Les 1 microbiologie

Les 1 Microbiologie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1 Microbiologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen Microbiologie
Les 1: Basis Microbiologie
Les 2: Levensvoorwaarden
Les 3: Bederfvormen en microbiologisch onderzoek



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Theorie
  •  Aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij:
  • kunt de verschillen tussen soorten micro-organismen benoemen.
  • Kunt het groeiverloop van micro-organismen toelichten.
  • Kunt het begrip kruisbesmetting toelichten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten Micro-organismen ken je al ?
verkenninsvragen, hierbij is niets goed of fout, dit is om de voorkennis op te halen.

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Micro-organismen
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Gisten
  • Virussen

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn veel verschillende soorten organismen, van zoogdieren tot bomen. Maar daarnaast kennen we tegenwoordig ook zeer kleine organismen, deze worden micro-organismen genoemd. Deze Micro-organismen, verder in de opdrachten en lessen ookwel M.O. genoemd verdelen we onder in 4 categorieën namelijk de bacteriën, gisten, schimmels en virussen. Die laatste categorie is wereldwijd zeer bekend geworden door de corona-pandemie. Maar naast dat deze mo schadelijk kunnen zijn zijn er ook nuttige eigenschappen.
Kun je voorbeelden noemen van producten waarbij M.O. nuttig zijn ?
verkenninsvragen, hierbij is niets goed of fout, dit is om de voorkennis op te halen.

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Waarom is beheersing van Microbiologische risico`s erg belangrijk voor jouw bedrijf?
verkenninsvragen, hierbij is niets goed of fout, dit is om de voorkennis op te halen.

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Recalls- Listeria 

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijke veiligheidswaarschuwing
Oudwijker Fiore kaas en Oudwijker Stella kaas
(met THT t/m 02-02-2020 en eerder)
Oudwijker Kaas roept per direct Oudwijker Fiore kaas en Oudwijker Stella kaas terug met
houdbaarheidsdatum tot en met 02-02-2020 en eerder, en in het bijzonder kazen verkocht vanaf 24-
11-2019 met lotnummers:
SB-2019-NOV-A01
FK-2019-NOV-A02
FK-2019-NOV-A03
FK-2019-NOV-A04
FK-2019-NOV-A05
FK-2019-NOV-A06
FK-2019-NOV-A07
FK-2019-NOV-A09
FK-2019-NOV-A10
Na controle is gebleken dat in dit product de Listeria bacterie is aangetroffen. Kazen zijn landelijk
verkocht in kaasspeciaalzaken, delicatessewinkels en op markten. Klanten worden dringend verzocht
het product niet te consumeren en terug te brengen naar het desbetreffende verkooppunt.
Het eten van een product met de listeria bacterie kan, indien niet door en door gegaard, milde
griepachtige verschijnselen tot gevolg hebben binnen 1 tot 90 dagen. Het kan leiden tot een
gevaarlijke infectie bij heel jonge kinderen, ouderen en mensen met een lage weerstand. Bij
zwangere vrouwen kan een besmetting met listeria leiden tot het overlijden van het ongeboren kind.
Raadpleeg direct uw (huis)arts voor meer informatie als u na het eten van genoemd kazen
gezondheidsklachten hebt.
Bacteriën
Zoek van bacteriën het volgende uit:
 - Welke vorm ze hebben (microscoop)
- Hoe groot is een bacterie (afmeting)
- Wijze van voortplanten
- Welke bijzondere eigenschappen kunnen ze hebben.

Vul de antwoorden in op de volgende dia`s



Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden - Bacteriën
Vorm: bolvorm (coc), staafvorm (bacil), spiraalvorm (spiril), kommavorm (vibrio).
Grootte: 0,5 - 1 µm.
Voortplanting: door middel van celdeling.
Specifieke eigenschappen: 
- Ze zijn door Gram-kleuring in twee groepen te verdelen 
- Sommige soorten kunnen sporen vormen.
Voorbeelden van bekende namen: 
   Salmonella, Legionella, E.coli (poepbacterie), Menginococcen



Welke vorm hebben bacteriën? (microscoop)

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is een bacterie ?(afmeting)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe planten bacteriën zich voort?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijzondere eigenschappen kunnen bacteriën hebben?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

opnieuw inspreken!
Bacteriën - Vorm
Wat valt op?
- mono-coccen = een enkele bolvormige bacterie
- streptococcen = een keten/ketting van bolvormige bacteriën
- stafylococcen  = een druiventros-achtig hoopje bolvormige bacteriën.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sporen
  • Staafvormige bacteriën
  •  Overleven ongunstige omstandigheden
  • Moeilijk af te doden

