MEGA Klas 8: De Stad Aardrijkskundedeel

MEGA Klas 8
De Stad
Aardrijkskundedeel
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

MEGA Klas 8
De Stad
Aardrijkskundedeel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van een stad?

Slide 2 - Woordweb

Waar denk je aan bij een stad?
Hoe ziet een stad eruit?
Wat is het verschil met een dorp?
Culturen?

Oude wereld
  • De eerste mens verspreid zich vanuit Afrika over Europa en Azië
  • Hier zijn oude culturen terug te vinden (Mesopotamië, Egyptenaren Grieken, Romeinen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontdekken
  • Men komt na de Middeleeuwen los van de Christelijke kerk
  • Drang om de wereld te ontdekken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe wereld: gebieden die later door Europeanen zijn 'ontdekt'. Denk aan Noord en Zuid Amerika, maar ook Oceanië.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rome
New York 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil Europese en Amerikaanse steden:
Amerika
-Wonen en werken gescheiden (suburbs, CBD)
-Hoge skyline
-Korte geschiedenis (geen oude gebouwen zoals kerken, pleinen, standbeelden 
Europa
-wonen en werken door elkaar
-Lage skyline
-Lange geschiedenis (oude pleinen, kerken, monumenten, denk aan Maastricht)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan en groei
De groei van de steden in de Randstad verliep rond de historische stadskern. 

-->concentrisch groeimodel 
-->om historische stadskern: woonwijken,        fabrieken 
-->algemene regel: hoe verder van het            centrum, hoe ruimer de wijk (meer plek      voor groen, speelplekken,                            parkeerplaatsen)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan en groei

De steden in de Randstad zijn vanaf ongeveer 1300 ontstaan.

-->historische stadskern / oude binnenstad 
kenmerken:
- monumenten
- hoge bebouwingsdichtheid
- kronkelig stratenpatroon 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratie

Slide 13 - Tekstslide

Opening van presentatie.
Lesdoelen
  • Welke soorten Migratie zijn er?
  • Herkennen push en pull factoren
  • Vergroening en vergrijzing 
  • Aflezen bevolkingsdiagram



Slide 14 - Tekstslide

In deze dia:
De lesdoelen worden met de klas besproken. 
Aan het einde van de les word nagegaan of de lesdoelen bereikt zijn.
Wat is een migrant?

Dit is een persoon die van een plek naar een andere plek verhuist. Hierbij denk je misschien vaak aan verhuizen naar een ander land maar dit kan ook binnenlands zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

In deze dia:
Leg je uit wat het begrip migrant inhoud. 
Waarom Migreren mensen?

Slide 16 - Woordweb

In deze dia:
Vullen de leerlingen zelf de vraag in via laptop of telefoon. Leraar bespreekt met leerlingen een aantal van de gegeven antwoorden. In volgende dia uitleg en kijken of antwoorden overeen komen.
Waarom emigreren mensen?

Economische reden
Persoonlijke reden
Politieke reden

Slide 17 - Tekstslide

In deze dia:
Kort de redenen opsommen. Terugkoppelen naar de vorige dia of leerlingen hun antwoord herkennen. 
Persoonlijke/sociale reden
Een migrant die om persoonlijke redenen emigreert niet gedwongen. Bijvoorbeeld vanwege een partner in het buitenland, voor studie of werk. 

Slide 18 - Tekstslide

In deze dia:
Uitleggen wat persoonlijke/sociale redenen zijn.
Politieke reden
Politieke migranten zijn vaak gedwongen het land te verlaten door een onveilige situatie. Denk hierbij aan oorlog, geen vrijheid van meningsuiting of geloof.  Deze mensen worden vluchtelingen genoemd.

Slide 19 - Tekstslide

In deze dia:
uitleggen wat Politieke redenen zijn. 
Naar welke Europese landen gaan de 
belangrijkste 
vluchtroutes?

Slide 20 - Tekstslide

In deze dia:
Bespreek met leerlingen de kaart. verwijs leerlingen naar de legenda. 

Rode lijnen zijn de meest gebruikte route .

Bronnen:
Brinke, T. W. B., & Jong, C. (2015). De Geo 3 havo/vwo Lesboek (9de editie, Vol. 2015). ThiemeMeulenhoff bv.
Push en pull factoren
Vestigingsfactoren of pullfactoren zijn redenen om naar een land te emigreren.
Pullfactoren zijn bijvoorbeeld:
een gunstig klimaat
goede opleidingsmogelijkheden
veel kans op werk en
veel culturele voorzieningen
Vertrekfactoren of pushfactoren zijn redenen om een land te verlaten.
Pushfactoren zijn bijvoorbeeld:
discriminatie van bevolkingsgroepen
oorlogsdreiging
hongersnood en
weinig werkgelegenheid.

Slide 21 - Tekstslide

In deze dia:
Uitleggen wat push en pull factoren zijn.

