H2 Versnellen en vertragen (HAVO)

H4.2 versnellen en vertragen
Veilig bewegen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4.2 versnellen en vertragen
Veilig bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram
  • Je kunt de soort beweging herkennen in een (v,t)-diagram
  • Je kunt uitleggen wat versnelling en vertraging betekeken.
  • Je kunt de versnelling van een beweging berekenen.
  • Je kunt km/h omrekenen naar m/s, en omgekeerd.
  • Je kunt de afgelegde afstand van een beweging bepalen in een (v,t)-diagram

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ontstaat een v-t diagram

Slide 3 - Tekstslide

Het (v,t)-diagram
Herhalingsvragen

Slide 4 - Tekstslide

(v,t)-diagram maken
v - verticale as
t - horizontale as

0-4 s Beweging neemt eerst toe
versnelling
na 4s dan is de beweging constant
eenparige beweging

Slide 5 - Tekstslide

Stoppen
Constante snelheid (grafiek horizontaal) tot reactie,
daarna vertraging (grafiek omlaag)

Slide 6 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.
3 m/s, dan 6 m/s, dan 9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 7 - Tekstslide

Eenparig vertraagde beweging
Elke seconde neemt de snelheid met een vaste waarde af. 
Bijvoorbeeld bij remmen maximale snelheid = 9 m/s en elke seconde neemt de snelheid af met 3 m/s. De versnelling is dan -3 m/s/s

Slide 8 - Tekstslide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 9 - Tekstslide

Snelheid omrekenen
Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s
m/s               km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 10 - Tekstslide

Reken om... 30 km/h = ... m/s
A
8,3
B
30
C
108
D
300

Slide 11 - Quizvraag

Reken om... 30 m/s= ... km/h
A
8,3
B
30
C
108
D
300

Slide 12 - Quizvraag

Reken om... 500 km/h = ... m/s
A
139
B
500
C
1800
D
5000

Slide 13 - Quizvraag

Voorbeeld opgaven 1

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een hardloper versnelt van 1,5 m/s naar 2,3 m/s in 4 seconden. Bereken de versnelling.
A
0,2
B
0,4
C
0,6
D
3,2

Slide 16 - Quizvraag

Een drone met een versnelling van 3 m/s2 heeft voor 3,7 seconden versnelt. Als zijn beginsnelheid 4 m/s was, wat is dan zijn eindsnelheid?
A
7,1
B
8,3
C
11,1
D
15,1

Slide 17 - Quizvraag

Afgelegde 
afstand bepalen

Formule s=v*t of
je kan met de (v,t)-diagram 
de afstand bepalen

Afstand = oppervlakte onder de 
                     grafiek

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Oefenopgaven
timer
6:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken in je werkboek 4.2 opdracht 1 t/m 5 
Les 2 4.2 opdracht 6 t/m 10

Weektaak: 4.2 opdracht 1 t/m 10

Slide 24 - Tekstslide