Slide 17 - Tekstslide

Sommige staafvormige bacteriën kunnen sporen vormen. Sporen zijn in staat om bij ongunstige omstandigheden, zoals voedselgebrek, hoge temperaturen of droogte, te overleven. De belangrijkste delen uit de cel (de kern, het reservevoedsel en de enzymen) trekken dan samen. Om deze delen maakt de bacterie een dikke wand. De oude celwand en het water worden afgestoten. De vorm van de spore is rond of ovaal. De grootte is te vergelijken met een coc. De spore heeft dus door de dikke wand en het minder water een soort winterslaap voor zichzelf gecreëerd. Als de omstandigheden weer gunstig worden (kan soms wel jaren duren) ontkiemt de spore en groeit uit tot een normale staaf van dezelfde soort als waarvan ze afkomstig was. Het zal je duidelijk zijn dat het moeilijk is om sporen te doden. Vaak moet men producten extra hoog of extra lang verhitten om sporen onschadelijk te maken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei van bacteriën

Slide 19 - Tekstslide

Bacteriën planten zich voort door
middel van celdeling.
Elke bacteriecel kan zich, als de
omstandigheden goed zijn, elke
20-30 minuten delen.
Wat is een bacterie-spore?

Slide 20 - Open vraag

Sommige bacteriën kunnen een spore vormen, dit is een overlevingsvorm.
Zijn de omstandigheden slecht, bijvoorbeeld te zuur, te weinig voedsel of te warm dan kan deze bacterie zich inkapselen. In zo'n kapsel kan een bacterie vele jaren overleven. zijn de omstandigheden weer goed dan komt de bacterie uit dit kapsel en kan zich weer voortplanten.
Bacteriën die dit kunnen zijn vaak ziekmakers en kunnen verhitten op hoge temperatuur vaak overleven.
Schimmels
  • Lange draden (hyfen)
  • Mycelium
  • Meercellig 
  • Zuurstof 
  • Toxinen

Slide 21 - Tekstslide

Schimmels bestaan uit lange draden, deze draden worden hyfen genoemd. Een schimmel bestaat uit een netwerk van deze draden, dit netwerk wordt een mycelium genoemd. Van de micro-organismen is een schimmel het grootste, een mycelium is dan ook met het blote oog zichtbaar. Zoals bijvoorbeeld de schimmel op de broodjes op de afbeelding van deze dia. In tegenstelling tot bacteriën en gisten zijn schimmels meestal meercellig. Daarnaast hebben schimmels meestal zuurstof nodig waardoor ze meestal op het oppervlak groeien van bijvoorbeeld jam, kaas , brood of bijvoorbeeld vruchten. Schimmelgroei kan zowel schadelijk als nuttig zijn, ze zijn gewenst bij bijvoorbeeld de productie van schimmelkazen of champignons. Maar er zijn ook schimmels die toxines kunnen produceren, dit zijn gifstoffen en deze zijn schadelijk voor de mens. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de productie van welke producten is gist een nuttig micro-organisme?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gisten
  • Eencellig
  •  Suikers --> Alcohol en koolzuurgas
  • Groei met en zonder O2

Slide 24 - Tekstslide

Gisten zijn net als bacteriën eencellige mo, hoewel ze wel groter zijn dan bacterien. Ze worden in de levensmiddelenindustrie bij de bereiding van verschillende producten gebruikt, denk maar aan brood of de bereiding van alcoholische dranken zoals bier en wijn. Daarnaast zijn er 3 hoofdvormen de ronde, ovale en langgerekte gisten met elk hun specifieke eigenschappen. Het bijzondere aan gist is dat deze zowel met als zonder zuurstof kan groeien. Bij groei zonder zuurstof zet gist suiker uit de omgeving om in alcohol en koolstofdioxide ofwel co2. Door deze eienschap wordt het dus veel in de levensmiddelenindustrie gebruikt. Wanneer er specifieke gisten gebruikt worden, die gekweekt worden noemt men dit een cultuurgist.


Antwoorden - Gisten
Vorm: rond-ovaal.
Grootte: 5 - 10 µm.
Voortplanting: door middel van knopvorming of spruitvorming (moeder-dochtercel)
Specifieke eigenschappen: gisten kunnen suikers omzetten in alcohol en koolstofdioxide (koolzuurgas).
Voorbeelden van bekende gisten: bakkersgist, biergist en wijngist (saccharomyces cerevisiae) 
Gisten - Voortplanting
  •  Spruit- of knop-vorming.
  • Aan de moedercel komt een knopje 
(dochtercel) met daarin het erfelijk (DNA)
materiaal.
  • De knop (dochtercel) wordt van de
moedercel afgesnoerd.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Virussen
  • Specifiek
  • Leven in andere cellen
  • Groeien zeer snel (bijv. 200 uit 1 cel in 20 min.)

Slide 27 - Tekstslide

Virussen zijn vele malen kleiner dan bacteriën en zijn met een gewone microscoop niet te zien. Ze kunnen allerlei verschillende vormen hebben, van een maanlander tot een bolvorm. De bekendst vorm op dit moment is afgebeeld, dit is het corona virus. Niet alleen de vorm is specifiek, maar elk virus groeit maar op 1 soort organisme. Ook zijn er virussen die een gastheer nodig zijn, dit worden bacteriofagen genoemd. In de zuivelindustrie is men erg huiverig voor bacteriofagen. In deze industrie worden bacteriecultures gebruikt voor de bereiding van de producten. Zo’n cultuur bestaat uit meerdere soorten bacteriën, zuursel genoemd. Een bacteriofaag kan dan, omdat hij specifiek is, maar één bacteriesoort aantasten. Het zuursel wordt hierdoor onbruikbaar, ook al blijven de andere soorten in tact. Je kunt je voorstellen dat men de aanwezigheid van fagen wil voorkomen. Dit is alleen mogelijk met strenge hygiëneregels.



Antwoorden - Virussen
Vorm onder de microscoop: vele verschillende vormen o.a. maanlandervorm, symmetrische veelvlak
Grootte: 0,01 - 0,01 µm -- zichtbaar met elektronenmicroscoop.
Voortplanting: door middel van een gastheercel.
Specifieke eigenschap:
- virussen hebben geen zelfstandige stofwisseling, ze hebben een gastheercel nodig om te kunnen overleven.
- virussen werken specifiek, d.w.z. één soort virus kan zich hechten aan maar één soort (bacterie)cel. Vergelijk het met een sleutel-slot combinatie.
Bekende namen:
Corona-virus: Covid-19
Griepvirus
HIV
Ebola
Virussen - Voortplanting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Virussen - Voortplanting

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeicurve van een bacterie
De groeicurve kent een 
aantal fases:
- aanpassingsfase
- exponentiële fase
- evenwichtsfase
- afstervingsfase.

Slide 31 - Tekstslide

Uitleg geven over schaalverdeling, logaritmisch.

Fasen van groei.
- aanpassingsfase, de bacteriën moeten eerst nog even wennen aan de omstandigheden. Het aantal bacteriën stijgt heel langzaam.
- exponentiële groeifase, de bacteriën delen zich elke 20-30 minuten. Het aantal bacteriën stijgt heel snel.
- evenwichtsfase, oude bacteriecellen zullen sterven en er komen nog nieuwe cellen bij maar het totaalaantal zal niet stijgen.
- afstervingsfase, de omstandigheden zijn niet meer optimaal (voedsel raakt op, afvalstoffen bacterie zullen voor slechte leefomstandigheden zorgen). Het aantal bacteriën zal afnemen.

Tekst theorieboek
Als we het groeiverloop in de grafiek bekijken, zien we vier fasen.

 1 In de aanpassingsfase gaan de micro-organismen zich voorbereiden door
enzymen te vormen. Ze delen zich nog niet.

2 In de exponentiële groeifase vermenigvuldigen de micro-organismen zich.
Tussen twee delingen verloopt steeds een vaste tijd: de delingstijd.

3 In de evenwichtsfase blijft het aantal micro-organismen constant, omdat er
evenveel afsterven als er nieuwe bijkomen.

4 In de afstervingsfase neemt het aantal micro-organismen af met een constante
factor per tijdseenheid als gevolg van de verslechterde omstandigheden: veel
afvalstoffen, te weinig zuurstof en voedingsstoffen.
Bacteriën - Voortplanting
Tijdstip (min.)
Aantal bacteriën
0
1
30
2
60
4
90
8
120
16
150
32
180
64
210
128
240
256
Op de volgende dia staat een filmpje van de groei

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In 1 ml melk zijn 150 bacteriën aanwezig, deze bacteriën delen zich elke 20 minuten.

Hoeveel bacteriën zijn er na 3 uur?
A
900 bacteriën
B
25.600 bacteriën
C
76.800 bacteriën
D
153.600 bacteriën

Slide 34 - Quizvraag

Tijdstip        -      Aantal bacteriën
0 minuten  =            150
20 min.        =            300
40 min.        =           600
60 min.        =         1.200
80 min.        =        2.400
100 min.      =        4.800
120 min.       =        9.600
140 min.      =       19.200
160 min.      =       38.400
180 min.      =       76.800
Een bepaalde bacterie deelt zich elke 10 minuten.
Na 3 uur is de voedingsbodem voor de helft gevuld met bacteriën.
Na hoeveel uur is de plaat vol?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kruisbesmetting

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op: wat is het verschil tussen een voedselinfectie en een voedselvergiftiging?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselinfectie
  • Micro-organisme 
  • Darmkanaal
  • Ziek na 8-48 uur

symptomen:
  • misselijk
  • buikpijn 
  • diarree

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselvergiftiging
  • M.O. vermenigvuldigt in voedsel.
  • (myco)toxine
  • Ziek na 2-6 uur
Symptomen:
  • misselijk en braken (darmgif
  • spierkramp en verlamming (zenuwgif) 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij:
  • kunt de verschillen tussen micro-organismen benoemen.
  • Kunt het groeiverloop van micro-organismen toelichten.
  • Kunt het begrip kruisbesmetting toelichten

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • Maak de theorieopdrachten, praktijkchecks en praktijkopdrachten die aangegeven staan bij les 1 van je leerwerkboek en lever deze in bij de docent/ praktijkbegeleider.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies