30/11/2022 Grammatica woordsoorten H2 les 2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten stil lezen uit je leesboek

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 1 en 2 op blz 61)


Slide 3 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten les 2
De werkwoordstijden

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk bespreken
- Wat weet je nog?
- Uitleg theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les kan je de acht werkwoordsvormen herkennen en vormen

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1 en 2 op bladzijde 60

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Woordsoorten

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig, 2 min
Schrijf de antwoorden op in je schrift 
Benoem de woorden & geef de werkwoordstijd van de zin aan:
Wij passen op elkaars nieuwe fietsen.
  • Wij: persoonlijk voornaamwoord
  • Passen: zelfstandig werkwoord
  • Op: voorzetsel
  • Elkaars: wederkerig voornaamwoord 
  • Nieuwe: bijvoeglijk naamwoord 
  • Fietsen: concreet zelfstandig naamwoord 
  • ott

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig, 2 min
Schrijf de antwoorden op in je schrift 
Met deze handelswijze bracht je je medeweggebruikers in gevaar.

  • met: voorzetsel
  • deze: aanwijzend voornaamwoord
  • bracht: zelfstandig werkwoord 
  • je: persoonlijk voornaamwoord
  • je: bezittelijk voornaamwoord 
  • ovt 

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Werkwoordstijden

Schrijf je vragen op en ik beantwoord ze na de uitleg.

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
  • Els kan nieuwe skates kopen.

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
  • Els kon nieuwe skates kopen.

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
  • Els heeft nieuwe skates gekocht.



Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Voltooid verleden tijd (vvt)
  • Els had nieuwe skates gekocht.

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
  • Els zal nieuwe skates kunnen kopen.

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
  • Els zou nieuwe skates kunnen kopen. 



Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
  • Els zal nieuwe skates gekocht kunnen hebben. 

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
  • Els zou nieuwe skates gekocht kunnen hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoordstijden
1. Staat er een vorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn in de zin?
    - Ja?     Dan is de zin voltooid, schrijf een v op plaats 1
    - Nee? Dan is de zin onvoltooid, schrijf een o op plaats 1
2. Staat de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd?
    - tt        Schrijf de t van tegenwoordige tijd op plaats 2
    - vt       Schrijf de v van verleden tijd op plaats 2 
3. Staat er een vorm van zullen in de zin?
    - Ja?    Schrijf een t van toekomende tijd op plaats 3
    - Nee? Dan 'verdwijnt' plaats 3
4. Schrijf op plaats 3 of 4 de t van tijd. 

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoordstijden
  1. Hij viel in de modder
  2. De aannemer heeft het huis ongeverfd opgeleverd.
  3. Tussen Den Haag en Zoetermeer is een enorme file ontstaan.
  4. Zij lijkt voor deze baan de beste kandidaat.
  5. Hij zou haar het goede nieuws al verteld hebben. 
  6.  De kandidaat zal wel erg boos worden. 
  7. Mijn moeder zou ook wel eens kunnen afdrogen. 
  8. De schaatser zou eigenlijk geen prijs hebben gekregen. 
  9. Waarom zou zij zo onbetrouwbaar lijken?

Slide 15 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Opdracht 4 op bladzijde 61
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, huiswerk voor woensdag 07/12/22
Vragen? Eerst vijf min niet, steek daarna je hand op
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 


Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk

Voor volgende week woensdag 07 december moet opdracht 4 op bladzijde 61 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda. 

Slide 17 - Tekstslide