Triage voor DA

Triage DA BOL
Even inkomen.......
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage DA BOL
Even inkomen.......

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste stap in het triage gesprek?
A
NAW-gegevens
B
Heeft u een voorgeschiedenis?
C
Fijne dag nog!
D
Waar heeft u last van?

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
Triage (frans)
A
Moeilijkheden
B
Sorteren
C
Uitvragen
D
Diagnosticeren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De triagewijzer is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Long
Lever
Nier
Hart
Maag

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is triage? korte verwoording

Slide 6 - Woordweb

Het is belangrijk om te weten te komen wanneer iemand moet komen, hier kom je alleen achter door de vragen uit de Triagewijzer te stellen, op volgorde hoe ze er in staan, luister goed wat de patiënt je al vertelt (= toestandsbeeld)

 Het gaat er niet om dat je weet wat er aan de hand is (de diagnose), maar dat je weet hoe snel er gehandeld moet worden. = Urgentie

ABCDE methode:
Bij de B controleer je ....
A
Of de ademweg vrij is
B
Of er afwijkingen zijn aan het hart (hartslag)
C
Of er een normale ademhaling aanwezig is
D
Of iemand een wond heeft

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De "c" bij de ABCDE methode staat voor:
A
cyanose
B
contusie
C
circulation
D
cyber

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De B in de ABCDE methode betekend:
A
Breathing
B
Background
C
Blood
D
Basic

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een ABCDE vraag?
A
Vaststellen of iemand in direct levensgevaar is
B
Vaststellen wat de ingangsklacht is
C
Vaststellen wie je aan de lijn hebt
D
Kijken of iemand nog in staat is om het alfabet op te noemen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Triage vanuit de NHGWijzer
 sleep de criteria naar de juiste urgentie 
U1
U2
U3
U4
risicogroep
Hevige buikpijn
katheter verstopt of gesneuveld
Hematurie
Urineretentie
Mictieklachten en vermoedelijk koorts
katheter
Mictieklachten
Koude rilling
Kortademig

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Johan lijdt aan epilepsie en zijn partner belt dat hij een insult heeft. Hij is niet aanspreekbaar, ademt wel en zijn lichaam schokt
Waar gaat het mis in de ABCDE?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De E in de ABCDE staat voor:
A
Omgeving
B
Bewustzijn
C
Voorgeschiedenis
D
Allergieen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste doel van de triagewijzer?
A
De juiste urgentie van de klacht bepalen
B
De juiste diagnose stellen.
C
Zo veel mogelijk patiënten helpen in zo een kort mogelijke tijd.
D
Overzicht houden in het patiënten dossier

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een grauwe gelaatskleur en snelle hartslag valt bij de ABCDE onder
A
Airway
B
Breathing
C
Circulation
D
Disability

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Triagewijzer staat beschreven hoe je de verbranding kunt meten. (plaatje kind/volwassene met % erbij)
Hoe groot is het percentage van het hoofd van het kind t.a.v. de rest van het lichaam?
A
9 %
B
18%
C
14%
D
doet er niet toe

Slide 16 - Quizvraag

Hoofd is bij een volwassene 9 % van het totale oppervlak, 
De benen zijn 14%. Het hoofd is relatief groot bij jonge kinderen 
Een U2 urgentie heb je bij:
(meerder antwoorden zijn mogelijk)
A
inhalatietrauma
B
Brandwond groter dan handpalm
C
Brandwond circulair
D
Verbranding door elektriciteit

Slide 17 - Quizvraag

brandwond circulair is U2
verbranding door elektriciteit is U2
brandwond groter dan handpalm  is U3


ABCDE vraag
Wat zou je in kunnen zetten als ABCDE vraag bij een casus over  een allergische reactie ? Kun je dit toelichten? 

Slide 18 - Tekstslide

kwijlen , slikklachten
B – ademhaling normaal? Kortademig/benauwd/geluiden bij ademhaling? snel ontstaan? 
C - klam zweten, hartkloppingen, flauwvallen, collapsneiging
D- reactie AVPU – bewustzijn checken
E – omgeving veilig?

Urticaria 
Een niet gevaarlijke vorm van allergie die we vaak zijn in de praktijk :

Wat is de andere naam ? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaders
Aders
Naar het hart toe
Van het hart af
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Spierwand
Kleppen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aders
Slagaders
Haarvaten
Naar het hart toe 
Van het hart af 
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mw de Vries is net gestoken door een wesp. Zij is bekend met een allergische reactie in het verleden. Ze voelt nu eigenlijk ook al dat ze niet lekker is. Ze heeft slikklachten, hartkloppingen en ze is helemaal niet lekker.
A
een U3 Ze heeft een heftige lokale reactie
B
een U2, Ze heeft een zwelling in de mond/keel, vandaar de slikklachten
C
een U1, je stuurt een ambulance, dit kan snel verergeren
D
U4 je geeft haar advies rustig te blijven en nu even wat kouds te drinken.

Slide 22 - Quizvraag

er staat in de casus niets vermeld over blaren - wanneer er blaren zijn groter dan een 2 euro muntstuk dan is het een U3

er is geen afwijkende kleur, het is niet circulair, geen gevaarlijke stof, niet aan handen, voeten, gewricht, gezicht, geslachtsdeel of perineum dus je kunt hier zelfstandig advies geven i.c.m. een duidelijk vangnet

Kleding verwijderen - minstens 10 minuten onder lauw stromend water koelen
meestal treedt genezing binnen een week op
Paracetamol bij pijn


NHG triagewijzer Oogklachten maakt onderscheid tussen wel of niet acuut ontstaan van klachten. Wat zijn acuut ontstane klachten m.b.t. het oog?
A
In de afgelopen dagen ontstaan
B
In het afgelopen etmaal ontstaan
C
Binnen enkele uren ontstaan

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel ingangsklachten zijn er in de Nhg-triagewijzer?
A
55
B
51
C
40
D
60

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke glucosewaarde(s) in de triagewijzer zijn sterk afwijkend en reden tot een U2 ?
A
Glucose onder de 5,6 boven de 7,8
B
Glucose onder de 3,5
C
Glucose boven de 15
D
Glucose onbekend

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In je Triagewijzer onder hoofdpijn zie je bij urgentie U1 staan; petechiën en ernstig zieke indruk. Waar denken we aan?
A
Sepsis
B
Migraine
C
Hersentumor
D
Meningitis

Slide 26 - Quizvraag

Hier vallen ook onder (bij U1):

- Hevige hoofdpijn en meningeale   
   prikkeling
- Ernstig zieke indruk en (vermoedelijk)
   koorts
- Petechiën en ( vermoedelijk) koorts
- Petechiën en hevige hoofdpijn

1) Kleine bloedsomloop =
Hart -                           - hart

2) Grote bloedsomloop =
Hart -                           - hart

hele lichaam
longen

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart is in rust
het hart pompt het bloed uit
systole
diastole
onderdruk
bovendruk

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

ader
slagader
haarvat
bloed stroomt weg van het hart
bloed stroomt naar het hart
bloed stroomt in de organen

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies