H3C Jeudi le 17 décembre

L'Imparfait
= verleden tijd in het Frans
~Speel de volgende video af
Hoe ging dat ook alweer om een imparfait te maken?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

L'Imparfait
= verleden tijd in het Frans
~Speel de volgende video af
Hoe ging dat ook alweer om een imparfait te maken?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Welke tijd is de imparfait?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vorm je de imparfait?
A
nous vorm van present -ons
B
hele vorm van werkwoord -er
C
met het hulpwerkwoord avoir
D
met het hulpwerkwoord être

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen uitgang van de imparfait?
A
-ais
B
-aim
C
-ait
D
-aient

Slide 6 - Quizvraag

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais

Slide 7 - Quizvraag

Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai

Slide 8 - Quizvraag

je aimer
(zet in de imparfait)
A
aimerions
B
aimissiez
C
aimais
D
aimait

Slide 9 - Quizvraag

Zet in de imparfait
tu (gagner)
A
tu gagnait
B
tu gagne
C
tu gagniez
D
tu gagnais

Slide 10 - Quizvraag

il voulait
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur (simple)

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de imparfait
elle (grandir)
A
elle grandit
B
elle grandissait
C
elle grandissais
D
elle grandirait

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van de imparfait?
A
Ils partaient
B
Ils partent
C
Ils partient
D
Ils partiaent

Slide 13 - Quizvraag

Welk werkwoord staat in de imparfait?
A
Ils finiront
B
nous allions
C
elle va
D
tu iras

Slide 14 - Quizvraag

vul de imparfait in: Il ______ (travailler)
A
travaillais
B
travaillait
C
travaillerais
D
travaillerait

Slide 15 - Quizvraag

Vul de imparfait in: nous ____ (parler)
A
parlerons
B
parlons
C
parlions
D
parlerions

Slide 16 - Quizvraag

vous parlaient
A
présent
B
passé composé
C
imparfait

Slide 17 - Quizvraag

vous finissez
A
présent
B
passé composé
C
futur
D
imparfait

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van de imparfait?
A
Ogier et Lenny choissisent
B
Ogier et Lenny choisissaient
C
Ogier et Lenny choississaient
D
Ogier et Lenny choissisaient

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de imparfait
ils (faire)
A
ils faisait
B
ils faisais
C
ils faisaient
D
ils fairaient

Slide 20 - Quizvraag

(chanter= zingen,imparfait) Les élèves....... en français.
A
chantions
B
chantaient
C
ont chanté
D
vont chanter

Slide 21 - Quizvraag

Elles (donner, imparfait)
A
donnaient
B
donniez
C
donnions
D
donnait

Slide 22 - Quizvraag

Elles (aller, imparfait)
A
vont
B
allont
C
allaient
D
allez

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn de vaste uitgangen van de Imparfait?

Slide 24 - Woordweb

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
voulais
voulais
voulait
voulions
vouliez
voulaient

Slide 25 - Sleepvraag

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
faisais
faisais
faisait
faisions
faisiez
faisaient

Slide 26 - Sleepvraag

Exercices Bron C Ch 5
Maak nu de oefeningen bij bron C ch 5
M.b.v de lesson-ups lukt dat vast en zeker

Slide 27 - Tekstslide