Matthew Tate
Afkomst: Engels/Iers
Gemigreerd naar Nederland in 2001 toen hij 28 was

Slide 22 - Tekstslide

In deze dia:
Introduceren Matthew Tate. 
Waarom denken jullie dat Mat geïmmigreerd is naar Nederland?
A
Omdat het niet veilig was in Engeland
B
Voor financiële redenen
C
Voor zijn werk
D
Voor zijn vrouw

Slide 23 - Quizvraag

In deze dia:
Leerlingen vraag laten antwoorden op laptop of telefoon. 
Situatie Engeland vs Nederland
VS

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engeland:

- Grootste sector: industrie
- Democratie --> Koningin meer inspraak
-Volk heeft inspraak
- Vrijheid van meningsuiting, geloof, geaardheid 
-Buiten de EU
Nederland:

- Grootste sector: Financiële instellingen. 
- Democratie --> koning geen inspraak
- Volk heeft inspraak
-Vrijheid van meningsuiting, geloof, geaardheid 
- Binnen de EU

Slide 25 - Tekstslide

In deze dia:
Bespreek de informatie op de dia. Vergelijk de situaties , concludeer dat er weinig grote verschillen zijn. 
Welke verschillen zie je?

Slide 26 - Tekstslide

In deze dia:
Leerlingen de twee grafieken laten bestuderen. 

Bronnen:
Bevolkingspiramides van de wereld van 1950 tot 2100. (z.d.). PopulationPyramid.net. Geraadpleegd op 29 december 2020, van https://www.populationpyramid.net/nl/verenigd-koninkrijk/2019/

Bevolkingspiramides van de wereld van 1950 tot 2100. (z.d.-a). PopulationPyramid.net. Geraadpleegd op 29 december 2020, van https://www.populationpyramid.net/nl/verenigd-koninkrijk/2019/
Wat valt op?
  • Vergrijzing: Het toenemen van het aantal ouderen (65+) ten opzichte van het aantal jongeren. De gemiddelde leeftijd van het land stijgt.
  • Vergroening: Het stijgen van het geboortecijfer en het toenemen van de leeftijdscategorie (0 t/m 19 jaar)

Slide 27 - Tekstslide

In deze dia:
Uitleg vergrijzing en vergroening. Terugkoppelen naar de bevolking diagrammen op de vorige dia. 
Situatie Syrië vs Nederland
VS

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Syrië:

- Grootste sector: Olie- en Landbouw
- Democratie --> Geen koning/koningin maar president
- Volk heeft geen persoonlijke vrijheid
- Geen vrijheid van geloof of meningsuiting

Nederland:

- Grootste sector: Financiële instellingen. 
- Democratie --> koning geen inspraak
- Volk heeft veel inspraak 
- Volk heeft vrijheid (geloof, meningsuiting, persoonlijk)

Slide 29 - Tekstslide

In deze dia:
Bespreek de informatie op de dia. Vergelijk de situaties , concludeer dat er tussen deze landen wel grote verschillen zijn. 
Welke verschillen zie je?

Slide 30 - Tekstslide

In deze dia:
Leerlingen de twee grafieken laten bestuderen. Bespreek of leerlingen hier vergroening en vergrijzing terug zien.

Bronnen:
Bevolkingspiramides van de wereld van 1950 tot 2100. (z.d.-a). PopulationPyramid.net. Geraadpleegd op 29 december 2020, van https://www.populationpyramid.net/nl/verenigd-koninkrijk/2019/

Bevolkingspiramides van de wereld van 1950 tot 2100. (z.d.-a). PopulationPyramid.net. Geraadpleegd op 29 december 2020, van https://www.populationpyramid.net/nl/verenigd-koninkrijk/2019/
De mensen die vertrekken uit Syrië vanwege de oorlog, hoe worden zij genoemd?
A
Sociaal migrant
B
Economisch migrant
C
Gelukzoeker
D
Vluchteling

Slide 31 - Quizvraag

In deze dia:
leerlingen beantwoorden de vraag via laptop of telefoon.
Begrippen
  • Bevolkingsdichtheid – Het aantal mensen/inwoners per km2
  • Bebouwingsdichtheid – Het aantal gebouwen per km2
  • Bevolkingsspreiding – De verdeling/spreiden van de bevolking in een bepaald gebied/land
  • Bevolkingsconcentratie – dichte bevolking in een beperkt gebied (een stad)


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1
  • Enorm hoog geboorte- en sterftecijfer
  • Kinderen nodig om te werken
  • Geen geboorteplanning en streng gelovig
  • Veel ziekten, hongersnoden, slechte hygiëne en weinig medische kennis. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2
  • Geboortecijfer blijft hoog
  • Sterftecijfer daalt: de bevolking groeit!
  • Groei mede door aanleg waterleidingen en riolering 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 3
  • Sterftecijfer blijft laag en geboortecijfer begint te dalen
  • Nog steeds bevolkingsgroei! 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 4
  • Geboorte- en sterftecijfer zijn beide laag
  • Door: geboortebeperking, verbeterde positie van de vrouw en het feit dat mensen steeds later trouwen. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 5 (toekomst)
  • Verwacht sterfteoverschot
  • Door: vergrijzing! 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies