3.2: Amsterdam stapelmarkt van de wereld VOLLEDIG

3.2 Amsterdam als stapelmarkt van de wereld
Amsterdam groeit uit tot het handelsknooppunt van Europa. Er is handel met de Oostzee en via de WIC en VOC met Amerika en Azië. Amsterdam groeit als stad, mede dankzij immigranten.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Amsterdam als stapelmarkt van de wereld
Amsterdam groeit uit tot het handelsknooppunt van Europa. Er is handel met de Oostzee en via de WIC en VOC met Amerika en Azië. Amsterdam groeit als stad, mede dankzij immigranten.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2
2A: Je kan uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van de wereld werd.
2B: Je kan uitleggen welke gevolgen de Amsterdamse stapelmarkt had voor de Nederlandse landbouw en huisnijverheid.
2C: Je kan uitleggen welke immigranten naar Amsterdam kwamen en waarom.
2D: Je kan verschillende soorten veranderingen benoemen en herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Amsterdam rond het jaar 1538

Amsterdam rond het jaar 1662

Slide 3 - Tekstslide

Amsterdam wordt een zeehaven (2A)
  • Vissersplaatsje aan de Amstel
  • Eerst onbereikbaar 
  • Verandering ‘het Almere’ in de Zuiderzee
  • Groei tot grootste Europese handelsstad
  • Strategische ligging!


Slide 4 - Tekstslide

Stadsuitbreiding (2A)
  • Economische groei = stadsuitbreiding
  • Grachten met koopmanshuizen, kantoren, opslaghuizen.
  • Jordaan: ‘gewone mensen’.
  • Scheiding tussen rijken en armen.
  • Ontstaan Beurs: Handel in goederen (en aandelen!) tussen kooplui

Slide 5 - Tekstslide

Toenemende verstedelijking en graan (2A)
  • Verhuizing naar stad
  • Onvoldoende landbouwproductie 
  • Boeren specialiseren in producten die meer opleveren
  • Import Graan uit Oostzee
  • Graanpakhuizen in Amsterdam
  • Bij tekort maakte Amsterdamse kooplui veel winst!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Europese handelsnetwerken (2A)
  • IJzer, Hout en graan uit Scandinavië
  • Wijn en wol richting het noorden
  • Oostzeehandel = moeder van alle handel (Moedernegotie)
  • Allerbelangrijkste handel!
  • Specerijen, zijde en thee uit Azië
  • Tijdelijke opslag in Amsterdam.
  • Daarom stapelmarkt van Europa.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Informatie-stapelmarkt (2A)
  • Informatie over handel en scheepvaart
  • Zeekaarten en reisverslagen
  • Nieuws over oorlogen, kapers, schipbreuken, misoogsten etc.
  • Kenniscentrum van handel en scheepvaart

Slide 10 - Tekstslide

Handelskapitalisme (2A)
  • Antwerpen: belangrijkste handelsstad in de 16e eeuw
  • Wol importeren, verwerken, met winst doorverkopen
  • Handelskapitalisme
  • Afsluiten Schelde door Republiek: Zwaartepunt verschuift naar Amsterdam

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Commerciële nijverheid (2B)
  • Specialisatie steden (in verwerken van grondstoffen)
  • Leiden en Haarlem: Productie textiel
  • Delft: Tegels en servies (Delfts blauw)
  • Zaanstreek: Scheepswerven
  • Fluitschip: Brede buik, smal dek dus weinig belasting

Slide 13 - Tekstslide

Commerciële landbouw (2B)
  • Platteland: Veeteelt, hennep en vlas voor zeilen en touwen, turf.
  • Marktgerichte agrarische bedrijvigheid is commerciële landbouw

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe landbouwgrond (2B)
  • Groeiende vraag naar grond
  • Windmolens om land droog te leggen
  • Duur, maar op nieuwe landbouwgrond kon winst gemaakt worden!

Slide 15 - Tekstslide

Binnenlands verkeer (2B)
  • ‘Dienstregeling’ met beurtschippers en trekvaarten
  • Koetsen van post naar post
  • Republiek met elkaar verbonden, mensen en vracht konden snel vervoerd worden!

Slide 16 - Tekstslide

Vluchtelingen en Immigranten (2C)
  • Protestanten / Joden vanuit Antwerpen
  • Angst voor vervolging, viel niets meer te verdienen in Antwerpen!
  • Spaanse joden =  Sefardische joden
  • Groei bevolking door vluchtelingen en economische voorspoed

Slide 17 - Tekstslide