Thema 3, week 1 Les 1a verkeer en vervoer

Lesdoel

Ik weet watt  de nieuwe woorden over verkeer en vervoelr betekenen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoel

Ik weet watt  de nieuwe woorden over verkeer en vervoelr betekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Onderstreep de woorden in de leestekst.

Onderstreep de woorden in de leestekst.

Slide 2 - Tekstslide

de cockpit
(twee cockpits)

ruimte
  voor bestuurders van een vliegtuig.

Slide 3 - Tekstslide

de hangar
(twee hangars)

garage
  voor vliegtuigen.

Slide 4 - Tekstslide

het luchtruim kiezen

opstijgen van een
  vliegtuig.

Slide 5 - Tekstslide

de incheckbalie
( twee incheckbalies)


balie op een vliegveld waar
  je kunt melden dat je er bent.


Slide 6 - Tekstslide

de landingsbaan
(twee landingsbanen)

verharde strook voor het
  landen van vliegtuigen.

Slide 7 - Tekstslide

de luchtverkeersleider
( 2 luchtverkeersleiders)
iemand die op
  een vliegveld het luchtverkeer regelt.

Slide 8 - Tekstslide

de startbaan
(twee startbanen)

 verharde strook voor het vertrekken van
  vliegtuigen.


Slide 9 - Tekstslide

supersonisch

als iets sneller gaat dan geluid.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

tanken
(tankte, heeft getankt))

brandstof van
  een vervoermiddel bijvullen.

Slide 12 - Tekstslide

de turbine
(twee turbines)

een rad
  dat de kracht van stromend water, gas of
  wind kan omzetten in energie.

Slide 13 - Tekstslide

de zwarte doos
(twee zwarte dozen)

een apparaat dat stemmen in de
  cockpit en alle technische gegevens van de
  vlucht opslaat.

Slide 14 - Tekstslide

zwenken
(zwenkte, heeft gezwenkt)


plotseling van
  richting veranderen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Aan het werk

Opgave 2
Opgave 3
Plussen

Slide 17 - Tekstslide