K1 hs 1 formuleren de/het-woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Vul in: de of het.

Ik ben ….sleutel van mijn fiets kwijtgeraakt.

1. de
2. het

Vul in: de of het.

Staat in … overzicht wanneer we moeten spelen?

1. de
2. het

Vul in: de of het.

Tijdens .... interview viel het geluid weg.

1. de
2. het

Vul in: de of het.

….jongetje struikelde over de snoeren van de lamp.

1. de
2. het

Vul in: de of het.

In … fabriek naast ons huis maken ze onderdelen voor motoren.

1. de
2. het

Vul in: de of het.

Jan kwam te laat voor ….presentatie van zijn vriend.

1. de
2. het

Vul in: die of dat

….smartphone is voor honderd euro te koop bij de winkel op de hoek.

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Heb jij ….wonderlijke verschijnsel op de foto's gezien?

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Denk jij dat ...atleet de prestatie kan verbeteren?

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Denk jij dat die atleet …. prestatie kan verbeteren?

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

.... ene beeld uit het filmpje raak ik maar niet kwijt?

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Dat ene beeld uit .... filmpje raak ik maar niet kwijt?

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

.... acteur laat die emotie duidelijk zien in zijn spel.

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Die acteur laat .... emotie duidelijk zien in zijn spel.

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Moet ik .... bedrag overmaken naar de rekening?

1. die
2. dat

Vul in: die of dat

Moet ik het bedrag overmaken naar .... rekening?

1. die
2. dat