Naamwoordelijk gezegde

Welkom!

Leg NieuwNederlands alvast op tafel.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Leg NieuwNederlands alvast op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
> Opfrissen

> Aan het einde van de les kun je een naamwoordelijk gezegde herkennen en benoemen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Opfrissen: PV, OW, WG en LV
De fietsen werden gestolen.

Strompelend liep de geblesseerde de gymzaal uit.

De TikTokker werd door de app geblokkeerd.

Slide 3 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Weet je het verschil nog tussen een ZWW en KWW?

Slide 4 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Weet je het verschil nog tussen een ZWW en KWW?

> Maakt ook verschil bij zinsdelen: WG of NG?

Slide 5 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Een NG: iemand is/wordt iets




Slide 6 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Een NG: iemand is/wordt iets

> Verschil met WG?




Slide 7 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Een NG: iemand is/wordt iets

> Verschil met WG?
Iemand doet iets.




Slide 8 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)
NG
Naamwoordelijk deel
Werkwoordelijk deel

Slide 9 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)
NG
Naamwoordelijk deel
Werkwoordelijk deel


Alle WW (met in ieder geval één KWW)
Een ZN of BN dat eigenschap van het OW geeft

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)
NG
Naamwoordelijk deel
Werkwoordelijk deel


Alle WW (met in ieder geval één KWW)
Een ZN of BN dat eigenschap van het OW geeft
Jordy wordt later influencer.


De zangeres is de beste van de avond.


De kaassoufflé was heet.  

Slide 11 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Heeft een zin een NG? Dan nooit een LV

> ZWW                           KWW

     WG                              NG

Slide 12 - Tekstslide

Het NG vinden
1. Vind de PV + OW

2. Bedenk: doet of is het OW iets?

3. Is het OW iets? Dan: wat + PV + OW + overige WW? = naamwoordelijk deel

Slide 13 - Tekstslide

Het NG vinden
Op de wedstrijd wil Jorien heel snel zijn.


De koning is gisteren traditioneel beëdigd.

Slide 14 - Tekstslide

Het NG vinden
Op de wedstrijd wil Jorien heel snel zijn.


De koning is gisteren traditioneel beëdigd.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
> Maak opdracht 2 t/m 4 op bladzijde 217.




Klaar? Maak opdracht 5.

Slide 16 - Tekstslide