aardbeientaartje met mascarpone

• horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

gele snijplank

blauwe snijplank

groene snijplank

rode snijplank

bruine snijplank

witte snijplank

welk moeilijk woord heb je gevonden?

zoek op internet op wat het betekend.
Schrijf dat hieronder op.

voorbereiding

Je gaat met de volgende 3 slides, de spullen verzamelen.

Daarna maak je de keuken hygiënisch schoon.

Stap 1

• Verzamel je materialen.
  
• Weeg je ingrediënten af.
  

Stap 2

Verwarm de oven op 200 graden.

Stap 3

Vul je steelpan halfvol met warm water. Breng deze aan de kook.

uitvoeren

Je gaat starten met het koken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat.

Stap 1

Laat het bladerdeeg ontdooien.
 Snij 1 cm van de rand af. 

Stap 2

Leg de randen op de nieuwe plak.

Stap 3

Prik met een vork gaatjes in de bodem.

Stap 4

Scheid je eigeel en eiwit. Gebruik de soepkommen.

Wat is een ei scheiden?

Stap 5

Meng 1 theelepel melk met het eigeel.

Stap 6

Smeer het eimengsel op het bladerdeeg.

Doe het in de oven voor 20 min. 

Stap 7

Verzamel in een bekken:

• 3 eetlepels mascarpone
  
• sap 1/2 limoen
  
• geraspte schil 1/2 limoen
  
• 2 eetlepels suiker
  

Welk deel rasp je van de limoen af?

Stap 8

Roer dit glad(geen klontjes).

Stap 9

Smelt de chocola au bain-marie.

 (op een pan kokend water)

Stap 10

Smeer de chocola in de bakjes. (gebruik een schone invetkwast)

Stap 11

Laat de chocola 5 minuten hard worden in vriezer.

Stap 12

Vul de taartjes met het mascarpone mengsel.

Stap 13

Snij de aardbei in plakjes

 en leg ze op de vulling.

Wat doe je als je iets vult?

In de vulling zitten 2 eetlepels suiker, hoe meten we die af?

Au bain marie smelten,
hoe doe je dat?

afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

Je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal.

stap 2

Maak je werkblad schoon.

stap 3

Maak het fornuis schoon.

stap 4

Veeg en/of dweil de vloer. 

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, 

• wat ging super? 
• zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides.

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat zou jij nog willen leren in de lessen van horeca?

Super, je bent bij het einde, tot volgende week!