Poezie paragraaf 4

Poezie paragraaf 4
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Poezie paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- lezen
- poëzie
- huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is poëzie?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt dit gedicht zo grappig?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hubert Kornelisz. Poot (18e eeuw)
Hier ligt Poot,
Hij is dood
Dit is poëzie
Dit is geen poëzie

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nooit of niet geweest - Acda en De Munnik
Dit is poëzie
Dit is geen poëzie

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paul van Ostaijen
Dit is poëzie
Dit is geen poëzie

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie
Inhoud krijgt extra lading
Vorm krijgt meer nadruk 


Je kunt méér zeggen dan dat de woorden letterlijk betekenen
(net als bij uitdrukkingen en beeldspraak)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie

Vaak ontroerend, of grappig, of het zet je aan het denken.

Daar zijn mensen gevoelig voor.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom niet gewoon zeggen wat je bedoelt?


Waarom zo vaag?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichters zeggen júíst wat ze bedoelen!

Zij kunnen het vaak niet in alledaagse taal verwoorden. Die taal schiet tekort. 

Niets in een gedicht is toevallig. 
Ongrammaticale zinnen zijn geen fouten.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies poëzie
1. mimetische functie
2. pragmatische functie
3. expressieve functie
4. autonome functie 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies poëzie
1. mimetische functie - werkelijkheid wordt nagebootst

2. pragmatische functie - je kunt iets leren

3. expressieve functie - gedachten en gevoelens dichter staan centraal 

4. autonome functie - gedicht staat volledig op zichzelf

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus:

Alles kan

Alles mag
Alles heeft betekenis
Alles heeft een functie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Leg in je eigen woorden uit waarin poëtisch taalgebruik van alledaags taalgebruik verschilt.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1b Is de dichtregel 'Alles van waarde is weerloos' poëtisch? Licht je antwoord toe.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welke redenen gebruiken dichters poëtische taal?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 Waarom gebruikt Tom Lananoye in zijn gedicht 'Programma' het beeld van de toverbal?

Slide 30 - Tekstslide

 Bijvoorbeeld: Lanoye houdt niet van poëzie die er ‘statisch’ en ‘uniform’ uitziet en die eentonig is:
‘Dezelfde toon herhaald tot in den treure’. Hij verkiest poëzie die, net als een toverbal, gelaagd is:
‘telkens komen er andere kleuren tevoorschijn’, en waarvan uiteindelijk niets overblijft
Opdracht 4a Verklaar het succes van de slagzin "Heerlijk, helder Heineken.

Slide 31 - Tekstslide

 Bijvoorbeeld: Lanoye houdt niet van poëzie die er ‘statisch’ en ‘uniform’ uitziet en die eentonig is:
‘Dezelfde toon herhaald tot in den treure’. Hij verkiest poëzie die, net als een toverbal, gelaagd is:
‘telkens komen er andere kleuren tevoorschijn’, en waarvan uiteindelijk niets overblijft
Welk rijm zie je terug in de slagzin "Heerlijk, helder Heineken"?
A
consonantie
B
alliteratie
C
assonantie
D
slagrijm

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het stijlfiguur dat in de slagzin 'Heerlijk, helder Heineken' is gebruikt?
A
repetitio
B
anafoor
C
climax
D
tricolon

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5 Waarom vergt poëzie een speciale lees- en schrijfhouding?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak opdracht 6 en 7 op bladzijde 140
Leer paragraaf 4 Poëzie: maak een samenvatting + flitskaartjes van de roodonderstreepte begrippen.

Slide 35 - Tekstslide

 Bijvoorbeeld: Lanoye houdt niet van poëzie die er ‘statisch’ en ‘uniform’ uitziet en die eentonig is:
‘Dezelfde toon herhaald tot in den treure’. Hij verkiest poëzie die, net als een toverbal, gelaagd is:
‘telkens komen er andere kleuren tevoorschijn’, en waarvan uiteindelijk niets overblijft