Quizz zintuigen
exteroreceptoren?
A
reageren op prikkels buiten het lichaam.
B
zitten in spieren, gewrichten en evenwichtsorgaan
C
reageren op prikkels binnen het lichaam
1 / 15
Lesduur is: 1 minOnderdelen in deze les
exteroreceptoren?
A
reageren op prikkels buiten het lichaam.
B
zitten in spieren, gewrichten en evenwichtsorgaan
C
reageren op prikkels binnen het lichaam
Slide 1 - Quizvraag
wat doen zintuigcellen?
A
Veranderen beelden in de hersenen
B
zetten informatie uit de binnenwereld om in elektrische signalen
C
zetten informatie uit de buitenwereld om in elektrische signalen
Slide 2 - Quizvraag
Waar bestaat geluid uit?
A
Geluid bestaat uit prikkels uit de buitenlucht
B
Geluid bestaat uit elektrische signalen
C
Bestaat uit trillingen in de lucht die de oren opvangen
D
Geluid bestaat uit elektrische signalen en prikkels uit de buitenlucht
Slide 3 - Quizvraag
Uit welke onderdelen bestaat het buitenoor?
A
de oorschelp, en uitwendige gehoorgang
B
oorschelp, uitwendige gehoorgang, trommelvlies
C
de oorschelp, uitwendige gehoorgang en de hamer
D
oorschelp, de hamer en stijgbeugel
Slide 4 - Quizvraag
Waar bestaan de gehoorbeentjes uit?
A
hamer, aambeeld
B
hamer, aambeeld en vliezig labyrint
C
hamer, aambeeld en stijgbeugel
D
hamer, aambeeld en buis van Eustachius
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de functie van de gehoorbeentjes?
A
prikkels uit het buitenoor doorgeven aan het binnenoor
B
prikkels uit het binnenoor doorgeven aan de hersenen
C
bescherming van het binnenoor
D
bescherming van het buitenoor
Slide 6 - Quizvraag
Waar zit het slakkenhuis?
A
In het buitenoor
B
In het binnenoor
C
In de oorschelp
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van het slakkenhuis?
A
elektrische signalen doorsturen naar het centraal zenuwstelsel
B
het evenwicht reguleren
C
haarcellen activeren en omzetten in elektrische signalen
D
A en C zijn juist
Slide 8 - Quizvraag
Waar liggen koude sensoren in de huid?
A
Vlak onder de opperhuid
B
in het onderhuids bindweefsel
C
Vlak onder de lederhuid
Slide 9 - Quizvraag
De buitenste laag van het oog is
A
het netvlies
B
het regenboogvlies
C
het vaatvkies
D
het harde oogrok
Slide 10 - Quizvraag
het vaatvlies bevat:
A
veel bloedvaten
B
kamervocht
C
weinig bloedvaten
D
staafjes en kegeltjes
Slide 11 - Quizvraag
waar wordt in het oog het licht opgevangen?
A
op het netvlies
B
op het hoornvlies
C
op de gele vlek
D
op het netvlies,op de gele vlek en het hoornvlies
Slide 12 - Quizvraag
Staafjes en kegeltjes zijn te vinden op:
A
op het hoornvlies
B
het regenboogvlies
C
het netvlies
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de functie van de traanfilm?
A
Beschermt tegen infecties
B
Beschermt tegen uitdroging
C
Zorgt voor voedingsstoffen
D
A,B,C zijn juist
Slide 14 - Quizvraag
De pupil wordt groter als:
A
er veel licht in het oog binnenkomt
B
Alleen antwoord C is goed
C
er weinig licht in het oog binnenkomt
D
A en C zijn beide goed
