Leiderschapsstijlen en Motivatie

• Retail
• MBO
• Studiejaar 4

Leiderschapsstijlen en Motivatie

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de vier leiderschapsstijlen beschrijven en herkennen. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen mensbeeld X en Y van McGregor uitleggen. Aan het einde van de les kun je de verschillende 'management by'-technieken benoemen en toelichten. Aan het einde van de les kun je uitleggen wat situationeel leidinggeven inhoudt en hoe dit zich verhoudt tot taakvolwassenheid van medewerkers. Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten motivatie onderscheiden en voorbeelden geven van hoe een manager deze kan beïnvloeden. Aan het einde van de les kun je de hiërarchie van behoeften van Maslow beschrijven en de link met Herzbergs hygiëne- en motivatiefactoren leggen.

Wat weet je al over leiderschapsstijlen en motivatie?

De vier leiderschapsstijlen

Directieve, consultatieve, democratische, laisser-faire

Mensbeelden volgens McGregor

Mensbeeld X, mensbeeld Y

'Management by'-technieken

Direction and control, objectives, exception, walking around

Situationeel leidinggeven en de vier stijlen

Delegerend, ondersteunend, coachend, leidend

Motivatie

Extrinsieke en intrinsieke motivatie, manieren om motivatie te bevorderen

Behoeftenhiërarchie van Maslow en Herzbergs hygiëne- en motivatiefactoren

Piramide van behoeften, hygiënefactoren, motivatiefactoren

Definitielijst

Directieve leiderschapsstijl, consultatieve leiderschapsstijl, democratische leiderschapsstijl, laisser-faire leiderschapsstijl, mensbeeld X, mensbeeld Y, management by objectives, management by exception, management by walking around, extrinsieke motivatie, intrinsieke motivatie, taakverruiming, taakverrijking, taakroulatie, Maslow's behoeftenhiërarchie, hygiënefactoren, motivatiefactoren

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.