2324 WB4 Pedagogiek & (Psychologie en Sociologie)

WB 4 - pedagogiek & psychologie en sociologie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WB 4 - pedagogiek & psychologie en sociologie

Slide 1 - Tekstslide

welkom

voorbereidende ppt beluisterd? 
Hoofdstuk 9 gelezen? 

Let op: deze voorbereidende ppt. is ook leerstof voor de toets! 



 

Positieve psychologie
verrassende opening 
kijkvraag: welke invloed heeft het gedrag van de omgeving op 
de twee personen? Hoe verklaar je dat?

Slide 2 - Tekstslide

Je kijkt zo een filmpje van 5 min. van Mindfuck over +Y

Schrijf de kijkvraag even op. 

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Positieve psychologie
Kijkvraag: welke invloed heeft het gedrag van de omgeving op 
de twee personen? 
Hoe verklaar je dat?

Slide 4 - Tekstslide

Je kijkt zo een filmpje van 5 min. van Mindfuck over + Y. 

Schrijf de kijkvraag even op. 
Ik ga ervan uit dat..

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Piaget 
Pavlov/Skinner
Erikson
Sartre/Maslov 
Csikszentmihalyi 
Vygotsky
behaviorisme
sociaalcognitieve leertheorie 
Humanistische psychologie
ontwikkelingstheorie
cognitieve leertheorie 
positieve psychologie

Slide 6 - Sleepvraag

Piaget zwitserse Y : cogn. ontw. theorie
1896-1980

3 bekende begrippen van P? 
assimilatie (aanpassing) , accommodatie (aanbrengen van kennis) & equilibratie
 
Ass: ki. weet dat een lepel hoort bij het bestek. 

Acc: Ki leert later dat ook het mes en de vork onder de structuur, het bestek hoort. 

Eq: = het onderhouden van kennis  om evenwicht te houden tussen ass & acc. 

4 periodes van P? : senso-motorische 0-2
pre-operationele 2-7, concreet-operationeel denken 7-12 & formeel-operationeel denken (12 en >).

Pavlov/Skinner horen bij? Behaviorisme 
klassieke conditionering
operante conditionering> belonen & straffen

Erikson ? OntwikkelingsY 1902-1994) welke fases 
1. vertrouwen vs wantrouwen 0-18 maanden) hechting kind
2. zelfstandigheid vs schaamte-twijfel (ikke zelf) (18 m - 3 jaar) exploratiedrang
3. initiatief vs schuldgevoel (3-5 j) ruimte bieden voor experimenten en te ondernemen. 
4. vlijt vs minderwaardigheid (5-12 j) 
positief zelfbeeld, voldoende bekrachting 
5. identiteit vs rolverwarring (12-19 j) ontwikkelen tot stabiele persoonlijkheid

Vygotsky: Rus ontwikkelingsY 1896-1943 sociaal cognitieve l.th.  - komt straks in de les aanbod. 
Zone van de naaste ontwikkeling (actuele (zelfst)/ - naaste (samen) - frustratie- ook niet samen)

Mihaly Csik...: ? pos. Y > de flow professor kenmerken v flow? vis, tijd, kernkwaliteiten, meer energie, focus, weinig angst) andere bekende is 

Martin Seligman (VS) (zie filmpjes)
Niet de focus op wat mankeert iemand maar wat zijn de kwaliteiten van iemand!  

welke woorden horen daar bij: ? veerkracht, hoop, optimisme, motivatie, geluk & liefde 

Nederlandse vertegenwoordiger van pos. Y = Veenhoven > de geluk professor! 

Maslow: (1908-1970) VS  humanistische Y
de basisbehoeften (eerst 5)
6e wordt toegevoegd door NL Van Delft & Wijers De piramide 
1 is de basisbehoeften: zuurstof, drinken, eten (lichamelijke behoeften
2. behoefte aan veiligheid
3. behoefte aan liefde
4. behoefte aan eigenwaarde/erkenning
5. zelfverwerkelijking/zelfactualisatie/
zelfontplooiing
6. behoefte aan kennis, willen weten, leren/begrijpen

Satre : vrijheid van de mens als bestaansgrond. 
Doelen

Na deze werkbijeenkomst heb je opdrachten besproken 
&  rondom psychologische en sociologische theorieën toegepast op de pedagogiek. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop van de bijeenkomst

  • Opdracht Zone van de Naaste Ontwikkeling 
  • Opdracht behoeftehiërarchie 
  • Nature-nurture 
  • Groepsvorming

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

positief = iets toevoegen
negatief = iets wegnemen

Slide 10 - Tekstslide

operant conditioneren
Remy vertoont lastig gedrag in de klas. Hij is gek op stickers. De leerkracht maakt een stickerkaart en telkens als Remy zich goed aan de afspraken houdt verdient hij hier een sticker voor.
A
positieve beloning
B
positieve straf
C
negatieve beloning
D
negatieve straf

Slide 11 - Quizvraag

waarom is het A?

Je voegt iets toe, daarom positief. Dit doe je om negatief gedrag af te leren door iets te geven waar de leerling gevoelig/enthousiast voor is. 

Tijdens het buitenspelen zijn de kleuters gek op de fietsen uit de schuur. Er zijn afspraken over hoe de leerlingen hier om de beurt mee spelen. Er ontstaat onenigheid en de leerkrachten ruimen daartoe alle fietsen op.
A
positieve beloning
B
positieve straf
C
negatieve beloning
D
negatieve straf

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is het D?

Je neemt iets weg, dus negatief. 
Ze zullen dit ervaren als straf. Ze kunnen immers niet fietsen deze pauze terwijl ze dit wel erg graag doen!
Nika houdt niet van buitenspelen. Als zij buiten speelt zoekt ze alleen maar alle problemen op. Toch vindt de leerkracht buitenspelen heel belangrijk. Als Nika 4 dagen in de week gezellig buiten speelt mag ze de vijfde dag binnen blijven.
A
positieve beloning
B
positieve straf
C
negatieve beloning
D
negatieve straf

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is het C?

Je neemt iets weg, dus negatief. Maar omdat de leerling dit ervaart als een beloning en niet als straf is het dus een negatieve beloning. 
Bij de gymles mag je tijdens de uitleg niet aan het materiaal zitten. Ondanks een eerdere waarschuwing zit Kim nog een keer aan de bal. Kim mag daarom de eerste ronde niet meedoen.
A
positieve beloning
B
positieve straf
C
negatieve beloning
D
negatieve straf

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is het D?

Je neemt iets weg, dus negatief. Kim wil heel graag met de bal maar kon zich niet beheersen, ze ervaart dit dus als straf. 
Dus negatieve straf. 
Pim heeft tijdens de overblijf een ander kind geslagen. Pim krijgt daarom een gele kaart. Nu moet hij zich melden bij de directeur en zijn moeder wordt gebeld. Wanneer zij hem vanmiddag uit school haalt volgt er eerst een gesprek.
A
positieve beloning
B
positieve straf
C
negatieve beloning
D
negatieve straf

Slide 15 - Quizvraag

Waarom is het B? 

Je voegt iets toe, daarom positief. Pim ervaart dit als een straf dus een positieve straf. 


Opdracht ZNO
Denken: Bedenk een voorbeeld uit je stage waarin je een leerling hebt geholpen in de zone van de naaste ontwikkeling.  ​
Delen: Deel je voorbeeld met 1 medestudent.
Uitwisselen: Wie wil het voorbeeld delen met de klas?
 
Helpen in de zone van de naaste ontwikkeling?​
Scaffolding ​
https://www.leraar24.nl/scaffolding/







Slide 16 - Tekstslide

Wat net boven je kunnen ligt, je kunt het nog niet zonder hulp. 

Vygotsky 

Beheersing > zone van de actuele ontwikkeling (confortzone), de leerling kan het zonder hulp

ZNO > kan het alleen met hulp (instructiezone)

Frustratie zone> lukt ook niet met hulp. 

Wat zie je in je stage t.a.v. de ZNO? 
Voorbeelden? 

Kind kan alle letters los benoemen maar nog niet synthetiseren (plakken). 

Kind kan wel een knoop leggen in een veter maar nog niet de lussen maken om zijn veter te strikken. 

Kan wel erbijsommen maken t/m 50 maar nog niet de erafsommen. 



