P4 Les 1 Hart- en vaatstelsel, hartaandoeningen

Hart en vaatstelsel en diverse hartaandoeningen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hart en vaatstelsel en diverse hartaandoeningen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen uit de reader
1. Bedenk 5 risico's om hart en vaatziekten te krijgen
2. Wat is atheriosclerose
3. Hoe wordt dit ook wel genoemd?
4. Waarom is dit gevaarlijk?
4. Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
5. Welke verschijnselen heeft iemand dan?
6. Wat wordt er gedaan bij een vernauwde slagader?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen uit de reader
8. Wat is een hoge bloeddruk?
9. Wat kunnen oorzaken zijn voor een hoge bloeddruk? 
Noem er 6.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart- en vaatstelsel
Het hart zorgt er samen met de bloedvaten voor dat het bloed in ons lichaam kan worden getransporteerd. 
In dit bloed zitten o.a. voedingsstoffen en zuurstof die ons lichaam nodig heeft. 

Daarnaast zijn er in ons lichaam ook afvalstoffen en koolstofdioxide die ons lichaam niet (meer) nodig heeft. Dit kan met het bloed worden afgevoerd.

Via onze urine, ontlasting en ademhaling verlaten deze stoffen dan weer ons lichaam.

Slide 4 - Tekstslide

Als ons lichaam zwaarder wordt belast, zullen benodigde stoffen meer nodig zijn en zullen er meer afvalstoffen worden geproduceerd.
Om hiervoor te zorgen, zullen de bloedvaten wijder open gaan staan en zal het hart sneller gaan kloppen om meer bloed te laten circuleren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het bloed omhoog van je tenen naar je hart?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hartcyclus
1. Hart gaat in rust
2. Boezems trekken samen
3. kamers trekken samem
4. Hart gaat in rust

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
 De bloeddruk is de druk in je bloedvaten. Die druk is nodig om bloed rond te pompen, zodat al je organen en spieren genoeg zuurstof krijgen. De bloeddruk kan hoger zijn dan nodig is.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
Hoge bloeddruk= hypertensie
Lage bloeddruk= hypotensie
Symptomen hoge bloeddruk: hoofdpijn, vermoeidheid, misselijkheid, braken, kortademigheid, rusteloosheid, wazig zien

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hart en vaatstelsel
In Nederland zijn er  1,5 miljoen mensen met een chronische hart- of vaatziekte.
Elke dag:
  • sterven 103 mensen aan een hart- of vaatziekte: meer vrouwen dan mannen
  • komen zo'n 700 mensen in het ziekenhuis                                                  vanwege een hart- of vaatziekte.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hartaandoeningen
hartfalen (decompensatio cordis)
slagaderverkalking
hartinfarct
angina pectoris/ hartkramp
ritmestoornis

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartfalen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slagaderverkalking
  • Natuurlijk verouderingsproces
  • Vorming van 'plaques' in de slagaders

Slide 15 - Tekstslide

Arteriosclerose – het proces van verlies van elasticiteit van de slagaderen, door veroudering. De vaten worden stugger en nauwer.
Atherosclerose – het proces waarbij de binnenkant van de slagader beschadigd is. Er ontstaat verkalking, vetdeposities en vernauwing.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we hier?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cholesterol?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol
  • Gaat vastzitten in de binnenwand bloedvaten
  • Plakken aan beschadigingen
  • Beschadigingen ontstaan                                                                door bijv. roken, verhoogde                                                  bloeddruk, ouderdom
  • Bloedvaten slibben dicht

Slide 19 - Tekstslide

De verhouding tussen LDL en HDL noemen we de cholesterolratio. Een ‘scheve’ verhouding met te veel LDL vormt een belangrijk risico voor hart- en vaatziekten. De cholesterolratio wordt berekend door het totaal cholesterolgehalte (LDL + HDL) te delen door het HDL. De ratio hoort kleiner dan 5 te zijn
Hartinfarct (hartaanval)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartinfarct

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Aderverkalking. Risicofactoren:
  • Roken                                        
  • Stress
  • Overgewicht
  • Hoge bloeddruk
  • Hoog cholesterol
  • Suikerziekte

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen
Iemand kan bleek zijn
Zweten
Angstig zijn
Benauwd zijn

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angina Pectoris
Angina pectoris: pijn op de borst
  • Vernauwing van kransslagaders (door aderverkalking)
  • Hartspier krijgt onvoldoende zuurstof bij inspanning

Verschijnselen
  • Klemmende/drukkende pijn op de borst
  • Bij inspanning/emoties/kou/eten
  • Zakt in rust of na medicijnen


Slide 24 - Tekstslide

Typisch voor angina pectoris is een beklemmende of drukkende pijn op de borst. De pijn kan een benauwd gevoel geven, alsof er een knellende band om de borst zit.
De pijn straalt soms uit naar armen, hals, kaak, rug of maagstreek en kan samengaan met zweten of misselijkheid. Een aanval trekt meestal weg in rust of na het innemen van speciale medicijnen (tabletje of spray onder de tong).
Behandeling
leefstijl advies:
  • Stoppen met roken
  • Meer bewegen/sporten
  • Afvallen tot een normaal BMI
  • Minder zout en verzadigde vetten
  • Maximaal 1 glas alcohol per dag

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling 
Medicamenteuze bandeling tijdens aanval Angina Pectoris:
  • Tabletje
  • Spray onder de tong

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartritmestoornis
Een hartritmestoornis is een afwijking in het ritme van de hartslag. De hartslag kan te snel, te langzaam of onregelmatig zijn. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1. Er zijn 3 plaatsen waar de hartslag gemeten kan worden. Welke zijn dat?
2. Hoe lang moet je de hartslag tellen?
3. Wat kun je voelen aan de polsslag?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
4. Neem de hartslag op bij jezelf:
- In rust
- Na 10 kniebuigingen
- Na 20 kniebuigingen
- Na 30 kniebuigingen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maken opdracht  71

HUISWERK:
Opdracht 72 reader
Blauwe boek lezen hoofdstuk 15 en 17.5

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies