13 GT Draaisymmetrie

Hoofdstuk 13:
Vlakke figuren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 13:
Vlakke figuren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wanneer een figuur draaisymmetrisch is.
  • Je kunt de kleinste draaihoek van een draaisymmetrisch            figuur berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Als je een figuur kan draaien zodat het precies weer op zichzelf past, dan is deze figuur draaisymmetrisch. Let op: de kleinste draaihoek kan nooit groter zijn dan 180°. 
Hier onder zie je een paar figuren die draaisymmetrisch zijn:

Slide 3 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Hoe bereken je de kleinste draaihoek van een draaisymmetrisch figuur?

  1.  Bepaal hoe vaak  de figuur op zichzelf past in één rondje (=360°).
  2. Deel 360° door dit aantal. De uitkomst is de kleinste draaihoek.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg kleinste draaihoek
  • Je weet: een volle hoek is 360 graden
  • Je weet: in drie stappen ben je rond
  • Dus: in één stap draaien de wieken 360 : 3 = 120 graden
  • Dit noem je de kleinste draaihoek
  • Dat betekent dat na een draaiing van 120 graden de wieken weer op zichzelf passen.

Slide 5 - Tekstslide

Extra uitleg
We kunnen de paraplu dus "dubbelvouwen" en dan passen de vakjes precies op elkaar.
Maar we kunnen de paraplu ook ronddraaien, zodanig dat de witte vakjes op witte vakjes komen en de rode vakjes op de rode.

Slide 6 - Tekstslide

Extra uitleg
Als je een figuur een stukje kunt draaien, zodat het weer precies op zichzelf past, noem je het draaisymmetrisch.
Het punt dat in het midden blijft, noem je het draaipunt.

Slide 7 - Tekstslide

Draaisymmetrie

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 9 - Tekstslide

Is de paraplu hiernaast lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

In hoeveel stappen kunnen de wieken 1 rondje draaien (de wieken moeten na elke stap op elkaar passen)?
A
1 stap
B
2 stappen
C
3 stappen
D
4 stappen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek van de paraplu?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
360 graden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek van dit figuur?
A
45 graden
B
60 graden
C
90 graden
D
120 graden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90 graden
B
60 graden
C
72 graden
D
36 graden

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht GT1, GT2, GT3 en GT4,  van paragraaf GT
- Zorg dat je de uitleg nog een keer bekijkt als je er niet uitkomt.
- Kijk de vragen na.
- Heb je een aantal fouten? kijk goed naar wat het antwoordenboek doet, kies zelf nog 2 vragen uit om verder te oefenen.
- Ging het goed? Daag jezelf uit met een uitdagende opdracht

Slide 15 - Tekstslide