Th 2 BS 3 Menstruatiecyclus

2.3 Veranderingen in de puberteit
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecondary Education

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

2.3 Veranderingen in de puberteit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  •  Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

 
  • Je kunt de processen van de menstruatiecyclus in de tijd beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

In twee- of drietallen:
Welke veranderingen vinden er plaats in de puberteit?

Slide 3 - Open vraag

Primaire en secundaire 
geslachtskenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Hormonen

  • Hormoonklieren = produceert hormonen.

  • Hypofyse, eierstokken & teelballen

Hormonen = stoffen die de werking van organen regelen.
Geslachtshormonen = Testosteron, Oestrogeen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Menstruatie

Slide 7 - Tekstslide

Menstruatiecyclus 
  • Menstruatiecyclus               Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Eisprong
  • Eierstok -> per maand 1 rijpende follikel
  • Eicel wordt 'klaargemaakt' voor eisprong
  • Na eisprong via trechter in eileider

Slide 10 - Tekstslide

Menstruatie 
  • gele lichaam maakt hormonen aan om dikke laag in stand te houden.
  • bij onbevruchte eicel sterft gele lichaam af, dus slijmvlies wordt niet langer in stand gehouden. 
  • slijmvlies verlaat het lichaam via vagina (menstruatie)
  • buikkrampen ontstaan door samentrekken van de spierlaag. 

Slide 11 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 12 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Ongesteldheid

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens de menstruatie bij de vrouw wordt ...

A
de onbevruchte eicel uit de eileider verwijderd
B
telkens één eicel uit één van de eierstokken verwijderd
C
de bevruchte eicel uit de baarmoeder verwijderd
D
een deel van het baarmoederslijmvlies uit de baarmoeder verwijderd

Slide 16 - Quizvraag

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel 

Slide 18 - Sleepvraag

Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
Secundaire geslachtskenmerken
jongen
Secundaire geslachtskenmerken
beiden
Secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
schaamhaar
gezichtsbeharing
volgroeien schaamlippen

Slide 19 - Sleepvraag

Hoelang duurt de menstruatiecyclus?
A
7 dagen
B
12 dagen
C
6 dagen
D
28 dagen

Slide 20 - Quizvraag

In de menstruatiecyclus is dag 1
A
De eisprong
B
Het begin van de menstruatie
C
Het eind van de menstruatie

Slide 21 - Quizvraag

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 22 - Quizvraag

In de puberteit verander je,
dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School
D
de primaire geslachtskenmerken

Slide 23 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
De Borsten
De Penis
De Vagina
Schaamhaar
Groeispurt
Borsthaar
Brede heupen
Schaamlippen
De Balzak
Baard in de keel

Slide 24 - Sleepvraag

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 25 - Quizvraag

Sleep de beschrijving naar het juiste begrip
Ovulatie
Innesteling
Bevruchting
Menstruatie
Het afstoten van een dee van het baarmoederslijmvlies
Het samensmelten van de zaadcelkern en de eicelkern
Het overspringen van de rijpe eicel naar de eileider
Ee klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder

Slide 26 - Sleepvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus?
A
28
B
30
C
26
D
4

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Progesteron
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Oestrogeen

Slide 28 - Quizvraag

In welk orgaan ontstaan eicellen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Follikel

Slide 29 - Quizvraag

wat is de eisprong
A
het bevruchten van de eicel
B
het ontstaan van de eicel
C
Het vrijkomen van de eicel
D
het afsterven van de eicel

Slide 30 - Quizvraag

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 32 - Quizvraag

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 33 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 34 - Quizvraag

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel die de eicel bevrucht

Slide 35 - Quizvraag

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 36 - Quizvraag

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 37 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 38 - Quizvraag


In welke periode vindt menstruatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 39 - Quizvraag

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 40 - Quizvraag

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 41 - Quizvraag

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 42 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerken
ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quizvraag

De penis en de balzak zijn...
A
Primaire geslachtslenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 44 - Quizvraag


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 45 - Quizvraag

Examenvragen

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video