Laagland cursus 11 les 6

Laagland cursus 11
negentiende eeuw, les 6
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Laagland cursus 11
negentiende eeuw, les 6

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • antwoorden controlevragen
  • huiswerk bespreken
  • Beweging van Tachtig
  • aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden controlevragen 
39. Wat is het tijdschrift van de Tachtigers? De Nieuwe Gids
40. Wat was het doel van de Tachtigers? literatuur bevrijden van religieuze, morele en didactische doeleinden
41. Wie zijn de bekendste Tachtigers? Kloos, Van Deyssel, Gorter, Van Eeden
42. Wat was het hoofdprincipe van de Tachtigers? l’art pour l’art: kunst om de kunst

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden controlevragen 
43. Hoe kun je de poëzie van de Tachtigers typeren? stemmingskunst: weergave van stemming of emotie
44. Welke werken behoren tot de belangrijkste van de Tachtigers? De kleine Johannes, sonnetten van Kloos
45. Wat is het bekendste gedicht van Herman Gorter? Mei
46. Wat zijn sensaties? zintuiglijke waarneming die gepaard gaat met intense en overweldigende emotie

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk: opdracht 5
a “Het grote monster” is de grote stad.
b Pluizer noemt de bleke en vuile arbeiders “raderen”. In zijn visie zijn ze een „machineonderdeel‟ van de industrie.
c Kenmerkend voor de moderniteit is de industrialisatie, de grote stad, de anonieme massa en de verpaupering. Pluizer laat Johannes deze kant van de moderniteit ontdekken.
d Pluizer typeert ze als “raderen” en als “dom, onverschillig vee”. Wat vind jij van Pluizers visie. Eens/oneens? Waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Pluizer typeert ze als “raderen” en als “dom, onverschillig vee”. Wat vind jij van Pluizers visie. Eens/oneens? Waarom?

Slide 6 - Open vraag

huiswerk opdracht 5
e Positivisten benadrukken het belang van datgene wat feitelijk waarneembaar is of door
experimenten te bewijzen. Vanuit die opvatting wijst Pluizer de fantasiewereld van Windekind af als hersenschimmen en dromerijen. Pluizers beschrijving van het heelal is die van een positivistische wetenschapper: sterren zijn geen lichtjes zoals de lantaarns.
f Pluizer trekt het bestaan van God in twijfel: “Er zijn alleen mensen, en ik-zelf. Dacht je dat een God of iets van dien aard er vermaak in zou hebben, zo‟n rommel te regeren als het hier is op aarde? En zo‟n groot licht zou er niet zovelen hier in ‟t donker laten.” (r. 77-80) 

Slide 7 - Tekstslide

huiswerk: opdracht 5
g De autonomieopvatting houdt in dat een literaire tekst geen belerende of opvoedkundige 
bedoeling heeft. Een tekst moet niet tot een moraal of aanleiding gereduceerd worden. Is De
kleine Johannes een belerende of opvoedkundige tekst? Wat is de (eventuele) les of moraal
dan? Geef met argumenten aan of De kleine Johannes wel/niet typerend is voor de
autonomiegedachte.

Slide 8 - Tekstslide

Geef met argumenten aan of De kleine Johannes wel/niet typerend is voor de autonomiegedachte.

Slide 9 - Open vraag

de Tachtigers

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat kun je uit dit filmpje afleiden over de ideeën van de Tachtigers?

Slide 13 - Open vraag

Een groot conflict tussen de domineedichters en de Tachtigers. De dominees brachten een hogere boodschap en de Tachtigers vonden dat poëzie geen boodschap moest hebben, maar over emoties moest gaan.

Slide 14 - Tekstslide

De stijl waarin de Tachtigers schreven, noemen we impressionistisch, dezelfde term voor de stijl van schilderen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Tachtigers
  • Start moderne literatuur
  • Afzetten tegen brave Hollandse dichters
  • Stijl en vorm aanpassen aan inhoud
  • 'Allerindividueelste expressie van allerindividueelste emotie'
  • Geen boodschap: l'art pour l'art

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken
  • Sonnet of vrije vormen
  • Originele beeldspraak, geen clichés 
  • Impressionisme: zintuiglijke indrukken om stemming weer te geven met: 
  1. neologismen (nieuwe woorden)
  2. synesthesie (vermengen zintuigen)
  3. alliteraties
  4. enjambementen

Slide 18 - Tekstslide

ONZE OUDSTE.
Marten is ons oudste kind:
Wat zal van Marten groeien?
Een man van geld of van bewind
Veel koeien en veel moeien?
Een man van tabberd, zwaard, of pen?
Een man, gelijk ik zelver ben?
Een rijmelaar of preeker?
’t Is alles gansch onzeker.
Maar schoon dit onzeker zij
En lang onzeker blijve:
Dit, oudste Jongen! hopen wij
Dat vast sta en beklijve:
Dat ge edel, eerlijk, vroed en vroom
Een Man wordt, zonder blaam of schroom,
In woord en daad waarachtig,
En aan zijn God gedachtig.

domineedichters
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.
-- En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb're leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.




Tachtigers

Slide 19 - Tekstslide

6. Wat was het doel van de Tachtigers
A
Vernieuwing van de literatuur
B
Zoveel mogelijk literatuur maken
C
Literatuur beter laten aansluiten bij andere kunst
D
Hun politieke mening laten horen

Slide 20 - Quizvraag

Het tijdschrift dat de Tachtigers oprichtten in 1885 heette:
A
Barbarber
B
De gids
C
De nieuwe gids
D
De Revisor

Slide 21 - Quizvraag

8. Met welke stroming uit de kunst kun je de poëzie van de Tachtigers vergelijken?
A
De romantiek
B
Het realisme
C
Het impressionisme
D
Het expressionisme

Slide 22 - Quizvraag

Met welke regel kunnen de Tachtigers zich het meest identificeren?
A
Een nieuwe lente, een nieuw geluid
B
De klanken schudden in de lucht zo rijp
C
Hij dwaald' over den bruggen, op den wal
D
Van eigen blijheid om de avondrust

Slide 23 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de Tachtigers?
A
l'art pour l'art
B
Kunst is een persoonlijke uiting
C
vorm en inhoud zijn één
D
Kunst is de allerindividueelste expressie van de aller individueelste emotie

Slide 24 - Quizvraag

Herman Gorter (1864-1927)
  • Tachtiger
  • Debuteerde in 1889 met Mei, een gedicht (4000 regels)
  • "Een nieuwe lente en een nieuw geluid."
  • sensaties : zintuiglijke waarnemingen en daarmee gepaard gaande emoties worden als zeer intens en overweldigend ervaren
  • Liet de lyrische poëzie achter zich en werd socialist

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

Aan de slag
Laagland cursus 11

Huiswerk: Maak de controlevragen 47 t/m vraag 50 en maak opdracht 6

Slide 27 - Tekstslide