Positief opvoeden les 3

Positief opvoeden
 
les 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Positief opvoeden
 
les 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
Visie op opvoeden 
Bekende pedagogen
Pedagogisch kader
Pedagogische begeleiding
Doelgericht werken aan de opvoeding van het kind

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft er al een visie op opvoeden en het begeleiden van kinderen?
Ik wel
Ik niet

Slide 3 - Poll

Hoe ontwikkel je een eigen kijk op opvoeden?

Slide 4 - Tekstslide

Socialisatie

Van mensen

Slide 5 - Tekstslide

Eigen kijk
Ervaringen met opvoeding vanuit huis, school kinderopvang. 
Misschien is je jeugd niet zo soepel verlopen, en heb je daardoor een aantal dingen meegekregen die je later absoluut niet zelf wil doen. 
Misschien heb je (daarnaast) ook hele prettige ervaringen die je graat later wil delen met kinderen. 

Jij brengt jezelf en je persoonlijke opvoedingsstijl mee in de opvoeding van kinderen. Daarom is het belangrijk om na te denken over wat daarin voor jou belangrijk is. 

Slide 6 - Tekstslide


Wat is de mening die je hebt over je eigen opvoeding? 
Wat is je is je opgevallen op stage? 
Welke aanpak spreekt je daarbij wel of niet aan?
Wat zou je zelf ook doen? Wat zou je anders doen?
Ben jij een strenge opvoeder?
Waarom wel, waarom niet?
Delen in groepjes

Slide 7 - Tekstslide

Pedagogische visie van het team 
Elke organisatie voor kinderopvang heeft een pedagogische visie over hoe zij de opvoeding van kinderen gaat oppakken. 

Wellicht weet jij al iets over de visie van jouw stagebedrijf, zo niet, zoek het eens op online en deel het met ons. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is onderdeel van de visie van jouw stageplek?

Slide 9 - Open vraag

Visie van bekende pedagogen
Zie papier

Slide 10 - Tekstslide

Visie
Een visie bestaat altijd uit 5 onderdelen
  1. Levensbeschouwelijk
  2. Maatschappelijke component
  3. Pedagogische component
  4. Onderwijskundige component
  5. Organisatorische component

Slide 11 - Tekstslide

Landelijk pedagogisch kader

Slide 12 - Tekstslide

Wat staat er volgens jou in een landelijk
pedagogisch kader

Slide 13 - Woordweb

Pedagogisch kader 
Het pedagogisch kader maakt duidelijk waaraan een goede opvang moet voldoen. Het zorg voor professionalisering va het beroep

Wat hebben kinderen nodig
Wat willen we bereiken
Wat moeten we daarvoor doen?

Slide 14 - Tekstslide

Wat wil je bereiken 
Als pedagogisch medewerker zorg je natuurlijk voor een omgeving waar een kind zich prettig en veilig voelt. 
Iedere opvang gaat daarbij uit van dezelfde pedagogische basisdoelen van 

1. Fysieke en emotionele veiligheid
2. Persoonlijke competenties
3. Sociale competenties
4. Normen en waarden


Slide 15 - Tekstslide

Het bieden van emotionele veiligheid

Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstelling voor alle vormen van kinderopvang, ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat.

Riksen-Walraven onderscheidt drie bronnen voor de veiligheid van kinderen:
vaste, vertrouwde verzorgers;
bekende leeftijdsgenoten;
inrichting van de omgeving.


Slide 16 - Tekstslide

Het bevorderen van persoonlijke competentie

Hiermee wordt gedoeld op de ontwikkeling van brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen en flexibiliteit die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Persoonlijke competentie omvat ook de competenties van kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden, zoals de motorische, creatieve (spel, muziek) en de taal- en cognitieve ontwikkeling.

Slide 17 - Tekstslide

Het bevorderen van sociale competenties

Hoewel sociale competentie in principe ook een ‘persoonlijke’ competentie is, is dit in een afzonderlijke pedagogische doelstelling ondergebracht, omdat kinderen in kinderdagverblijven extra mogelijkheden hebben om vaardigheid te verwerven in het omgaan met en het aangaan van relaties met andere kinderen. 

Het begrip sociale competentie omvat dan ook een heel scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid.

Slide 18 - Tekstslide

Socialisatie: aanbieden van regels, normen en waarden, ‘cultuur’

Om goed te kunnen functioneren in de samenleving waarvan zij deel uitmaken, moeten kinderen zich de regels, normen en waarden eigen maken, ofwel de ‘cultuur’ van die samenleving. 

Kinderen leren bij de ‘socialisatie’ in het kindercentrum niet alleen de ‘regels van het huis’, maar impliciet en expliciet ook meer algemene waarden en normen. De groepssetting, waarin kinderen in aanraking komen met andere kinderen en volwassenen, vaak met een andere sociale en culturele achtergrond, biedt daartoe extra mogelijkheden.

Slide 19 - Tekstslide

Emotionele ondersteuning bieden
Sensitief zijn, gevoelig reageren

Pik je de signalen je de signalen op van de kinderen en reageer je daarop met een warme en ondersteunende manier?

Voelen kinderen zich veilig bij jou?

Slide 20 - Tekstslide

Autonomie respecteren
Als professioneel opvoeder stimuleer je de kinderen om zoveel mogelijk dingen zelf op te lossen en respecteert dit. Niet commanderen, maar kinderen vragen om mee te helpen. 

Geef jij kinderen de ruimte? 
Stimuleer je ze om zelf iets te doen en te ontdekken op hun eigen manier? 

Slide 21 - Tekstslide

Leiding geven en structuur bieden
Je bent volop bezig met leiding geven en structuur bieden. Je zorgt voor structuur in de dagelijkse structuur in de dagelijkse activiteiten. 

maak je op een heldere manier duidelijk wat je van de kinderen verwacht? 
Zorg je ervoor dat kinderen zich aan die regels houden? 

Slide 22 - Tekstslide

Stimuleren van de ontwikkeling
Je bent gericht op het stimuleren van de ontwikkeling. Je biedt kinderen gedurende de hele dag interessante en leerzame activiteiten aan. Die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau.

Observeer ik doelbewust om op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van de kinderen?
Reik ik kinderen voldoende uitdagende en speelse ervaringen aan?
Houd ik voldoende rekening met de individuele ontwikkeling van het kind?



Slide 23 - Tekstslide

Hoe houden jullie rekening met de individuele ontwikkeling van kinderen op stage?

Slide 24 - Open vraag

Maak gebruik van de literatuur en de mediatheek.

Kijk op de website van het NJI en en kies een opvoedprobleem die je nader wil onderzoeken. Schrijf een verslag over wat het opvoedprobleem inhoud en welke interventies/behandelingen er zijn. 

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Maken: Themaopdracht 2 (pagina 39)

Slide 26 - Tekstslide

Einde les

Slide 27 - Tekstslide

Wat blijft je bij van deze les?

Slide 28 - Open vraag