Kunst Drama Theorie: drama en andere kunsten

Instrument en andere kunsten M4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Instrument en andere kunsten M4

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- gereedschap van de acteur 
-4 functies van theater
- drama en andere kunsten
- analyseren voorbeeld theater en dans


Slide 2 - Tekstslide

Het gereedschap van de acteur
Als speler kun je verschillende dingen inzetten om je rol zo goed mogelijk neer te zetten:   
  1.  Het lichaam als instrument 
  2. voordracht technieken
  3. spelgroottes 
  4. emoties  
  5. status  
  6. kenmerken goed spel

Slide 3 - Tekstslide

Het lichaam als instrument.
Als acteur heb je twee grote noemers voor EXPRESSIE:
STEM (verbaal)
FYSIEK (non-verbaal)
-> Lichaamshouding
-> Beweging
-> Gebaar
-> Handeling
-> Mimiek

Slide 4 - Tekstslide

Lichaamshouding
Bij het beschrijven van de houding zeg je alleen wat je ziet, zonder dit te interpreteren.
Bijvoorbeeld: De vrouw zit rechtop in de stoel, terwijl de man rechtop staat en schuin in de camera kijkt.
En niet: Cercei Lannister kijkt arrogant, terwijl haar broer onzeker kijkt.

Slide 5 - Tekstslide

Mimiek
Betekent gezichtsuitdrukking. Ook dit beschrijf je door te zeggen wat je ziet zonder interpretatie.
Dus: De man kijkt fronsend in de camera.
En niet: Louis van Gaal is geïrriteerd omdat de pers niet luistert.

Slide 6 - Tekstslide

Beweging
Bij het beschrijven van bewegingen kun je het hebben over:
- zijn de bewegingen groot of klein?
- het tempo / ritme van de beweging
- zit er herhaling in?
- zijn de bewegingen synchroon? (tegelijk)
Ook hier weer alleen beschrijven wat je ziet en niet interpreteren!

Slide 7 - Tekstslide

Gebaar
Een gebaar draagt vaak betekenis in zich. Toch beschrijf je een gebaar ook weer zo 'droog' mogelijk:
"De mannen steken hun handen in de lucht."

Slide 8 - Tekstslide

Handeling
Een handeling is een beweging met een duidelijke intentie, zoals klok kijken, een
pistool richten etc.

Let bij het beschrijven van de handeling weer op de 'droge' beschrijving, geen emotie of intentie dus!

'De vrouw pakt het gezicht van de man vast.'


Slide 9 - Tekstslide

Stem
De stem van de acteur is heel bepalend voor een personage.
Beschrijf bij de stem hoe deze klinkt.
Accent, bijv. stads- of streekaccent

 Klemtoon (nadruk)
 Pauzering
 Tempo
 Toonhoogte
 Volume, bijv. hard of zacht
 Woordkeuze

beschrijf je zonder te interpreteren.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf de houding in deze foto.

Slide 11 - Open vraag

Noem een functie van theater.

Slide 12 - Woordweb

3 functies van theater
1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
X

Slide 15 - Quizvraag

0

Slide 16 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
X

Slide 17 - Quizvraag

0

Slide 18 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
X

Slide 19 - Quizvraag

0

Slide 20 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
X

Slide 21 - Quizvraag

0

Slide 22 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
X

Slide 23 - Quizvraag

Theater en andere kunstvormen

Theater is een kunstvorm. Er zijn meer kunstvormen náást theater, vaak zie je ook andere kunstvormen terug in een voorstelling. 
Welke kunstvorm zie je bijv. in het volgende fragment?

Slide 24 - Tekstslide

5 andere kunstvormen
  • Dans
  • Literatuur (of bijv. poëzie)
  • Muziek
  • Film
  • Beeldende kunst: architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, audiovisuele kunst (videoclips), toegepaste kunst (bijv. mode), enz.

Slide 25 - Tekstslide

6

Slide 26 - Video

00:54
Beschrijf de mimiek van de hoofdpersoon.

Slide 27 - Open vraag

01:47
Beschrijf het stemgebruik van de hoofdpersoon.

Slide 28 - Open vraag

02:47
Beschrijf de houdingen van de dansers

Slide 29 - Open vraag

03:34
Hoe zou je de bewegingen van de dansers omschrijven?

Slide 30 - Open vraag

04:07
Welke sfeer straalt het decor en de kostuums uit? Leg je antwoord objectief uit.

Slide 31 - Open vraag

05:28
Wat denk je dat de boodschap is van dit kunstwerk? Leg uit.

Slide 32 - Open vraag

Dit was de lessonup
Zorg ervoor dat je de begrippen uit je hoofd leert.



Slide 33 - Tekstslide