WAW periode 3 -Hoofdstuk 4 Observeren deel 1A

Start periode 3
- Hoofdstuk 4 Observeren
- Hoofdstuk 5 Hechting
- Hoofdstuk 6 Socialisatie
- Hoofdstuk 11 Kinderziekte en EHBO
- Hoofdstuk 12 Gedragsproblemen en gedragsstoornissen
- Hoofdstuk 13 Kindermishandeling
Opdracht : Maak een mindmap: zet bij ieder onderwerp een paar steekwoorden waarover het zou kunnen gaan en maak een top 3 met de voor jou meest interessante onderwerpen

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Start periode 3
- Hoofdstuk 4 Observeren
- Hoofdstuk 5 Hechting
- Hoofdstuk 6 Socialisatie
- Hoofdstuk 11 Kinderziekte en EHBO
- Hoofdstuk 12 Gedragsproblemen en gedragsstoornissen
- Hoofdstuk 13 Kindermishandeling
Opdracht : Maak een mindmap: zet bij ieder onderwerp een paar steekwoorden waarover het zou kunnen gaan en maak een top 3 met de voor jou meest interessante onderwerpen

Slide 1 - Tekstslide

eindopdracht
Waar werken we naar toe:
Toets met kennisvragen en toepassingsvragen van bovenstaande hoofdstukken.

Slide 2 - Tekstslide

WAW week 1A Observeren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Observeren Hoofdstuk 4
Doelen les 1:

• Je weet aan het einde van de les het verschil tussen waarnemen en observeren en kan dit toepassen in de praktijk
• Je weet aan het einde van de les het verschil tussen objectief en subjectief waarnemen in kan dit toepassen in de praktijk

Slide 5 - Tekstslide

Doel 1: Ik ken het verschil tussen waarnemen en observeren
Opdracht: 
neem waar wat je ziet...

Slide 6 - Tekstslide

Waarnemen en observeren
De reactie op een bepaalde prikkel is afhankelijk van:
 Jouw zintuigen: zintuigen die alle prikkels doorzenden naar de hersenen
 Jouw ervaring: Wat je vaak hoort, proeft etc. neem je minder waar
 De aard van de prikkel: sterke prikkels neem je meer en eerder waar
 Jouw psychische toestand: alert of vermoeid zijn heeft invloed op het opnemen en doordringen van prikkels

Slide 7 - Tekstslide

Waarnemen 
Waarnemen is iets wat onbewust en automatische de gehele dag gebeurd.

De hele dag komen er prikkels binnen die worden doorgezonden naar je hersenen.
Al die prikkels samen is je waarneming.



Slide 8 - Tekstslide

Observeren
Bewust waarnemen:
het geven van betekenis aan de waargenomen prikkels. Je gaat gericht waarnemen.
Doelgericht waarnemen:
met een doel en met een vraag. gegevens verzamelen  om antwoord te krijgen op een vraag..
Systematisch waarnemen:
volgens een plan: waar ga je naar kijken, wat is het doel, hoe lang, welke situatie....

Slide 9 - Tekstslide

opdracht: schrijf op wat je ziet

Slide 10 - Tekstslide

Nogmaals dezelfde opdracht, maar nu gaan we niet waarnemen maar observeren.
Dus bewust, doelgericht en systematisch waarnemen.
Kijkvragen:
• Hoeveel keer kijkt het meisje in het filmpje op?
• Hoeveel keer stopt het meisje in het filmpje haar pen in haar mond?
• Hoeveel keer draait het meisje in het filmpje zich om op haar stoel?

Slide 11 - Tekstslide

Doel 2: Ik ken het verschil tussen objectief en subjectief waarnemen

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht:
Bekijk de afbeeldingen ‘Gezichtsbedrog’. En beantwoord de onderstaande vragen.
Opdracht 4.06 (blz.92)
 
a. Beschrijf objectief wat je bij elke afbeelding ziet.
       b. Bespreek jouw antwoorden met een medestudent.
                                             c. Geef aan of het mogelijk is de afbeeldingen objectief te beschrijven. Licht je antwoord toe.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht(voorbereiding observatieplan)
* Ga bedenken welke leerling je zou willen gaan observeren. 
*Waarom zou je voor deze leerling kiezen? Wat is het doel van je observatie
*Systematisch waarnemen: 
Welk plan maak je: wat ga je observeren, hoe ga je observeren, hoe lang, hoe vaak en in welke situatie ga je observeren.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 4.07 (blz. 93)
Bekijk de afbeeldingen ‘Gezichtsbedrog’ nogmaals. En beantwoord de onderstaande vragen.

a. Beschrijf subjectief wat je bij elke afbeelding ziet.
   b. Bespreek jouw antwoorden met een medestudent.
                                             c. Geef aan welke factoren een belangrijke invloed hebben op wat jij in de afbeeldingen ziet. 

Slide 16 - Tekstslide

Slot:
Wat heb je geleerd vandaag?
Was er genoeg afwisseling tussen theorie en actieve activiteiten?
Zijn er dingen die je graag anders zou zien?


Slide 17 - Tekstslide