6.2 Practicum bloemen 5-6-2023

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Uitleg voortplanting bloemen
  2. Uitleg bloemenpracticum
  3. Pauze
  4.  Bloemenpracticum
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Uitleg voortplanting bloemen
  2. Uitleg bloemenpracticum
  3. Pauze
  4.  Bloemenpracticum

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren vandaag?
  • Waarom een plant bloemen heeft.
  • Hoe voortplanting bij planten gaat.
  • Waarom vruchten zaden hebben.
  • Hoe planten hun zaden verspreiden

Slide 2 - Tekstslide

Bloemen
Net als mensen hebben planten voortplantingscellen. Deze zitten in de bloemen.

Mannelijke cellen: stuifmeelkorrels
Vrouwelijke cellen: eicellen

Slide 3 - Tekstslide

Bloemen
Net als mensen hebben planten voortplantingscellen. Deze zitten in de bloemen.

Mannelijke cellen: stuifmeelkorrels
Vrouwelijke cellen: eicellen

Slide 4 - Tekstslide

Bestuiving 
Voor de bevruchting moet er bestuiving plaatsvinden. Daarbij gaat stuifmeel van de meeldraden naar de stamper van een andere bloem (van hetzelfde soort). Dat kan op twee manieren:
1. Insectenbloemen
De bloemen lokken insecten door nectar.
Zij nemen het plakkerige stuifmeel en 
brengen het in de zoektocht naar nectar
op de stempel van een andere bloem.

Slide 5 - Tekstslide

Bestuiving door insecten
Voor de bevruchting moet er bestuiving plaatsvinden. Daarbij gaat stuifmeel van de meeldraden naar de stamper van een andere bloem (van hetzelfde soort). Dat kan op twee manieren:
1. Insectenbloemen
2. Windbloemen
De wind zorgt ervoor dat de stuifmeelkorrels 
van de bloem weg waaien. De stuifmeelkorrels
blijven in de lucht zweven en komen zo bij de
stampers van andere bloemen terecht.

Slide 6 - Tekstslide

Bestuiving door insecten
Voor de bevruchting moet er bestuiving plaatsvinden. Daarbij gaat stuifmeel van de meeldraden naar de stamper van een andere bloem (van hetzelfde soort). Dat kan op twee manieren:
1. Insectenbloemen
2. Windbloemen
De wind zorgt ervoor dat de stuifmeelkorrels 
van de bloem weg waaien. De stuifmeelkorrels
blijven in de lucht zweven en komen zo bij de
stampers van andere bloemen terecht.

Slide 7 - Tekstslide

Bestuiving

Slide 8 - Tekstslide

Windbloem
Insectenbloem

Slide 9 - Sleepvraag

Bevruchting
Na de bestuiving vindt de bevruchting plaats.
1. De stuifmeelkorrels komt op de stempel en blijft liggen.
2. Er groeit een buisje van de stuifmeelkorrel naar het vruchtbeginsel. Dit is de stuifmeelbuis. Deze neemt de kern van de stuifmeelkorrel mee naar het vruchtbeginsel.
3. De stuifmeelbuis eindigt bij een  eicel. De kernen van de stuifmeelkorrel (mannelijk) en de eicel (vrouwelijk) smelten samen. Tada! Een bevruchte eicel.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

kroonblad
kelkblad
stamper
meeldraad

Slide 13 - Sleepvraag

Eicel
Kern eicel
Kern stuifmeel
Stempel
Stijl
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 14 - Sleepvraag

eicel
zaadbeginsel
stempel
stijl
helmknop
helmdraad

Slide 15 - Sleepvraag

kroonblad
kelkblad
stamper
meeldraad

Slide 16 - Sleepvraag