In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Geld lenen....
Er zijn meer motieven om geld te lenen.
Dit noem je leenmotieven.
Slide 1 - Tekstslide
Leenmotieven
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Welke soorten leningen ken je?
Leningen
Slide 4 - Woordweb
Hypotheek
Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
Kopen op afbetaling
Slide 5 - Sleepvraag
maken paragraaf 2.3
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een hypothecaire lening?
A
Lening voor de koop van een huis
B
Lening voor de koop van een auto
C
Lening voor de koop van een nieuwe bank
D
Lening voor de koop van een nieuwe ps4
Slide 7 - Quizvraag
Ben wil een nieuwe televisie kopen. Hij ziet een mooie tv en spreekt met de verkoper af dat hij in termijnen gaat betalen. Van welke kredietvorm maakt Ben gebruik?
A
consumptief krediet
B
doorlopend krediet
C
persoonlijke lening
D
koop op afbetaling
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer ben je eigenaar bij huurkoop?
A
Bij levering
B
Als alle termijnen zijn betaald
C
Nooit
D
Als het contract afloopt
Slide 9 - Quizvraag
Wat denk je dat salariskrediet inhoudt?
A
Rood staan
B
Je mag evenveel lenen als je loon
C
Je werkgever betaalt een lening met jou salaris
D
Je moet eerst sparen en mag dan pas lenen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste verschil tussen een persoonlijke lening en een doorlopend krediet?
A
Een persoonlijke lening is alleen voor jou.
B
Een persoonlijke lening heeft een hogere rente
C
Een doorlopend krediet heeft een hogere rente
D
Bij een doorlopend krediet kan je eenmaal afbetaalde bedragen weer opnieuw opnemen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een doorlopend krediet?
A
Je kan tot een maximaal bedrag lenen. Dit mag je in delen of in een keer opnemen.
B
Rood staan
C
Je leent een bedrag en betaalt in gelijke termijnen terug