De Rotterdamse Haven

 Gunstige ligging van Nederland
- ligging aan drukstbevaren zee.

- rivieren Maas en Rijn

- welvarend en groot achterland

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Gunstige ligging van Nederland
- ligging aan drukstbevaren zee.

- rivieren Maas en Rijn

- welvarend en groot achterland

Slide 1 - Tekstslide

 Wereldhaven
Waarom grootste haven van Europa:
- Gunstige ligging (Rijn, Noordzee, dichtbevolkt en welvarend achterland > heeft dus veel goederen nodig)
- Goede toegankelijkheid (makkelijk naar binnen en buiten)
- Goede infrastructuur op het land (alles kan goed verplaatst worden naar het achterland)

Slide 2 - Tekstslide

 Nieuwe ontwikkelingen
Betuweroute: Spoorlijn speciaal voor vervoer van goederen naar Duitsland 

Tweede Maasvlakte: Nieuwe uitbreiding haven voor nog meer containerschepen!

Distributiecentra: Bedrijf waar goederen worden bewerkt > veel werk voor ons!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Nederland: goede vestigingsplaatsfactoren

1. Gunstige ligging, goed bereikbaar

2. Sterk gericht op het buitenland

3. Bevolking goed opgeleid en spreekt meerdere talen


Slide 5 - Tekstslide

De vestigingsplaatsfactor is...
A
de reden om nog meer snelwegen te bouwen
B
de reden om de Rotterdamse haven uit te breiden
C
de reden voor een bedrijf om zich ergens te vestigen
D
de reden voor een bedrijf om via Schiphol spullen aan te voeren

Slide 6 - Quizvraag

De Rotterdamse Haven ligt aan de monding van twee rivieren namelijk:
A
de Rijn en de Schelde
B
de Maas en de IJssel
C
de Schelde en de IJssel
D
de Maas en de Rijn

Slide 7 - Quizvraag

Een mainport is
A
Haven of vliegveld dat belangrijk is in het internationale vervoer
B
Bedrijven die in veel landen een fabriek of kantoor hebben
C
Haven dat goede contacten heeft met andere havens
D
Bedrijven die heel veel klanten hebben

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN belangrijke vestigingsplaatsfactor
A
Nederland ligt gunstig en is goed bereikbaar
B
Nederland heeft veel recreatiemogelijkheden
C
Nederland is erg op het buitenland gericht
D
De bevolking is goed opgeleid en spreekt meerdere talen.

Slide 9 - Quizvraag

Het geheel van wegen , spoorwegen en waterwegen noemen we
A
Mainports
B
Achterland
C
Distributiecentrum
D
Infrastructuur

Slide 10 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij infrastructuur?
A
auto
B
weg
C
kruispunt
D
kanaal

Slide 11 - Quizvraag

Om de infrastructuur te verbeteren wordt er geld gestopt in de hsl, wat betekent dat
A
Hele snelle lijn
B
Hoge snelle lijn
C
Hoge snelheidslijn
D
Harde snelheidslijn

Slide 12 - Quizvraag

Om de infrastructuur te verbeteren wordt er geld gestopt in
A
Betuwelijn, HSL , Tweede Maasvlakte, aanleg kanalen
B
HSL, Tweede Maasvlakte, aanleg kanalen, verbreding snelwegen
C
Verbreding snelwegen, Tweede Maasvlakte, Betuwelijn, HSL
D
Betuwelijn, aanleg rotondes, aanleg kanalen , Tweede Maasvlakte

Slide 13 - Quizvraag