3 m/s
Door myeline schedes: 120 m/s
Slide 29 - Tekstslide
Impulsgeleiding
Myelineschedes zorgen voor
sprongsgewijze impulsgeleiding.
Alleen op de open stukken
actiepotentiaal.
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Zenuwstelsel Les 2: Neurotische cellen!
Mei 2023
- Les met
16 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Thema 6 Les 4: Impulsgeleiding
Januari 2018
- Les met
13 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Reageren Les 5: Zenuwcellen
Februari 2024
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
14.3 Impulsgeleiding kl/ll
Maart 2024
- Les met
34 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5H Herh. 14.3 en 14.4 Zenuwstelsel dl1
November 2023
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Les 4: Zenuwstelsel dl2
Juni 2021
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
13.3 Impulsgeleiding
Juni 2022
- Les met
30 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Herhalen Thema 6 Regeling deel 2
December 2020
- Les met
23 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4