Woordenschat les actieve werkvormen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
Wat komt er in je op als je denkt aan het woord "buitensluiten"?

Waar doet het woord "ervaren" je aan denken?


Slide 2 - Tekstslide

Planning
-Uitleg 
-Werken in groepjes 
-Woordenbingo
-Bespreken
-Afsluiting

Leerdoelen
-Je kent de betekenis van de woorden uit deze les.
-Je kunt zelf nieuwe zinnen maken met de woorden uit deze les. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden ken jij al? - Uitleg deel 1
-buitensluiten: Iets of iemand er niet bij laten horen
-beschrijven: vertellen hoe iets of iemand is.
-betrouwbaar: iemand op wie je kunt rekenen.
-conclusie: het besluit dat je trekt na goed nadenken.
-de woordenschat: alle woorden en uitdrukkingen die iemand kent
-eigenschap: iets wat typisch is voor iemand of iets.
-ervaren: iets meegemaakt hebben.
-gevolg: wat er gebeurt door iets anders.
-kritisch: goed nadenken en niet zomaar iets geloven.
-rekening houden met: ergens op letten.

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden weet jij al? - Uitleg deel 2
-invloed: als iets of iemand effect heeft op iets anders. 
-onderzoek: iets goed uitzoeken om meer te weten te komen.
-overtuigen: iemand laten denken zoals jij denkt. -de analfabeet: iemand die niet kan lezen en schrijven
-failliet: als je je schulden niet meer kunt betalen
-de oorzaak: waardoor iets komt of gebeurt
-verkennen: rondkijken om te zien hoe het is
-bewust: als je goed weet wat je doet.
-schatting: een ongeveer getal of hoeveelheid.
-afhankelijk: als je iemand of iets nodig hebt.


Slide 5 - Tekstslide

Werken in groepjes - Woordenketting
Wat: Verzin samen met elk woord een zin. 
Wie: In groepjes
Hoe: Om de beurt trekken jullie een kaartje van de stapel en daarmee verzinnen jullie een zin. Schrijf elke zin op in je schrift. Ga door totdat alle kaartjes zijn getrokken. 
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Je hebt geoefend met de nieuwe woorden.
Extra uitdaging?: Elke nieuwe zin die je  met het getrokken woord  bedenkt, 
past bij de vorige bedachte zin. Je zorgt ervoor dat het een lopende tekst is en 
niet losstaande zinnen. 
Hulp nodig?: Steek je vinger op
Klaar?: Kies drie woorden van de kaartjes en schrijf een kort verhaal.


timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Woordenbingo
Regels:
-Je werkt rustig samen
-Je mag een kladblaadje gebruiken
-Zodra je met je groepje 4 woorden op een rij hebt (horizontaal, verticaal of diagonaal), roep je: Bingo!

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken
Wat betekenen deze woorden: 
-schatting
-failliet
-betrouwbaar


Huiswerk: Oefen de woorden thuis en leer ze uit je hoofd.

Slide 8 - Tekstslide

Beantwoord deze vragen over de les van vandaag.
- Heb je het idee dat je de lesdoelen hebt behaald? Waarom wel  of niet?
-Op welke manier ga je de nieuwe woorden verder oefenen?
-Schrijf je naam op het blaadje!



Leerdoelen
-Je kent de betekenis van de woorden uit deze les.
-Je kunt zelf nieuwe zinnen maken met de woorden uit deze les. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide