2Hc woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2Hc

- 10 minuten lezen in leesboek
- herhalen theorie woordsoorten

- maken opdrachten woordsoorten

Noteer waar de volgende afkortingen voor staan: blw, olw, zn, bn, stof. bn, vz, pers. vnw, vr. vnw, aanw. vnw, zww en hww.

Verschil tussen zww en hww

zww = belangrijkste werkwoord van de zin. Dit werkwoord kan alleen in de zin voorkomen.

hww = Dit werkwoord kan nooit alleen in de zin voorkomen en heeft altijd een zww bij zich. 

Wat is het woord dat tussen haakjes staat in de volgende zin?
(Het) regent al dagen in Boxmeer.

1. blw
2. olw
3. geen van beiden

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Ik heb een proefwerk Nederlands (gemaakt).

1. zww
2. hww
3. bn
4. vz

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Heb jij (die) nieuwe smaak cola al geprobeerd?

1. vr. vnw.
2. pers.vnw.
3. blw
4. aanw. vnw.

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Ik heb nog niets (van) mijn moeder gehoord.

1. vz
2. pers.vnw.
3. blw
4. bn

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Heb jij dat (fantastische) nieuws ook al gehoord?

1. vz
2. pers.vnw.
3. blw
4. bn

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Het zou mooi zijn als er overal ter wereld (vrede) zou zijn.

1. bn
2. zn
3. vr.vnw.
4. olw

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Dat heeft (hij) nog niet aan mij verteld.

1. bn
2. zn
3. vr.vnw.
4. pers. vnw.

Wat is het woord dat tussen haakjes staat?
Ik heb de kamer nog niet (kunnen) behangen.

1. hww
2. zww
3. zn
4. blw

Ga nu aan de slag met de eerste twee opdrachten van het boekje dat je in Magister bij het huiswerk van vandaag kunt vinden.

Dit is ook huiswerk voor de volgende les.