- Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud (
het feest - de feesten)- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken (het feest, het feestje)
- Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten (het feest, een feest, de feesten)
- Een naam is ook een zelfstandig naamwoord: Wilma, Dalí, Heemskerk, IJsselmeer, Noordzee, Jerry Bos)