Les ademhalingsstelsel 2A

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Kennismaken met elkaar

Het is waar!

10.4 Adem in, adem uit

Leerdoelen

- Je kan benoemen uit welke onderdelen de longen bestaan.

- Je kan benoemen hoe zuurstof en koolstofdioxide het lichaam verlaten en inkomen

- Je kan uitleggen hoe je longen bewegen

Wat weet je nog? 

Welke soort bloedvaten hebben de dikste wand

1. Aders
2. Slagaders
3. Haarvaten
4. Aorta

In de aders...

1. Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
2. Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
3. Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
4. Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

Hoe loopt de grote bloedsomloop?

1. Hart - longen - hart
2. Hart - lichaam - hart
3. Lichaam - hart
4. Longen - hart

Uitleg

Ademhalingsstelsel

Gaswisseling

Zuurstof van longblaasje naar bloed'

Koolstofdioxide van bloed naar longblaasje

Opdracht 4b en 4c

Vraag 4b: Wat betekenen de kleine pijltjes?

a: ......
b: ......

Vraag 4c: Op welke plaats bevat het bloed de
meeste zuurstof?

Plaats 1 of plaats 2, want .....

Schoon en Vochtig

Opdracht 6b

Vraag: Een deel van het stof dat je inademt, poep je weer uit.
Leg uit hoe dat komt.

Ademhalen: middenrif en tussenribspieren

Vragen?

VRAGEN?

Wat is het kleinste onderdeel van het ademhalingsstelsel

1. Bronchiën
2. Luchtpijptak
3. Longblaasje
4. Neusholte

Waar vind de gaswisseling precies plaats?

1. De bronchiën
2. De luchtpijptakjes
3. De longblaasjes
4. De longen

Wat is de gezamenlijke functie van de neusholte, luchtpijp en bronchiën?

Rode bloedcellen geven ....................................Af.

Rode bloedcellen nemen...................op.

Dit noemen we.............................in de long.

Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle.....................vervoerd.

De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de..........................

Zuurstof

Longen

Koolstofdioxide

Lichaamsdelen

Gaswisseling

Weektaak

10.4 opdracht 1 t/m 17 in je werkboek.

Tot het einde van de les

Vragen? steek je hand op of wacht tot ik langs kom

Klaar? Inlezen voor de volgende les of vooruit werken