Some/any en quantifiers

Some or Any?
Some en Any betekenen allebei een paar, enkele, enige, een beetje of wat.
not ... any  betekent geen

Maar, wanneer gebruik je nou some en wanneer any?

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Some or Any?
Some en Any betekenen allebei een paar, enkele, enige, een beetje of wat.
not ... any  betekent geen

Maar, wanneer gebruik je nou some en wanneer any?

Slide 1 - Tekstslide

Some or any?
Welke je gebruikt hangt af van het soort zin waar het in staat:
Heb je te maken met een bevestigende (gewone) zin? Dan gebruik je some.
--> I’ve got some oranges.

Heb je te maken met een ontkennende of vragende zin? Dan gebruik je any.
--> I haven’t got any oranges.
--> Do you have any oranges?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Let op! Uitzonderingen!
MAAR:
Is de vragende zin een aanbod of verzoek? Dan gebruik je some.
Aanbod:
Would you like some tea?
Verzoek:
Can I have some water please?

Slide 4 - Tekstslide

Some or Any?

Slide 5 - Tekstslide

Some or any?

Slide 6 - Tekstslide

Some or any?

Slide 7 - Tekstslide

Sue went to the cinema with …………… of her friends.

A
some
B
any

Slide 8 - Quizvraag

Jane doesn’t have ……………. friends.

A
some
B
any

Slide 9 - Quizvraag

Have you got ………….. brothers or sisters?

A
some
B
any

Slide 10 - Quizvraag

Here is …………… food for the cat.

A
some
B
any

Slide 11 - Quizvraag

I’m hungry – I’ll have …………….. sandwiches.

A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

Would you like ...... milk in your tea?
A
some
B
any

Slide 13 - Quizvraag

I don't have ........ computer games.
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

Use some/any
Is there _____ sugar? I can’t see _____ .
A
any, any
B
some, some
C
some, any
D
any, some

Slide 15 - Quizvraag

Use some/any
I need ... apples, but I don't need ... pears.
A
any... any
B
some... some
C
any... some
D
some... any

Slide 16 - Quizvraag

Use some/any
Would you like ......tea or coffee?
...... biscuits?


A
some any
B
any some
C
any any
D
some some

Slide 17 - Quizvraag

Much, many, a lot, lots of?
Much, many, a lot of & lots of betekenen alle vier ‘veel’.
Maar wanneer gebruik je nu welke?

Daarvoor moet je kijken naar het soort zin waarin het voor komt en het zelfstandig naamwoord dat erachter komt.

Slide 18 - Tekstslide

Much or many?
Much:
In vragende en ontkennende zinnen als het zelfstandig naamwoord ontelbaar is:
Have you got much work to do?
There isn’t much information about the accident

Many:
In vragende en ontkennende zinnen als het zelfstandig naamwoord telbaar is:
How many brothers or sisters have you got?
I haven’t got many pens left.

Slide 19 - Tekstslide

many
much

Slide 20 - Tekstslide

A lot of / lots of:
In bevestigende zinnen (of het zelfstandig naamwoord telbaar of ontelbaar is, maakt niet uit):

 There were a lot of phone calls this morning.
 We bought lots of fruit.

Het is mogelijk om in bevestigende zinnen much/many te gebruiken, maar het is gebruikelijker om a lot of / lots of te gebruiken.


Slide 21 - Tekstslide

In een schema:

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Did you understand the grammar?
A
Yes
B
No
C
A little bit
D
Yes but I need more practice / help

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video