TBI creëren Taal Les 2

TBI thema creëren - taal les 2
"Ik weet  hoe een dagboek eruit ziet en hoe ik zelf een dagboek moet schrijven."
"Ik weet wat voornaamwoorden zijn en hoe ik deze in een dagboek moet gebruiken."
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TBI thema creëren - taal les 2
"Ik weet  hoe een dagboek eruit ziet en hoe ik zelf een dagboek moet schrijven."
"Ik weet wat voornaamwoorden zijn en hoe ik deze in een dagboek moet gebruiken."

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak aantekeningen
TBI schrift + pen
vul in: 
- Datum
- Vak / onderwerp
- Kort en bondig informatie opschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: Noteer alle bijvoeglijk en zelfstandig naamwoorden die je hoort.

Slide 3 - Open vraag

Stuk voorlezen uit een dagboek.
Wat is een dagboek?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dagboek?
Een dagboek is een schrift waarin je elke dag opschrijft wat je beleefd hebt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een dagboek?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aanhef
Datum en plaats
Gisteren
Tijds
aanduiding
Voornaamwoorden
Ik
Chronologisch
emoties uitleggen
schrijf voor jezelf

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een dagboek:
- Aanhef: Lief dagboek, Lieve Kitty,
- Datum en plaats: Rechtsbovenin
- Tijdsaanduidingen
- Voornaamwoorden
- Chronologische volgorde
- emoties uitleggen
- schrijver schrijft voor zichzelf

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronologische volgorde:
Als een tekst in chronologische volgorde wordt verteld, wordt de tekst in de goed volgorde van tijd verteld. Er zijn geen terugblikken. De gebeurtenissen in een tekst zijn in dezelfde volgorde beschreven als waarin ze voorkomen of zijn voorgekomen. 


Op maandag ben ik gaan paardrijden. Morgen ga ik fietsend naar school. Woensdag hebben we studiedag. Over 2 nachten ben ik jarig. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn tijdsaanduidingen?
Een vermelding van het tijdstip waarop iets zal plaatsvinden, of wanneer iets heeft plaatsgevonden.




1. Morgen ga ik met mijn beste vriend naar de bioscoop.
2. Op maandag eten wij altijd bij opa en oma.
3. Omdat ik vorige week die moeilijke toets niet heb gehaald, moet ik hem morgenmiddag inhalen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met een tijdsaanduiding waar ook een bijvoeglijk naamwoord in staat.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voornaamwoorden:
Een voornaamwoord is een woord dat naar iets of iemand verwijst, bijvoorbeeld  dat of zij. 


- bezittelijk voornaamwoord: mijn en onze
Dat is mijn tas. Onze tafel staat in het midden.

- persoonlijk voornaamwoord: ik en wij
Ik ben vandaag gaan sporten. Wij lopen naar school.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met een voornaamwoord, een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Luister nog een keer naar een stuk uit een dagboek en noteer:

- bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord
- voornaamwoorden
- tijdsaanduidingen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik gehoord?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een dagboek?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aanhef
Datum en plaats
Gisteren
Tijds
aanduiding
Voornaamwoorden
Ik
Chronologisch
emoties uitleggen
schrijf voor jezelf

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist van een dagboek:
- aanhef, datum en plaats
- schrijf het voor jezelf
- tijdsaanduidingen gebruiken
- voornaamwoorden gebruiken
- schrijf in chronologische volgorde
- emoties uitleggen
- schrijf voor jezelf 
Volgende les ga je met jouw personage een dagboek schrijven. Denk alvast na over een probleem van jouw personage.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies