Les 2.7 Gezonde voeding 2

Gezonde voeding 2
Boek : Persoonlijke Verzorging MZ
Thema 3. Hulp bieden bij eten en drinken 
10.4  Voedingsmiddelen en Voedingsstoffen
10.5 Richtlijnen voor gezonde voeding


1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wonen en HuishoudenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gezonde voeding 2
Boek : Persoonlijke Verzorging MZ
Thema 3. Hulp bieden bij eten en drinken 
10.4  Voedingsmiddelen en Voedingsstoffen
10.5 Richtlijnen voor gezonde voeding


Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 2 - Woordweb

Voedingsmiddelen
De producten
die je in de 
winkel koopt en
die je eet.
Etenswaren.
Levensmiddelen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Koolhydraten
Suiker = glucose, fructose, lactose, mono- en disacharide, snel werkend Kh
Zetmeel = meervoudig koolhydraat, een polymeer van glucose, meervoudige sachariden - Langzaam werkend Kh
Vezels, verteerbare (fruit) en onverteerbare (groente, granen) vezels
Glucose is de brandstof  voor ons lichaam
Er bestaat geen slecht of goed Kh zoals sommige websites beweren.
Voorkeur - Langzaam werkende Kh (vezelrijk) verhogen je bloedsuikers langzaam. Meer verzadiging.

Slide 5 - Tekstslide

Andere namen voor suiker
mout
honing
dextrose
maltodextrose
fructose
tarwemout
stroop
siroop

Slide 6 - Tekstslide

Vetten
Plantaardig vet
Dierlijk vet
Olie                         - Kokosvet - Palm vet

Onverzadigd vet -> Verzadigd

Vloeibaar                  - Vast
Spek - Roomboter - Margarine -  Vis

Verzadigd                -->       Onverzadigd

Vast                         -->           Vloeibaar

Slide 7 - Tekstslide

Eiwitten
Plantaardig Eiwit
 Dierlijk Eiwit
Plantaardige voedingsmiddelen bevatten apart niet alle essentiele aminozuren,
Een combinatie van granen en peulvruchten wel. 
De concentratie eiwit in plantaardige voeding is minder, 
Meer voedsel nodig. 
Dierlijke voedingsmiddelen leveren alle Aminozuren.
Gezond = Alles wat zwemt, vliegt of rent

Slide 8 - Tekstslide

Wateroplosbare Vitaminen 
Vit. B - 8 vitaminen - Vit. B complex
B 1,2,3,5,8 voor energieproductie
B 3,6 voor zenuwstelsel
B 2,8 voor huid, nagels, haargroei
B 6 voor weerstand en spijsvertering
B 2,6,12 voor rode bloedcellen
B 11 (foliumzuur) celdeling, DNA en RNA, ontwikkeling hersenen + ruggenmerg foetus
B12 wordt opgeslagen in de lever, voor zenuwstelsel, energievoorziening

Vit. C
zorgt dat spoorelement IJzer beter wordt opgenomen uit de voeding
versterkt het afweersysteem tegen virussen
is nodig voor de vorming van bindweefsel

Slide 9 - Tekstslide

Vetoplosbare Vitaminen
Vit. A voor;   (kun je zelf aanmaken uit Provit. A (groente)) of vetrijke producten
- de groei bij kinderen
- opbouw huid, luchtpijp, haar, tandvlees en longweefsel
- de ogen, om aan schemer aan te kunnen passen
- afweersysteem en immunsysteem
Vit. D voor;   (kan het lichaam zelf aanmaken 0.i.v. zonlicht)
- sterke botten en tanden, 
- zorgt ervoor dat Calcium en Fosfor worden opgenomen en in botten en tanden worden vastgelegd.


extra innemen jonge kinderen tot 4 jaar, ouderen vanaf 50 jaar, mensen met getinte huidskleur, zwangere vrouwen


Slide 10 - Tekstslide

Mineralen 
in enkele grammen per dag nodig
Calcium - voor opbouw botten
Chloor - voor vochtbalans
Fosfor - voor botten en energiebalans
Kalium - voor de vochtbalans en celdruk
Natrium - regeling bloeddruk
Magnesium - botopbouw, opbouw lichaamseiwit, overdracht prikkels in spieren en zenuwbanen, werking enzymen in lichaamscellen

Slide 11 - Tekstslide

Spoorelementen
In enkele micro- of milligrammen per dag nodig.
Chroom - vochtbalans; Fluoride - tandglazuur; IJzer - rode bloedcellen; Jodium - schildklierhormoon; Koper - bindweefsel en botten;
Mangaan - opbouw enzymen; Molybdeen - stofwisseling;
Seleen - beschermt rode bloedcellen en cellen tegen beschadiging;
Zink - onderdeel van enzymen bij stofwisseling

Slide 12 - Tekstslide

Vocht (Blauw)
- Water, Thee, 
   Koffie, Bouillon, 
   Melk
Taak;
-transport van 
voedingstoffen en
afvalstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Vochtbalans
Verhouding tussen totale hh vochtopname en  vochtafgifte.
MEER drinken is nodig bij;
  • dorstgevoel,
  • hoofdpijn
  • concentratieverlies
  • harde ontlasting

Slide 14 - Tekstslide

Vochtbalans
Verstoorde vochtbalans bij;
  • koorts
  • transpireren
  • diarree
  • overgeven
  • vocht vasthouden (dikke enkels/voeten)

Slide 15 - Tekstslide

Voedingstoffen
Soorten
Groepen
Taak in het lichaam
Eiwitten
Mineralen
Water
Vetten
Bouwstoffen
- groei, weefselopbouw en herstel
- hormoonstofwisseling
Koolhydraten:  suikers
                            zetmeel
Vetten
Eiwitten
Brandstoffen
Energie leveren voor; 
- arbeid, 
- spijsvertering,
- lichaamstemperatuur
- organen
Mineralen
Vitaminen
Beschermende stoffen
- lichaam beschermen tegen ziekte
- regelen lichaamsactiviteit.

Slide 16 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen
Koolhydraten
(Zee)Groente - Fruit - Granen - Aardappelen - Peulvruchten

Melk
Eiwitten
Noten - Zaden - Granen - Peulvruchten - Paddenstoelen
Vegetarische vleesvervangers.
Vlees - Vis - Zuivel - Ei - Schelpdieren
Vetten
Olie - Noten - Zaden - Avocado - Kokosvet, Palmvet


Roomboter - Vlees - Vis - Zuivel - Ei-Schelpdieren

Slide 17 - Tekstslide

Voedingstoffen
Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen
Vitaminen
Groente - Fruit - Granen - Peulvruchten
(Wateroplosbaar - Vit B en C
Roomboter - Margarine - Vlees - Vis - Schelpdieren
(Vet oplosbaar - Vit. A, D en E)
(Wateroplosbaar - Vit. B)
Mineralen
IJzer, Natrium, Kalium, Calcium (zeewier)- Jodium -Magnesium - Zink - Fluoride - Chloor - Koper
Calcium - Ijzer - Natrium - Kalium - Fosfor - Jodium - Chloor - Magnesium - Koper

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel vocht/drinken heeft een mens gemiddeld per dag nodig?
A
0.5 - 1 liter
B
1 - 1,5 liter
C
1,5 - 2 liter
D
2 - 2.5 liter

Slide 19 - Quizvraag

In welke drie groepen kun je de voedingsstoffen verdelen?
A
Afvoerstoffen, bouwstoffen en regulerende stoffen.
B
Bouwstoffen, energieleverende stoffen en regulerende stoffen.
C
Afvoerstoffen, bouwstoffen en energieleverende stoffen.
D
Energieleverende stoffen, regulerende stoffen en vitaminen.

Slide 20 - Quizvraag


Hoe noem je de producten die je kunt kopen en gebruiken?
A
Voedingstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 21 - Quizvraag

Het lichaam heeft deze nodig. Het zijn bestanddelen van voeding.
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 22 - Quizvraag

Richtlijnen voor gezonde voeding
Gezondheid wordt bepaalt door;
Voeding                                  - "Je bent wat je eet!"        Schijf van 5 
Genetische factoren 
Leefomgeving
Leefstijl

Slide 23 - Tekstslide

Groente en fruit (Groen)
Leverancier van;
- Vitaminen
- Mineralen
- Koolhydraten, 
   (Zetmeel, Suikers en Vezels)
b.v. Groene groenten leveren Ijzer

Slide 24 - Tekstslide

Granen, Brood, Pasta, Rijst (Oranje)
Granen, Aardappelen, Pasta, Rijst
Hoofdzakelijk leverancier van;
- Koolhydraten, Zetmeel 
Volkoren pasta / rijst bevat
  langzaam werkend Kh. en vezels
Aardappel levert Vit. C en B
Granen bevatten ook eiwitten en vitaminen

Slide 25 - Tekstslide

Vlees, Vis, Zuivel, Noten, Peulvruchten (Paars)
Dierlijk en plantaardig eiwit.
De mens heeft 22 verschillende
aminozuren nodig. 
8 essentiële aminozuren (voeding)
2 semi-essentiële aminozuren
12 niet-essentiële aminozuren  

Slide 26 - Tekstslide

Bereidings- en smeervetten (Geel)
Oliën bestaan voor 100% uit vetten. (Plantaardig)
Boter en traditionele margarines bevatten ongeveer 80% vet.
Bak- en braadvet kan tot 95% vet bevatten.
Minarines en halfvolle boter bevatten (ongeveer 40 %.
(Combinatie van Dierlijk en Plantaardige vet)
Het aanbod aan smeer- en bereidingsvetten is de laatste jaren echter sterk uitgebreid en het vetgehalte kan sterk variëren naargelang het merk. Raadpleeg daarom het etiket voor het exacte vetgehalte.

Slide 27 - Tekstslide

Voedsel                        piramide

Slide 28 - Tekstslide

Hoe actief je bent, bepaalt ook je behoefte aan voedsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Als je maar voldoende koolhydraten, vetten en mineralen binnenkrijgt, dan eet je gezond
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Het nieuwe eten
Nieuwe voedingsrichtlijnen
Welke eetwissel                                   Wat mag dagelijks of wekelijks

Slide 31 - Tekstslide

Energiebalans
Bij gezonde voeding is er;
Een evenwicht tussen inname en verbruik van energieleverende stoffen
inname = verbruik  --->> evenwicht - gewicht blijft gelijk
inname > verbruik ---->> gewicht neemt toe ---> overgewicht
inname < verbruik ---->> gewicht neemt af -----> ondergewicht
Gem. Energiebehoefte Man = 2500 Kcal ; 
                                             Vrouw = 2000 Kcal bij normale activiteit

Slide 32 - Tekstslide

Te hoge inname
Oorzaken / Factoren zijn;
  • leefstijl met weinig lichamelijke activiteit
  • leefstijl veel en doorlopende eetmomenten, grazing
  • eenzijdige voeding
  • lage inname vezels
  • lage groente, fruit
  • hoge inname suikerhoudende dranken, frisdranken
  • hoge inname van voeding met grote energiedichtheid

Slide 33 - Tekstslide

Te lage inname
Oorzaken / Factoren zijn;
  • Medische, chronische ziekte
  • Lichamelijke, genetisch
  • Psychische, eetstoornis
  • Sociale, eenzaamheid, verlies
  • Culturele, mode?
  • Voedingsstoornissen, oprispingen, krampen, verstopping

Slide 34 - Tekstslide

Vooral onverzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Ondervoeding is soms minder zichtbaar dan overgewicht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Een teveel aan voedingsvezels leidt tot een te trage stoelgang, obstipatie of aambeien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Het lichaam kan de meeste vitaminen niet zelf maken, wél vitamine D
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Een overdosis aan vitamine C leidt tot darmklachten of diarree.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Het lichaam slaat energie op in de vorm van vet als de energie-inname kleiner is dan het energieverbruik.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Tot slot
Maak de verwerkingsopdrachten 3 - 4e
van Hfst 10 Gezonde voeding
Thema 3
Boek Pers. Verzorging MZ
Bedenk een gerecht voor een kerstontbijt
om zelf te bereiden, met pure producten.
Stuur in kanaal Wonen en huishouden.

Slide 41 - Tekstslide