SE 5.1 oefeningen
Een toonladder die bestaat uit kleine secundes noemen we een...
A
Mineur toonladder
B
Chromatische toonladder
C
Majeur toonladder
D
Melodische mineur toonladder
1 / 12
Onderdelen in deze les
Een toonladder die bestaat uit kleine secundes noemen we een...
A
Mineur toonladder
B
Chromatische toonladder
C
Majeur toonladder
D
Melodische mineur toonladder
Slide 1 - Quizvraag
Het motief uit een muziekstuk bestaat uit de noten C-E-G
Hoe noemen we dat motief?
Hoe noemen we dat motief?
A
Een sequens
B
Een omkering
C
Een voortspinning
D
Een drieklankmotief
Slide 2 - Quizvraag
De gelijknamige toonsoort van C majeur is...
Slide 3 - Open vraag
Als we het hebben over de melodiecontour bedoelen we...
A
De beweging van de melodie
B
De dynamiek van de melodie
C
De toon omvang
D
De duur van een stuk muziek
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer de noten gebonden worden gespeeld noemen we dit...
A
Staccato
B
Legato
C
Crescendo
D
Presto
Slide 5 - Quizvraag
Welk akkoord zie je hier?
Slide 6 - Open vraag
Welke toonsoort bevindt zich op de 5e toon van de hoofdtoonsoort?
A
De subdominant toonsoort
B
De mineurparallel toonsoort
C
De dominant toonsoort
D
De gelijknamige toonsoort
Slide 7 - Quizvraag
Ritenuto betekent...
A
Versnellen
B
Vertragen
C
Harder worden
D
Zachter worden
Slide 8 - Quizvraag
De mineurparallel van G majeur is...
Slide 9 - Open vraag
In het classicisme wordt er vaak rubato gespeeld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze instrumenten horen bij een strijkkwartet
Cello 1
Cello 2
Cello
Contrabas
Viool
Viool 1
Viool 2
Altviool
Slide 11 - Sleepvraag
A
G majeur
B
e mineur
C
E majeur
D
e mineur
