18. Thema 3, week 1 Les 1a familie en vrienden

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

lesdoel

Ik leer twaalf woorden over familie en vrienden.

Over de woorden kan ik vragen beantwoorden.

Onderstreep woorden die met vrienden en familie te maken hebben!

begraven

iemand die gestorven is onder de aarde leggen

ik begraaf

Hij begraaft

Wij begraven

Ik begroef

Hij begroef

Wij begroeven

Ik heb mijn oma begraven

De begrafenis

cremeren

iemand verbranden die gestorven is

ik cremeer

Hij cremeert

Wij cremeren

Ik cremeerde

Hij cremeerde

Wij cremeerden

Ik heb mijn oma gecremeerd.

De crematie

de crematie

   het verbranden van iemand die gestorven is

Als ik overlijd wil ik niet begraven worden maar gecremeerd. Dat krijg ik een crematie.

de uitvaart

de begrafenis of crematie

De uitvaart van mijn moeder was heel erg mooi en liefdevol.

de rouwstoet

rij personen of auto´s die de gestorvene begeleiden naar de begrafenis of crematie

Wij liepen achter de kist van mijn moeder aan toen ze werd gecremeerd. Dat was een rouwstoet.

ter nagedachtenis

als een herinnering aan iemand die gestorven is

Ter nagedachtenis aan een dierbare maken mensen vaak een herdenkingshoekje in hun woonkamer.

de ceremonie

een officiële bijeenkomst bij een bijzondere gebeurtenis

Bij een begrafenis hoort een ceremonie, maar ook de Dodenherdenking op de Dam is een ceremonie.

condoleren

zeggen dat je meeleeft met iemand die een vriend of familielid is verloren

ik condoleer

Hij condoleert

Wij condoleren

Ik condoleerde

Hij condoleerde

Wij condoleerden

Ik heb mijn vriendin gecondoleerd met het verlies van haar moeder.

gedenken

     aan iemand of iets denken om de persoon of gebeurtenis niet te vergeten

ik gedenk

Hij gedenkt

Wij gedenken

Ik gedacht

Hij gedacht

Wij gedachten

Ik heb mijn moeder gedacht..

Elk jaar gedenk ik mijn moeder.

Dan steek ik een kaarsje voor haar aan.

de herdenking

een bijeenkomst waarbij je iets of iemand weer in je gedachten roept

Elk jaar, op 4 mei, is er een herdenking op de Dam. Wij herdenken dan alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

de weduwe

een vrouw van wie de echtgenoot of echtgenote is overleden

Toen mijn vader overleed werd mijn moeder een weduwe.

de weduwnaar

     een man van wie de echtgenoot of echtgenote is overleden

Toen mijn vader overleed werd mijn moeder een weduwe.

lesdoel

 Thema 3, week 1
Les 1a

OPGAVE 1 E

leerkracht.snappet.org