2022 Palliatieve en terminale zorgverlening- culturen en religies

• Begeleiden bij de ADL
• Beroepsopleiding

Zelfzorg en activiteiten

Thema 1 

Wat gaan we doen?

Welkom

• Terugblik vorige les
  

Voorkennis

• Ervaringen delen

Verwerking/verdieping

• Filmopdracht 'Dood in de Bijlmer'

Afsluiting

• Evalueren leerdoelen
• Vooruitblik

Leerdoelen

Na deze les kun je:

• Benoemen welke (religieuze) rituelen en gebruiken te zien zijn in het rouwproces en de

uitvaart van bepaalde culturen (Ghanees, Hindoestaans, traditioneel Hollands en Surinaams Creools) 

• Reflecteren op aspecten die hen aangrijpen bij verlies in diverse culturen 

• Verdiepende kennis over rouwrituelen vergaren en delen met hun klasgenoten 

• Benoemen hoe cultuursensitief gecommuniceerd kan worden met patiënten en rouwende

nabestaanden in de palliatieve zorg 

Filmopdracht

Bekijk de film en beantwoord de volgende vragen:

• Welke rituelen zie je bij de gekozen cultuur?

• Welke fragmenten grepen je aan, en waarom?

• Welke inzichten haal je hieruit voor je eigen werk?

zuyd.mediasite.com

Welke rituelen zie je bij de gekozen cultuur?

Welke fragmenten grepen je aan, en waarom?

Welke inzichten haal je hieruit voor je eigen werk?

Verdieping

Verdiepingsopdracht

Met welke vragen zit je nog? Welke informatie mis je nog over de rouw-gebruiken binnen de

gekozen cultuur? Wat kan je leren van elkaar? Zoek een antwoord op de vragen die je nog hebt via

internet. Tip: https://www.yarden.nl/inspiratie-en-informatie/rouwrituelen.htm en richtlijn

palliaweb: https://palliaweb.nl/richtlijnen-palliatieve-zorg/richtlijn/rouw

Nabespreking

Elke groep krijgt 10 minuten om af te stemmen wat ze klassikaal gaan delen. Geef een uitleg (max 5

min) over:

• Wat was kenmerkend in de gekozen cultuur?

• Wat zijn de belangrijkste inzichten van deze opdracht.

• Wat willen jullie de groep verder nog meegeven?

Probeer elkaar te inspireren en stel elkaar vooral vragen!

e gemiddelde hoeveelheid lucht die je inademt, is ongeveer 500 ml en noem je het adem(teug)volume. Ongeveer de helft van de ingeademde lucht blijft achter in de dode ruimte. Dat is de ruimte in je luchtwegen waar geen gaswisseling is, zoals in je neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, hoofdbronchiën, bronchiën en bronchiolen. Lucht die je na een normale inademing nog extra kunt inademen, noem je inspiratoir reservevolume. Alle lucht die je na een normale uitademing nog extra kunt uitademen, noem je expiratoir reservevolume.

De vitale capaciteit is de maximale hoeveelheid lucht die je kunt inademen na een maximale uitademing en andersom. De vitale capaciteit hangt af van je geslacht, leeftijd, lengte en lichamelijke conditie (fitheid). Deze geeft informatie over de elasticiteit van je longweefsel. De hoeveelheid lucht die achterblijft in je longen na een maximale uitademing, heet residuvolume.

Als je inademt, bestaat de inademingslucht voor 21% uit zuurstof en voor 79% uit stikstof. Buitenlucht bestaat voor het grootste deel uit stikstof. Deze stof speelt geen rol in de gaswisseling. Hierdoor verschilt je inademingslucht maar een klein beetje van je uitademingslucht. Uitademingslucht bestaat voor 77% uit stikstof, voor 16% uit zuurstof, voor 4% uit koolzuurgas en voor 3% uit waterdamp (denk maar aan condens op de ruit, als je ertegen uitademt)

Wat heb je deze les geleerd?