Opdracht behoeftehiërarchie
 Bedenk bij elke laag een opvoedopgave: zorg ervoor dat het kind...​ (blz 204)

  ​
Wat was ook alweer een opvoedopgave?

Slide 17 - Tekstslide

Van wie was ook alweer deze piramide? 
Hoofdstuk 8
Maslow! 

Let op we vinden 1-5 het belangrijkste, er staat nog een zesde behoefte in het boek. 

Je moet 1-5 van voorbeelden kunnen voorzien! 

Dus niet alleen beschrijven maar ook voorbeelden bedenken! 

Slide 18 - Tekstslide

In de voorbereidende ppt. werd er gesproken over de attachmenttheorie van...? 
Bowbly. 

Waar ging dit over?

Hechting - veilig en onveilige hechting
En de invloed op het socialisatieproces. 
Nature - Nurture debat 
Het debat draait om:
Wordt gedrag bepaald door aangeboren factoren (aanleg, nature) of door ervaringsfactoren (omgeving, nurture)?

Discussie:
- Intelligentie is aangeboren

Formuleer nature en nurture argumenten




Slide 19 - Tekstslide

In groepjes van vier: twee zijn ‘nature’ en de andere twee ‘nurture’
Laat de studenten eerst de stelling voorbereiden, hierbij kunnen zij het boek/internet gebruiken.
Hierna gaan zij in een klein groepje discussiëren.

Gedrag is... Is het echt zo zwart-wit
Ingewikkelde wisselwerking tussen biologische , (nature -aangeboren) , sociaal culturele processen  (nurture -aangeleerd
de binding & sociale ongelijkheid) & psychische processen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Nature: aangeboren gedrag.
Kind zien als een onbeschreven blad
Aanleg 

Nurture: aangeleerd gedrag
omgeving heeft invloed
ervaringsfactoren



Groepsvorming
Wat weten jullie al hiervan?



Schrijf op je wisbordje (nog niet delen, in steekwoorden) 
wat je al weet! 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe lang duurt fase 1 t/m 4? 
Hoe heten deze weken? 
Waarom? 

1. F:kat uit de boom kijk fase - vb gedrag & samen regels opstellen, kennismaking energizers pos. groepsvormers, verkennende fase- samenwerken 1-2 weken
2. S:beweging in de rangorde van de groep, jij bewaakt de veiligheid  
3.N: jij bent de procesbegeleider
4. P: gezamenlijk doel is bepaald, + of -
5. afsluitingsfase 

curatief - preventief? 
Voorbeeld gedrag van de leerkracht is het belangrijkste ingrediënt! 

Goed klassenmanagement -structuur & duidelijkheid bieden 

werken aan een effectieve relatie tussen leerkracht en leerlingen & lln onderling

omgaan met orde verstorend gedrag door het gewenste gedrag te benoemen - ik- boodschap - geef specifieke complimenten > procesgericht > gewenst gedrag
vermijd compl. die concurrentie in de hand werken. 

periode na de kerst? Zilveren weken
1
2
3
4
5
opheffing/

adjourning
bestorming/
storming
presteren/ performing 
vorming/forming
normering/
norming

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groepsvorming
1. Vorming/Forming = 'de kat uit de boom kijk' fase 1-2 weken
2. Bestorming/Storming = onrustige periode -rangorde wordt bepaald 1-2 w.
3. Normering/Norming = 1-2 weken, omgangsvormen worden bepaald!
Duidelijk hoe de leerlingen omgaan met elkaar, de lesstof & de leerkracht! 
4. Presteren/performing = aan de slag!  
5. Adjourning/opheffing 
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsvorming in jouw stageklas
In welke fase zit jouw stagegroep nu?


Welke fasen heb je dit jaar allemaal gezien?

Geef een concreet voorbeeld van een fase

Hoe bevorder je de groepsvorming? -> Denk aan een veilig pedagogisch klimaat -> hoe koppel je dit aan de basisbehoeften?


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets pedagogiek 2
Toetsweek periode 4- 1 juli 2024

Hoofdstuk 3,7, 8 & 9
Alle presentaties
Traditionele onderwijsvernieuwers: grondlegger, visie, kenmerken
  

Slide 26 - Tekstslide

TIP: hoofdstuk 8 & 3 zijn erg belangrijk om goed te bestuderen!

 

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies