H3: thema 10

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 3

Thema 10: In conflict

De woorden

1. Continu
   
2. Conflict
   
3. Sorteren
   
4. Verschil
   
5. Beperken

6.  Classificatie

7.  Gericht

8.  Beoordeling

9.  Precies

10. Ontbreken

Wat betekenen de woorden?

Continu

Voortdurend, zonder ophouden, de hele tijd

Conflict

Een botsing van meningen, situatie dat er ruzie is

Sorteren

Bij elkaar leggen wat bij elkaar hoort, ordenen

Verschil

Punt waarop twee mensen of dingen anders zijn

Beperken

De telefoongebruik in de school moet beperkt worden.

Kleiner/minder maken, begrenzen

Classificatie

Indeling, rangschikken, typering

Gericht

Jullie zijn op je gymnasium diploma gericht

Met een bepaald doel, in een bepaalde richting, gemikt

Beoordeling

Een uitspraak over de hoedanigheid van iets of iemand, controle of iemand ergens aan voldoet, evaluatie

Precies

Met aandacht voor details, heel nauwkeurig, correct

Ontbreken

Er niet bij zijn terwijl dat wel verwacht wordt, missen, mankeren

Aan de slag 

De woorden van thema 10:

1. Continu
   
2. Conflict
   
3. Sorteren
   
4. Verschil
   
5. Beperken

6.  Classificatie

7.  Gericht

8.  Beoordeling

9.  Precies

10. Ontbreken