Thema A Lezen Tekstdoelen, tekstsoorten: tekstdoel nr 4 Activeren

Tekstdoelen en tekstsoorten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolBasisschoolvmbo tGroep 7,8Leerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten 
  1. Ik ken de verschillende tekstdoelen en tekstsoorten
  2. Ik weet wat het verschil is tussen een tekstdoel en een tekstsoort
  3. Ik kan zelf het tekstdoel en tekstsoort van enkele teksten bepalen

Slide 2 - Tekstslide

HERHALING: Waar denk je aan bij de woorden 'tekstdoelen' en 'tekstsoorten'?

Slide 3 - Open vraag

Tekstdoelen en tekstsoorten
Als iemand iets schrijft, heeft hij een doel met die tekst: dat wat hij wil bereiken (tekstdoel)

Om dat doel te bereiken, kiest hij het soort tekst waarmee hij dat doel het beste kan bereiken (tekstsoort)


Slide 4 - Tekstslide

Je hebt al 3 tekstdoelen geleerd

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoel: informeren

De schrijver wil zijn kennis met jou (de lezer) delen. Als de tekst de lezer ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoel: overtuigen
De schrijver dat jij zijn standpunt/mening overneemt. Hij zal argumenten voor zijn standpunt geven.

Slide 7 - Tekstslide

Nu leer je een nieuw tekstdoel

Slide 8 - Tekstslide

Tekstdoel: activeren
Als een schrijver wil dat je iets gaat doen. Hij wilt dat je actie onderneemt. 
- bijvoorbeeld: inschrijven, uitschrijven, doneren, lid worden, abonneren, in actie komen, protesteren, demonstreren, etc.

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 10 - Tekstslide

Informeren 
Overtuigen
Amuseren 
Activeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt 
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij 
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen

Slide 11 - Sleepvraag

Als het tekstdoel activeren is, is de tekstsoort een activerende tekst.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 12 - Quizvraag

Wat is activeren?
A
je wordt vermaakt.
B
je moet iets doen.
C
ergens lid van te worden en ergens naartoe gaan.
D
je word geactiveerd om iets te kopen.

Slide 13 - Quizvraag

Een activerende tekst =
A
Een nieuwsbericht is een activerende tekst.
B
De schrijver wil dat je iets gaat doen.
C
Een activerende tekst lees je voor je plezier.
D
Een menukaart is een activerende tekst.

Slide 14 - Quizvraag

Een voorbeeldtekst (tekstsoort) bij activeren is:
A
Een leesboek
B
Een achtergrondartikel
C
Een reclamefolder
D
Een recensie

Slide 15 - Quizvraag

activeren
(welke tekstsoort is correct?)
A
recensie
B
moppenpagina
C
reclametekst
D
krantenbericht

Slide 16 - Quizvraag

Wat is
“Activeren”
A
Je wordt geïnformeerd over iets
B
Je wordt als lezer overgehaald iets te doen
C
Je moet iets zeggen
D
Jou wordt een instructie gegeven

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het doel van deze tekst?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Protesteren

Slide 19 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een studieboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welk tektsdoel heeft de bibliotheek met zijn folder over het abonnement?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Welk doel heeft de schrijver hierbij?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 24 - Quizvraag

Een column of een ingezonden brief in een tijdschrift horen bij het tekstdoel ....
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het doel van een reclamefolder?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Maken
Lesboek blz. 110-113, opdracht 1-2-3-4-5
Digitaal, Thema A, opdracht 1 t/m 5 
Snel klaar? Maak ook 6

Slide 29 - Tekstslide